1705 resultaten
Arkel, van | 1361-02-27~
R.A.H. Coll Aanw 44 fol 91
Achternamenindex
"deze cedule gaf Otto van Arckel mijn Heere over, toen hij sijn goed ontvenck na zijns vaders dood, dat was anno 1360 in Den Haag": 1. de borch tot Gorcum; 2. tolvrijheid voor de poorters van Gorcum door heel Holland; 3. het huis ten Nyenstijne; 4. het huis te Haestrecht; 5. het goed van Berchambacht; 6. 19 morgen bij het huis ten Berge, die Elias van Woudenberch hield van Holland; 7. 9 morgen en het huis tot Emmichoven en Werckhoven die de heer van Arkel aankwamen van zijn oom Claes van Arckel; 8. gerecht en heerlijkheid van Hagensteijn; 9. 80 £ per jaar uit de tol van Maboge
Arkel, van | 1393-05-13
R.A.H. Coll Aanw 46 fol 132v
Achternamenindex
hertog Albrecht oorkondt dat Otto heer van Arkel hem tijdig binnen het jaar nadat hij graaf geworden was, de lenen verzocht heeft, die hij van hem als ruwaard gehouden had en dat hij hem zij het zonder brieven daarmede beleend had "in tegenwoordigheid onser getruwer Rade ende manne Johans van Arckel heer tot Hagestein, ons neven ende des Heren van Huekelem; hij bevestigd deze belening. " Ende watzt onse neve van Arkel tot Hagenstein op dese tijt onse segel te bewaren heeft, soe hebben wij onse heijmelic signet, dat wij selve dragen buten op onsen segel hieraen hangende, gedruckt." Eenzelfde brief voor de Jonckheer van Arckel
Assendelft, van | 1437-1438
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Dirc van Assendelft: 4 ½ hoet gerst te Castricum (868 fol 7); tussen 1438-1439 (869 fol 8v) en 1444-1445 (875 fol 12): idem; 1445-1446: (876 fol 10v) die buren tot Castricum sijn jaerlix sculdich 4 ½ hoet gerst, bij gebreke van een brief is door de Raad van Holland vastgesteld met Gheryt van Assendelft en zijn zoon Dirc, dat hij jaarlijks betalen zal 12£, die in de volgende rekening gerekend wordt; 1471-1472: (903 fol 16v) deze 4½ hoet gerst heeft eerst Drick van Assendelf gehad tot een erfpacht, nu Gheryt van Assendelft voor 12£ per jaar, blijkens brief van 1446-08-20
Baarn, van | 1440-06-21
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem fol 28v/Cartul Zeven Getyden fol 28v
Achternamenindex
Jan van Bekensteyn en Gheryt van Noortich, schepenen in Haerlem, oorkonden dat Pieter Claesz die stillegancmaker verkocht heeft aan Ysbrant Pietersz van Bairn deze nageschreven renten: 1) op Florys Jansz die schoemakers huis en erf 4 sc Holl per jaar; 2) 3 sc Holl per jaar op Lysbeth Gerrit Jansz huis en erf, welke twee huizen en erven aan elkaar liggen en staan in de Coninckstrate, belend: aan de ene zijde Dirck Martynsz, aan de andere zijde Arnt van der Horst, afterwaarts strekkende aan Dirck Martynsz voors. [kanttekening (anno 1565?): het 1e huis nu toebehoort Gerrit Willemsz den Abt, het 2e aan Adriaen Symonsz metselaer] (vgl 1457-01-05)
Haarlem
Bole, de | 1382
Repert Stichtse Leenprotocollen p 251, 252
Achternamenindex
5 morgen in Odijk: deze 5 morgen komen uit de 13 morgen in het kerspel Odyk waarmee in 1382 Jan de Bole beleend was. Boven diens naam is geschreven heer Geryt van Heemskerk, die zou in 1394 herbeleend zijn; 1399-09-21: heer Geryt van Heemskerk na dode van zijn vader. Hij draagt het over aan zijn zoon Geryt van Eemskerke de jonge, belend boven: her Sweder van Vianen, her Bertoudt Ponck en Speyarts acker, beneden: her Bertolt Pouck, Jan van Vloeten Dircsz van Angeren; 1403-09-22: Peter van Eemskerke; 1415-10-09: Dirc de Bole na opdracht door Peter van Eemskerke, zie verder op 1415-10-09
Crans | 1476-06-22
R.A.H. Coll Aanw 105 Caput Arkel fol 96/Reg Karolus A II Arkel fol 28v
Achternamenindex
Zebe Claes Kranssenz hield na Willem Franssenz 8 morgen op Scheijdwijk in leen, daar Willem kinderloos gestorven is, waarop Margriet Franssendochter, professyde zuster binnen Gorinchem in het zusterhuis met dit leen beleend is, tegen de Statuten waarbij het aan geestelijke personen verboden is leen te bezitten, en hij het leen verkocht heeft aan Huge Henrick Muijlsz, terwijl hij (Zebe) leenvolger had moeten zijn en dat hij "tot synen groten costen eenen seeckeren langen tijd in onsen beleg voir Mijsse mit sijnen schepe gediend heeft"; vervolgens wordt Zebe Claes Cransenz beleend, omdat deze van grade te grade gedescendeert is van de bezitters van dit leen
Cralingen, van | 1356-09-25
Reg Rotterdam en Schieland no 733
Achternamenindex
Philips van Pollanen, ridder, en zijn geburen van Capelle en van der Nieuwerkercke verklaren overeengekomen te zijn met Odzier van Cralingen en zijn geburen van Cralingen, om gezamenlijk te maken een waterkering, strekkende van de Vloetdijk tot aan de landscheiding in Ommoerden, en deze waterkering te leggen op een weer land, geheten Harman Timmermans land, waarvan het gewone onderhoud door die van Cralingen zal geschieden, en een kade, strekkende van de Yselweg tot aan de landscheiding van Ommoerden, waarvan het onderhoud eveneens ten laste van die van Cralingen zal komen, terwijl Philips en zijn buren beloven de Yselweg, doorgaande tot aan de kade in Corteland, alleen te zullen onderhouden
Berkenrode, van | 1458-1459
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Jan van Berkenrode Jansz [de oude]: bij coope daerof gedaen tiegens Jan van Noirtoch, diens leen 10 £ (889 fol 24v); tussen 1459-1460 (890 fol 22v) en 1471-1472 (903 fol 32): van zijn renten 10 £; 1472-1473: (904 fol 34) Jan van Berckenrode d'oude, welcke rente nu gebruict en ontfaet de erfgenamen van denselven Jan, van Kersavond 1472, 10£; 1473-1474: (905 fol 32) de erfgenamen 10£; 1474-1475: (906 fol 31v) certificatie van de broers Geryt en Willem van Berkenrode dat bij de verdeling van de erfenis van hun broer oude Jan van Berkenrode, deze 10£ zijn toebedeeld aan hun broer jonge Jan van Berkenrode
Beuckelaer | 1567
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 608
Achternamenindex
overeenkomst 1554-12, dat er een gefingeerde pachtakte opgemaakt zou worden, waarbij mr Claes Beuckelaer voor 350 Kar gld per jaar in pacht nam de buitengorsen van West Ysselmonde, Charlois. Later sprak mr Claes met Adam van Westerbeek af, dat deze ⅓ deel zou pachten; 1555-01: stierf Claes Beuckelare, zijn weduwe behield de pacht van ⅔ deel; zij en haar dochter Maria Beuckelare voor het gerecht gedaagd tot betaling van 700 Kar gld; later overleed Maria's moeder, voor Maria trad toen op haar man dr Cornelis Schuyte, in strijd met het accoord dd 1559-07-28, waarbij afgesproken was dat haar oom Pieter Jacobsz en niet haar man dit zou doen
Braam | 1521-04-29
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 3232
Achternamenindex
Maerten Jansz Braem benoemd tot deurwaarder-extraordinaris bij de Grote Raad, met standplaats Goes; 1524-11-27: van bigamie beschuldigd door deken en provisor van Delfland. Zij willen zijn Vlaamse echtgenote horen; van Braem zegt dat zo deze nog leeft, hij kan bewijzen dat de haar gedane trouwbeloften ongeldig zijn; hij is nu gehuwd met Marytgen Lucasdochter; 1526-06-05: attestatie te Delft op verzoek van Marijtgen Lucasdochter, betreffende het proces dat Machteld Joostendochter tegen Maerten had gevoerd, waarbij zij nakoming van haar gedane trouwbelofte eist, de eis was destijds afgewezen en Maerten was daarna met Marytgen getrouwd, zonder dat Machteld daartegen op kwam