1705 resultaten
Asperen, van | 1390~
R.A.H. Coll Aanw 91 fol 38v (209, 412?)
Achternamenindex
heer Otto van Asperen: 1. de borch van Asperen, die men heet Wadenborgh, binnen haar grachten; 2. de stede tot Asperen; 3. de heerlijkheid Asperen, als zij daaromtrent gelegen is, uitgeseyt dat Blocklandt; 4. een deel tiende op Asperenvelt; 5. tolvrijheid voor die van Asperen in al s graven land; 6. dat thoeruken dat men hiet Hagestein [Coll Aanw 92 fol 61 leest hier: Lingestein] mitten werve van Swanendael; 7. de heerlijkheid Tulle en van den Wale, hoge en laag gerecht; 8. het veer tot Asperen en de visserij in de Linge; 9. ⅙ van de visserij in de heerlijkheid Ackoy, en aan deze heerlijkheid heeft de heer van Asperen zijn lijftocht; 10. de tiende omtrent Oudewater
Amerongen, van | 1430
Thesauriersrekening Haarlem
Achternamenindex
Baertraet Vredericsdochter van Amerongen en haar zoon Jacob, Dordrecht: rente op Haarlem ½ jaar 4 £ 6sc (184 fol 87); 1440: 4 £ (198 fol 67); 1428-1429: op 1428-09-17 kopen zij deze lijfrente van 6 Wilh sc per jaar op Haarlem voor 85 £ 14sc (fol 54v); 1431-1432: (fol 40) haar rente 9£ 4sc; 1432-1433: 10£; 1433-1434: 10£ (fol 24v); 1434: (188 fol 19v) Baertraet en haar dochter Jannetge bij haar man Jan Kuyst, 3 Wilh sc, maakt 5£ 2sc; (fol 20) Baertraet en haar zoon Jacob bij haar man Jan Kuyst Gerytsz, 5£ 2sc, met Jannetge 3£ 14sc 7½d; 1435-1436: (fol 54v) met Jacob 3£ 14sc 7½d
Aelst, van | 1470-04-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 43v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: hof- en tijnsmeester Dirc Foijert oorkondt dat Geryt van Aelst met zijn vrouw Fije, Willam van Zomeren met zijn vrouw Geertruid, Henrick van Zommeren met zijn vrouw Lysbeth, Jan van Wyck met zijn vrouw Griete, Bernt Rutgersz met zijn vrouw Beatrijs, Jan van Rijn met zijn vrouw Fije, hem opdroegen tbv Wouter Foeijert een kamp land geheten "den Moutkamp", gelegen in het kerspel van Lyenden in de maalschap van Aelst [Gelderland], 5 morgen land, belend oost: heer Ott van Bijlant, ridder, zuid: de landwetering, west: Reyner van Aelst met zijn moeder, noord: heer Jans vicarie van der Heest; vervolgens ontvangt Wouter deze camp in erftijns om 3½ mouwer mout
tijnsgenoten: Claes van Triest en Willam Zuermont
Amstel van Doornenburg, van | 1684
R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg
Achternamenindex
op verzoek van Gerard van Amstel tot Doornenburg wordt een aantal door hem aangekochte goederen in het leen Doornenburg opgenomen, met verklaring betreffende een verwin op deze goederen (no 3); 1683: akte van verwin op 30 morgen uiterwaard en een bouwhof toebehorende aan Gerard van Amstel van Doornenburgh (no 95); 1691: schuldbekentenis van Jacob van Amstel van Doornenburg aan Judith Kelfken, groot 800 gld, afgelost in 1728. Met quitanties voor betaalde rente 1694-1727 (no 65); 1725: contract tussen Jacob van Amstel van den Doornenburg en Albert Lodewyk Hackfort tot Oosterholt over de vervulling van een heemraadsplaats in Overbetuwe (no 153); 1721-1727: stukken betreffende een beslaglegging door Jacob van Amstel op goederen onder Doornenburgh (no 97)
Cuyk, van | 1343-11-11
Van Mieris II p 680
Achternamenindex
"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]
Culemborg, van | 1278-5-31
Sloet no 995
Achternamenindex
Wenemarus de Redinchem [Redichem is een buurtschap van Culemborg] notum esse facio, quod ego quandam cambitionem (ruil) feceram cum domino B. pie memorie abbate in Insula b. Marie, de quadam terre, scilicet, quod ego assignari et dedi eidem tres weren in Ascherwert, juscta Reinerum de Landaest, pro quibus ipse michi reddidit tresweren in Soleminderbroec, ultra Novam fossam, tali conditione etc. In cujus rei testimonium presentem paginam, sigillo anunculi mei domini Stephani prepositi ecclesie S. Petri in Trajecto, et Huberti dicti Scenck de Redichem, cognuti mei.. [Wenemar van Redichem noemt dominus Stephanus [de Beusichem] een oom van moederszijde. Deze dominus Stephanus was een oom van vaderszijde, van Hubertus Schenk. Wenemar en Hubertus waren dus neven]
Brederode, van | 1564-04-25
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem L 192
Achternamenindex
Quirijn Dircsz en Dirk Ramp, schepenen van Haarlem, oorkonden dat jhr Lanceloth van Brederode heer van Veenhuysen als man en voogd van jvr Adriana van Treslonge, verklaren dat de getijdenmeesters van de 7 getijden in de parochiekerk te Haarlem, afgelost hebben 5 st Brabants jaarlijkse erfhuur die Lancelot en Adriana hadden op een morgen land, gemeen met Oetger Florisdr gelegen in de ambacht van Vlielant[ Schoten], aan de 7 getijden behorend. Door wanbetaling van de voors jaarlijkse erfhuur verbeurd en aan Lanceloth vervallen was; deze erfhuur is nu afgelost. (geextraheert uit het register van de diverse landen en pachten aangaande de Zeven getijden, d.d. 1613-01-28 door Pieter Ruychaver, notaris publ te Haerlem)
Haarlem St Bavo
Buren, van | 1292, 1293
Arch St Pieter Catal no 380, 380a, b, 379a, b, c, no 381, 382
Achternamenindex
Jan, bisschop van Utrecht, draagt de abt van Marienweerd en andere geestelijken op om Otto heer van Buren, als deze de tienden van Malsen niet teruggeeft, of zich daarover voor de bisschop verantwoordt, hem te excommuniceren; de klerk Johannes Theoderici wordt naar Petrus Martini de Zelandia, kanunnik te Doornik gezonden om zijn mening te horen over dit geschil en een beslissing te nemen. 1294: uitspraak van de abt van St Paulus: hij wijst de tienden toe aan het kapittel van St Pieter. Otto van Buren onderwerpt zich daaraan. 1296: het kapittel van St Pieter geeft aan de bisschop te kenen dat Otto van Buren de tienden van Malsen in bezit houdt, in strijd met het vonnis
Bentheim, van | 1308-08-28
Reg Abdij bern no 130, 131
Achternamenindex
Walramus van Benthem, heer van Hezewijc en zijn eerstgeboren zoon Walramus oorkonden dat tussen abt en convent van Berne en hen overeengekomen is, dat het klooster de novale tiende van Hezewijc en de kerk zal bezitten, en dat de novale grond voor de poort van de uithof Bernheze tot aan de gracht van het goed van wijlen Goswinus van Beke, voorzover geschonken door heer Walramus, blijft geschonken en het klooster het recht van naasting zal hebben bij verkoop; het vee van deze uithof en andere boerderijen binnen de parochie van Dinter, zullen mogen grazen op de gemene gronden van Hezewijk; alle rechten van vroeger van Albertus de Dynter en Amelricus van Heeswijc worden bevestigd
zegels: Walraven van Benthem en zijn zoon
Bosschaert | 1468-08-11
Coll Aanw 240 fol 1101, 1131v, 1132, 1155, 1169, 1263, 1323v, 1369v
Achternamenindex
Jacob Bossaert, griffier bij het Hof van Holland: Tyman van Delft eist van hem betaling van 92 £ die hij hem op 1454-06-02 leende en de 4 £ op 1455-06-02 aan hem geleend, deze eis wordt toegewezen; Jacob doet eis in reconventie; Jacob Bossaert de oude stelt zijn zoon Jacob Bossaert en Guijst le Cotre als procureurs in zijn zaak tegen Tyman van Delft (1468-09-07, 1468-09-12, 1468-10-03, 1468-10-24, 1468-10-31); 1468-08-11: Jacob eist van Tyman 100£ salaris door hem voor Tyman als griffier van het Hof verricht, roerende de verkoop van de heerlijkheid van der Nyerkerke, Jacob wordt veroordeeld tot betaling van zijn obligatie