1585 resultaten

Hornes, van | 1501-06-25

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 357, 358
Achternamenindex

Ernoul de Hornes heer van Gaasbeek gedaagd door Jehan de Montmorency: (eerste aanleg) eisers vrouw, weduwe van de vader van verweerder eist haar huwelijksgoed; verweerder stelt dat zijn vader slechts vruchtgebruiker en hij verweerder eigenaar van het goed in kwestie is. Partijen dienen binnen een maand de arbitrale uitspraak waarover in het geding steeds wordt gesproken, over te leggen (zie: 1501-12-23, 1502-04-08, 1502-04-22, 1502-05-06, 1502-05-13, 1502-06-17 en 1502-06-30)

Horst, van der | 1476-06-22

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 127
Achternamenindex

Winrije van der Horst contra Gerard de Hertenbrouc [van Hardenbroek]: beroep tegen vonnis van de gouverneur van Zutphen, waarbij verweerder opnieuw in het bezit gesteld werd van de leengoederen van Horst, waarvan eiser beweerde dat ze aan hem toebehoorden. Beroep gegrond verklaard en verweerder uit het bezit ontzet

Horst, van der | 1490-05-28

Grote Raad Mechelen Geextendeerde Sententiën 1966 p 231
Achternamenindex

Floris van der Horst en Lysbeth Dirc Coenendochter gedaagd door Adriana weduwe van Willem van Oegstgeest; beroep tegen vonnis van het Hof van Holland, dat in een kwestie van leen erfrecht verweerders in het gelijk stelde. Verweerders beroepen zich op een beschikking van hertog Albrecht als ruwaard, met betrekking tot een stuk land te Dirkshorn. Beroep ongegrond verklaard

Hubert | 1551-09-05

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dossier 75/4
Achternamenindex

Jan Hermansz Hubert, burgemeester van Zierikzee

Haemstede, van | 1497-09-15

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 314
Achternamenindex

Baudwyn bastaard van Bourgondië contra Colart Vilain en Witte van Hemstede, eerste aanleg: bij een vroeger vonnis van de Grote Raad was eiser in het bezit van zijn Zeeuwse goederen hersteld. Door een vergissing waren toen niet vermeld de goederen gelegen op Schouwen-Duiveland, inmiddels waren deze door verweerder gekocht. Eiser in het bezit hersteld en verweerders behouden de genoten vruchten

Haarlem, van | 1470-06-05

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 6
Achternamenindex

Dirc van Haerlem contra de abdij ter Doest en de Procureur Generaal, eerste aanleg: erkenning van schuldbrieven van de abdij ter Doest waaruit blijkt dat hun goederen te Krabbendijke op Zuid Beveland een lijfrente moet betalen aan eiser; schuldbrieven uitvoerbaar verklaard en verweerster tot betaling van de rente veroordeeld

Hart | 1500-04-03 (1499)

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 345
Achternamenindex

Clemence, weduwe van Jacob Hartzoon gedaagd door de abt van Egmond: beroep tegen vonnis van het Hof van Holland; het leen van een stuk land bij Delft zou na het overlijden van Alyt Claes Hartsdochter weer aan eiser vervallen, omdat een achterzusterkind het niet zou kunnen erven; verwwerder, achterzusterkind van Alyt, beschouwde zich als erfgenaam en procedeerde voor schepenen van Delft tegen de pachters van het leengoed. De bevoegdheid van schepenen wordt door eiser betwist. Het Hof beval de voortgang van de procedure voor schepenen, beroep ongegrond verklaard

Haveskerke, van | 1492-08-17

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 258
Achternamenindex

Archembault de Haveskerke, heer van Dixmuiden, gedaagd door Michiel de Themesicke: eerste aanleg, geschil over een vordering; verweerder tot betaling veroordeeld

Ysselsteyn, van | 1481-06-09

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 189
Achternamenindex

Arnt bastaard van Ysselsteyn en de heer van Wassenaer gedaagd door Willem van Valkendale namens zijn zoon Joost; eerste aanleg: geschil over het bezit van het ambt van baljuw en dijkgraaf van Woerden; ambt voorlopig aan eiser toegewezen, zaak verwezen naar het Hof van Holland

Ysselsteyn, van | 1495-05-15

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 288
Achternamenindex

Floris van Ysselsteyn en Helmich Dobbe contra Andries van Hargen [er staat Hartgen]: beroep tegen het vonnis van het Hof van Holland dat eisers die op grond van vererving aanspraak maakt op de heerlijkheid Ootsterwijk in Zuidholland, toebehorend aan verweerder in het ongelijk heeft gesteld ("natureel" en "civiel" bezit); na niet veschijnen van de eiser is het beroep ongegrond verklaard