1705 resultaten

Culemborg, van | 1480-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v, 18v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat jhr Jasper heer to Culenborch hem opdroeg 50 enkele gouden Keurv gld en 7 stuvers per jaar uit enige erfrenten: uit 2 haven bouwinge etc, vanouds bijeen gelegen "in den olden weert bij den slote ter Lede" [= Nyerlede], die men van de abdij in leen hield; de ene hof houdt 45 morgen land, en gebruict nu Rutger van Breenck, de andere hof is 60 morgen, en gebruict nu Goissen van Groitvelt; de abt beleent Evert Freijsen en zijn vrouw jvr Anna met deze rente, die zij elkaar tot lijftocht maken; jhr Jasper zal de rente van 59 enkele gouden R gld 7st mogen lossen; "dese alinge rente heeft vrouw Anna van Culenborch weduwe tot Pallant weder affgecoft ende sullen voortaen doet wesen, uit in libro abbatis Mathei de Goch fol 28"

mannen: Bernt uten Enghe, Otte van Oird; Gerijt vuten Enge, Ott van Oirt

Muerder, de | 1410~

Leenregister Culemborg: fol 12v, fol 15, fol 30, fol 108, fol 109v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Herman die Muerder 2 morgen in Wykermate, belend boven: Heijn van den Ham, beneden: Heijn van den Ham; - Heyman van den Oerde 5 morgen te Mauderic, belend boven: Steven Doijs van Voerne en de Zandwech, beneden: Herman die Muerder; - Herman die Muerder 2 morgen in Wykermate, belend boven en beneden: Baudeken van Avezaet, dat Willem Feyenz hield; - Herman die Muerder 3½ husmate die Stevens van Mauderic waren in den gericht van Mauderic; van 1½ van deze husmate is boven belend: heer Saffentijn Ude, beneden: heer Dirc van der Eme, paep van Ecke en twee daarvan belend boven: Heymeric Roelantsz, beneden: heer Saffentijn Ude; tijns op 11-11: Macharijs van 10½ hont die des Morders waren, 9d (fol 108); Herman die Muerder, 4d; Herman die Muerder in Wykermate van 13 hont 8d; - Heymeric Roelantsz houdt 3 ½ morgen op het Hornicsvelt, die Jan Willemsz hield (fol 22v)

Nassau, van | 1521-09-11

Batavia Illustrata bl 1034, 1035
Achternamenindex

de graaf van Nassau, heer van Breda, Polanen, van de Leck etc eist voor het Hof van Holland op de goederen door Govert van Nispen, overleden in 1515, van de heren van de Lecke en Polanen in leen gehouden, nl de helft van de tienden van Emmikhoven en Weerthuysen, met 8 morgen gelegen in Weerthuyserbroek, 2 morgen en 13 hont, geheten de Rijskamp, 2 morgen de Crimpen en 4 tienden, waarvan de eerste gelegen in Raamsdonk en Waspijk, de 2e en 3e te Raamsdonk en de 4e te Waspijk, welke landerijen en tienden, behalve die te Emmikhoven en Weerthuysen, allen door het water bedolven waren; aangezien Goverts oudste zoon en leenvolger mr Adam van Nispen, niet tijdig belening met deze goederen verzocht had. Zijn eis werd hem toegewezen: Adam van Nispen moest tevens een vergoeding van renten sedert St Jan 1517 en de proceskosten betalen

Noordwijk, van | 1295-03-24

Ons Voorgeslacht 12-1984 p 580/Arch Staten van Holland na 1572 Inv 2637d
Achternamenindex

akten betreffende t Woud: Jan van Noertich geeft aan de landzaten, die op zijn Hernesse wonen, tussen de landen van heer Jacob van Mierlaer en van Philips van Groenevelt en de Zwette, waaraan zijn moeder haar lijftocht had, deze in erfhuur tegen 3 ½ sch Holl per morgen, met uitzondering van 3 morgen die ver Luytgairt en haar zoon Diederic gebruiken, die moeten 5 sch per morgen betalen en ¼ vat boter per 7 morgen. Indien het land versterft moet de pacht van een half jaar worden betaald; 1356~: de lenen die heer Jan van Noortich vroeger van de grafelijkheid hield: - het ambacht van Noirtigerhout; - 10£ aan erfpachten te Noortigerhout; 10£ aan tijnzen te Noortich en Noortigerhout; - 26£ hield hij van de vrouwe van Putten, haar rentmeester betaalde hem vanwege de visserij voor Vlaerdingen; vergolgens de opsomming van de lenen op t Woud die hij van de grafelijkheid houdt

Ommeren, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5v, 6, 9
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt van Wijc 2 morgen in Rijswiker maelscap, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Herman van Oemeren Gerytsz; latere aantekening: dat heeft Herman van Lewen Jansz, gelijk hier achter in het boek staat; - Heinric Doys van Mauderic 3 morgen in de Husmate, belend beneden: Gherijt uten Werden, boven: Heyn van Ham (fol 5v); - 3 morgen en ½ hont int Grote Broec, belend boven: Hubert van Meere, beneden: Ot Doys; - 4 morgen te Rijswijk op de Weertacker, belend boven: Margriet van Oemeren, beneden de vrouw van Gheenken Eerstsz;- Aernt van Oemeren (doorgehaald en vervangen door Belije vrouw van Otten uten Weerde) - 2 acker in Rijswiker maelscap, belend boven: Ot van Wijc, beneden: Wendelmoet Doijs (fol 6); - Henric Loef een akker, geheten de Weertacker, strekkende van Verniskens weert tot aan de Broecsteghe, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Heinric Loef, en deze akker was van Jan van Oemeren

Goud | 1430

Thesauriersrekening Haarlem 184, 188, 189
Achternamenindex

Adelise Heijn Goudsdochter en Marikyn Jan Jelyszdochter, Zierikzee, rente op Haarlem, een half jaar 14 £ 6 sc 8d (184 fol 84); 1429-1430: (fol 15v) Jelijs en Margriet Jan Jelysz twee kinderen gewonnen bij Adelise Heyn Goutsdochter, kopen lijfrente van 20 Wilh sc per jaar op Haarlem voor 240 £ 16 sc 8d; Adelise Heijn Goutsdochter en haar dochter Marikijn kopen hetzelfde, Jan Jelisz betaalt hiervoor 240 £ 16 sc en 8 d, hij zal zijn leven lang heffer van deze rente zijn;1431-1432: (fol 37v) hun rente 15 £ 14sc 4d; 1432-1433 (fol 27): hun rente 16 £ 13sc 4d; 1434: (188 fol 11v) zijn rente 17£ 6sc 8d; 1435-1436: (189 fol 47v) Adelise Heijn Goutsdochter en Marike Jan Gillisz dochter, hun rente 25£ 6sc 8d; 1442-1443: (fol 43) Jelis en Margriet Jan Jelisz dochter bij handen Pieter Gout Henricsz 28 £ 6sc 8d

Haemstede, van | 1327-07-28

Ons Voorgeslacht 07-1983
Achternamenindex

100 £ Holl op de tiende van 's Gravezande, Floris van Haamstede, neef van de leenheer, voor zijn huwelijk met Goede, dochter van Jan van Bergen, in ruil voor haar aanspraken op het goed van haar vader, boven de toewijzing van het eigen door Jan Persijn, haar grootvader, aan haar moeder; 1347: heer Floris van Haemstede vermeld; 1351: die vrouwe van Merxem, gehuwd met Geraerd van Merxem, vermeld tot 1380; 1381: de heer van Haamstede vermeld; 1414-08-02: Elisabeth van Haamstede, bij overdracht door haar vader Floris van Haamstede, voor haar huwelijk met heer Jan van Hodenpijl; 1405-05-10: Jan van Haamstede heer van Bergen en Montigny had al 100 oude schilden uit deze tienden aan zijn zuster Elisabeth overgedragen; 1420-12-31: heer Jan van Hodenpijl; 1436-04-04: Elisabeth van Haamstede, weduwe; 1456-09-27: Jan van Hodenpijl, na dode van zijn moeder Elisabeth van Haamstede

Haestrecht, van | 1390-05-12

R.A. Utrecht regesten Domkapittel afschr regest 1295, regest 55 fol 37v
Achternamenindex

het Domkapittel geeft aan heer Pouwels van Haestrecht, ridder, 108 morgen land: -18 morgen boven Haestrecht, - 31 morgen aan de Vlist, - 4 morgen naast land van het kapittel Oudmunster, - 4 morgen naast land van de abdis van Rijnsburg, - een gehele hoeve in het kerpsel Heren Arntsberghe aan de westzijde van de berg, van de Leck tot de Nije Kadijk, naast land van de graaf van Holland, 29 morgen en 3 hont, - een halve hoeve aldaar aan de oostzijde van de berg, strekkende van de Leck tot de Nije Kadijck, 14 morgen, naast land van de graaf van Holland, - een viertel land van 6 morgen 3 hont, - de halve hoeve genaamd Coudenhoeve, van de Leck tot de Nije Kadijck; opgenomen in een brief dd 1390-05-13. Op 14 mei verbindt hij zich 20 jaar lang 107 oude Franse schilden erfpacht te betalen voor deze 108 morgen

Persijn | 1586-12-03

O.R.A. Alkmaar
Achternamenindex

Harmen Aertsz [Persijn] koopt een lijfrente ten lijve van zijn kinderen Trijn en Arent; in margine: op 1605-03-02 verklaart Pieter Harmensz van Persijn, zoon van Harmen Aertsz, dat hij in het sterfhuis van zijn vader de bedoelde rentebrief niet gevonden heeft, en dat deze daar de daarin genoemde broer en zuster reeds lang overleden zijn, voor gecasseerd wordt gehouden; 1561-05-02: Harmen AErtsz belend (309 fol 13v); 1562-03-14: Harmen Aertsz biersteker, verkoopt Reijer Taden, vader van zijn vrouw en zijn vrouw Dirkgen Dircsdochter, een lijfrente van 58 gld; 1563-07-15: belend (309 fol 62v); 1564-07-15: borg, onderpand is zijn romolen (309 fol 79v); 1567-09-04, 1568-01-17: biersteker, belend (309 fol 144v, 149); 1573-11-06: vestigt rente op zijn woonhuis (309 fol 267); 1574-12-11: biersteker, vestigt rente op zijn woonhuis (309 fol 278)

Put | 1398-12-12

Ons Voorgeslacht 02-1985 p 39
Achternamenindex

leen van Bloys: no 104) (103 ?) 14 morgen in Honselaersdijk achter de molen, Jan Jacobsz [Put]; 1412-04-20: zijn vrouw Catarina, dochter van Dirk van Bakenesse, lijftocht op de helft; 1420-12-29: Jan Jacobsz; 1428-08-18: Jan Jacobsz Claes Putkensz, van Haarlem; 1440-03-23: Jan Jacobsz Put, burger van Haarlem; 1452-03-08: Adriaen Jan Jacobsz Put bij dode van zijn vader; 1473-06-22: het leen is gesplitst A) Touw Hendricksz beleend met de helft, na opdracht door Adriaen Jan Jacobsz Put, met lijftocht op de helft van het halve leen voor zijn vrouw Margarethha Gerritsdochter; het halve leen te komen op hun zoon Ysbrand; 1478-07-15: voor 6£ ten eigen gegeven aan Arent Touw Hendriksz; B) 1473-06-22: Aam Hendrick beleend met deze helft, te komen op zijn zoons Jan, Cornelis en Ysbrand; 1478-07-15: Aam Hendriksz ten eigen voor 66£