1705 resultaten

Spijk, van | 1534-01-15

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel fol 107-111
Achternamenindex

Walraven Roelofsz heer tot Spijck verkoopt aan mr Cornelis Barthout Jansz, griffier van den leenhove van Holland, een losrente van 100 gouden Kar gld, ter losse den penning 14, gelyk men gewoenliken es in den lande van Arkel te vercopen van 100 gouden Kar gld, losbaar met 1400 Kar gld,te betalen op 14 januari; Walraven verklaart zich voldaan en stelt als onderpand: - de heerlijkheid Spijck, hooge ende lage, aengaende van die Hoeve an die oostzijde, streckende westwaarts totter Linge toe; - het slot de Cloot met 10 hondt lands, - de tienden van Spijck, boven en beneden, uytgeseyt die tiende van de papelyke provende, zoals hij het als leen van Arkel in leen houdt; 1534-02-26: onderpand voor deze losrente 18 morgen land liggende op het nedereinde van Spijck, die hij gekocht had van Pieter Scoock en al zijn andere goederen; 1534-11-08: bevestigd door keizer Karel

schepenen in Spijck: Herman Aertsz Vos en Anthuenis Jansz Vervoorn; leenmannen van Holland: Willem Goudt, Raad des keizers en ontfanger v.d. beden en omslagen over Holland en Vriesland, Tomas Canchio Cachapyn, proc. post. voor den Hove van Holland, Pieter Willemsz

Assendelft, van | 1533-06-18

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 82; G.A. Haarlem Inv 1657 Lade T/Arch St Barbara Gasthuis Haarlem
Achternamenindex

mr Huge van Assendelft, licentiaat in beide rechten, kanunnik in de Raad in den Hage, draagt over aan de H Geestmeesters te Haarlem 13 ½ gaarden land gelegen in het dorp Assendelft, gemeen in Jan Heynenweer, met heer Pieter van der Molen, ridder, of zijn kinderen, gebruikt door Adriaen Willemsz en Ghijs Claes Ghyssenz jaarlijks voor 45 Kar gld en 6 coeye casen, belend noord: Symon Dircksz weer, zuid: het Froonweer, oost: de Twisk, west: de Wykermeer. De H. Geestmeester beloven hiervoor elke dag een mis te lezen in de parochiekerk van Haerlem, te weten elke week 3 missen op het H. Cruisaltaar (na de mis Miserere mei Deus met een collect opt graf van die van Assendelft), en elke week 4 missen in de capelle van die van Assendelft, of Floris Schoddy over dat getijdehuijsken. Zij zullen 3 gld sjaars geven om waskaarsen of ornamenti te kopen voor de genoemde kapel, en op mr Huygens jaergetijde 72 wittebroden van ½ st stuk en nog 13 grootgens brooden in het gasthuijs van OLVr in St Jansstraet den armen vroukens daerinwonende aldernaest den abt van Engmondt huijse. Verder nog op genoemde dag 3 R gld voor een maaltijd voor mr Huijgen naeste maghen van zijn broeder mr Baertout van Assendelf of van zijn zuster van Treslonghe. Voldoen H. Geestmeesters niet aan al deze voorwaarden dan komt het land aan de arme vroukens van OLVr gasthuis, bij de oude mr Huyge van Assendelft gefundeert, staende tot Haerlem in St Jansstraat, en zullen als dan de capelmeesters van OLVr capelle alleen laten lezen ten eeuwigen dage de 7 missen per week. Mr Huijge bedingt verder dat hij deze rente zijn leven lang zelf nog zal mogen incasseren indien hij dit zou wensen. H. Geestmrs beloven dit land nimmer te zullen verkopen of belasten; 1533-10-03: voor schepenen van Assendelft transporteert mr Huyge van Assendelft dit land

schepenen van Assendelft: Gerrit Henricsz, schout in Assendelft, Claes Jacobsz, Willem Claesz, Adriaen Willemsz; Gerryt Steffensz en Jan Duvesz, schepenen in Haerlem; Claes Gerytsz van Houten, Jan Nannincsz, Jan Mathijsz, Willem Dircsz en Jan Pietersz, H. Geestmeesters

Almonde, van | 1543-07-31

V.R.O.A. 1920 dl I p 377 regest 230, 231/Arch Duivenvoorde Inv no 176
Achternamenindex

Daniel Suys, ambachtsheer voor ⅓ deel van Grijsoord en Oude en Nieuwe Tonge, en zijn zwager mr Liewyn van der Burch, ter ener zijde en Jan van Almonde en zijn zwager Bartholomeus van Egmond, ter andere zijde, maken huwelijks voorwaarden tussen Bertha van Almonde en Anthonis Suys, waarbij bepaald wordt dat Bertha ten huwelijk zal aanbrengen 200 Kar gld per jaar uit landerijen in het land van Charloes tegenover Delfshaven en Rotterdamme. Anthonis Suys zal aanbrengen: 300 Kar gld sjaars, waarvan 200 gld uit de naltenschap van zijn overleden moeder Mary van der Burch, en 100 uit ⅓ deel van de ambachtsheerlijkheid van Grysoerde, zoals Daniel Suijs deze geerfd heeft van zijn oudste broeder Allard Suys, en welk ⅓ deel na Daniels dood aan Anthonis of zijn kinderen zal komen; 1543-08-23: leenmannen van Holland oorkonden dat Daniel Suijs het ⅓ deel van de ambachtsheerlijkheid van Grysoerde en Oude- en Nieuwe Tonge na zijn dood zal overdragen aan zijn zoon Anthonis of diens kinderen

zegels van mr Liewijn van der Burch, Cornelis Suys, Jan van Almonde en handtekening van Pieter Halmale, verloren de zegels van Daniel Suys en Bartholomeus van Egmont; 1543-08-23: zegel van Jan van Nederveen, handtekening van Otto van Malssen, leenmannen

Altena, van | 1263-01 (1263-10-13)

Sloet p 840, no 859, no 867 p 847/Noordbrabantse Charters p 35, 292
Achternamenindex

heer Willem [Hornes] van Altena ontvangt van Otto graaf van Gelre de tiende van Rodengoije in leen, groot 27 mansi, de lage jurisdictie over het land Rodengoy en het "bedrijf van de dijken" met verlof om dit gehele leen over te dragen aan het klooster St Villers in het bisdom Luik, om die van hem en zijn erfgenamen in leen te houden; de graaf behoudt alleen de hoge jurisdictie van Rodengooi aan zich (geen getuigen genoemd bij Sloet); 1263-10-13: staan Willem van Altena en zijn vrouw Helewidis, met consent van zijn oudste zoon Willem, deze tiende af aan het klooster van Villers, en ook de tienden van het land van Schalkwijk, met dijkbedrijf en lage jurisdictie, om dat erfelijk in leen te houden tegen een census van 1 gouden of 3 Leuvense solidi, te betalen te Woudrichem; de graaf van Gelre behoudt de hoge jurisdictie van Roden Goye en Willem van Altena de hoge jurisdictie van Schalkwijk

Arnoldus de Gisene, Eustatius [de Brakel], Wilhelmus de Goye, Egidius de Anle [Andel], Theodericus Borchmanno, Thillemannus de Campo, Ludovicus castellanus de Altena, Budinus de Riswic, Servatius de Breda, mr Godefridus dictus Phras phisicus comitis Gelrensis

Arkel, van | 1288-07-13

R.A. Utrecht Inv H.S. no 361 dl VIII fol 104v/ Ned Leeuw jg 1949 p 341
Achternamenindex

testament van Mabilia, weduwe van Giselbertus de Goye. Zij wenst dat haar huis gelegen in de immuniteit van St Maarten te Utrecht na haar dood in handen gesteld wordt van de Domproost en de Dom deken om het te verkopen en de opbrengst in 3 gelijke delen te bestemmen voor een memoriedienst op Allerzielendag voor haar eerste man Godescalcus de Merwede, ridder. Het tweede deel voor haar tweede man Giselbertus in vigilia beate Gertrudis [16 maart] en het 3e deel later voor gelijke diensten te houden voor haarzelf, alle te verrichten in de Dom te Utrecht. Zij verzoekt Johannes de Herkele, ridder, en haar beide zoons Johannes en Daniel van der Merwede deze uiterste wilsbeschikking te willen bezegelen [volgens Vermast: Mabilia van Arkel x Ghiselbertus de Goye geboren rond 1200, overleden te Utrecht 1271-03-16; Mabilia zou geboren zijn rond 1210, gestorven na 1288 en een zuster zijn van Jan I van Arkel]

Beresteyn, van | 1640~

Grafboek Oude Kerk no O.76 fol 114v (aangelegd 1640); Oude en Middelkerck no 131 oud fol 83/10e laag
Achternamenindex

grafboek Oude Kerk Amsterdam: Duyf Jacobs in t Hart- graf eigendom van Cornelis van Berestijn, van zijn vader Gysbert van Berestijn, oudste zoon in het huys genaamd het Hart in de Warmoesstraat, 1557-02-11 daarin begraven. Ook verder aan de kerkmeester getoond een attestatie van 1661-06-05 gepasseerd voor notaris Justus van der Ven op verzoek van Cornelis Gael, daarin Seger Fransz Claesi, toen grafmaker van deze kerk, getuigt dat Brechie van Berestijn dit graf had verzocht te transporteren aan de voorn. Cornelis Gael, de erfgenaam van haar vader, die anno 1636 daarin begraven was. Alsmede een akte ter secretaris tot Alcmaer van 1662-04-01, verleden door Pieter Hermansz van Boldewijn, kapitein majoor van Alkmaar die als erfgenaam van Brechie van Berestijn order geeft om dit graf aan Cornelis Gael op te dragen. Op 1685-07-23 is dit graf op naam gesteld van Susanna van Nut, weduwe van Cornelis Gael

Arkel, van | 1640-07-24

R.A.Arnhem recht arch hoge heerlijkheid Ammerzoden Inv 12 no 245
Achternamenindex

heer Ottho van Arkell, vrijheer tot Ammersoden etc draagt over in vollen eigendom al zijn allodiale goederen aan zijn zoon jonker Walraven van Arkel, in de toestand waarin deze zich op 1630-01-27 bevonden; zijn zoon belooft hem de koopsom van 6000 gld te zullen voldoen; 1641-08-23: Walraven van Arkell, baron van Ammerzoden Well en Wordragen transporteert aan Jan Aeriensz een wortelhof.. met omtrent 100 cuyl hoplants, tussen de molenwey en de kerkmuer tot Ammerzoden; 1641-10-22: Thomas Walraven baron van Aerckel vryheere tot Amersoden, Well ende Wordragen; 1642-03-19: testament van Gideon van Arkell, drossaard, waarbij hij bepaalt dat "na comparants doot sonder eenige wettige kinderen na te laten, op Berber van Wesel zal besterven een rente brief d.d. 14-05-1637, hoofdsom 112 gld 10 st ten laste van Martin Quin..y, nog een d.d. 31-03-1639 van 112 gld ten laste van Willem Cornelisz"

Coppier | 1410~

Leenregister Culemborg fol 69,72v, 73v, 82
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Henrick Coppier Dieriksz 3 morgen voor op Zogewijck, belend boven: Hase Hugen met haar kinderen en Peter Hendriksz met zijn broers, beneden: Symon de Haen met leen van Culemborg. Bij kinderloos overlijden te komen op zijn broer Arnt Coppier; - Jacop Coppier Willem Spierincsz dat Willem opgedragen heeft 4 morgen te Goedbertingen, van de wetering in de Lecke, belend boven: Willem van der Lochte en Jacob Crafte met leen van Vianen, beneden: Johan van Eck Woltersz met leen van Culenborg, met lijftocht voor Willem Spierinck; - 1423: Aernt Coppier Dircsz 5 morgen tussen der Weyde en Lanxmeer, waarvan 4 morgen gelegen zijn in een hoeve die Sweder van Voern houdt en 1 morgen bij deze hoeve, belend boven: Willem Krolle, beneden: St Marie Utrecht. Bij kinderloos overlijden te komen op zijn broer Henric Coppier Dircsz; - Melis (Henrick) die Haen drie morgen op Zogewick, belend boven: Dirck Coppier Dirck Heijmansz, beneden: Dirck Coppier Aerntsz met zijn kinderen en Beatris Dirck Broecmansdochter met een gemeen eigendom

mannen: fol 72v: Gysbert van Kulenborch, bastaard, Dirck Coppier Jacobsz; fol 23v: Wolter Kovoet van Bonendael, Jacop Coppier, Dirck Coppier Jacopsz; fol 77: Willem va nRumelaer, Dirck Coppier Scoutenz

Crans | 1530-05-25

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel p 54v, 52v
Achternamenindex

compareerde in de griffie van den leenhove van Holland Zebe Claas Cransz, "schipsgeselle, seijlende oost ende west, verclarende alsdat hij van nootsaecken waer, alsoot schip daerinne hij verhuijrt was, opsijn reede lach, niet vaceeren en mochte omme t ontfangen alsulcke leen als hem aengecomen was bij dode van zijn vader Claes Crans Zebenz", daarom procuratie geeft aan mr Adriaen Duijck om namens hem te verheffen 8 morgen land in het land van Arkel op de lange Scheijdewijck [er staat Seijdelwech] en deze vervolgens over te dragen tbv Jan Snoeck Jacobsz; 1530-07-13: Karel beleent Zebe Claes Crans Zebenz na dode van zijn vader met 8 morgen land in onsen lande van Arckel op Lange Scheijdewijk [er staat: Schodelwyck]. Als gemachtigde doet mr Andries Duijck de eed voor hem. Vervolgens draagt hij dit leen over tbv Jan Snouck Jacobsz, die ermee wordt beleend. Zijn vader Jacob Snoeck doet de eed voor hem

Zeger van Alveringen, Cornelis Barthouds, Pieter Cobel, leenmannen

Cats, van | 1719-03-05

J. Belonje: Ter Coulster p 34, 43
Achternamenindex

jhr Willem Maurits van Cats trouwt te Scheveningen met Catharina barones van der Noot, sinds 1716 (als wees) erfvrouw van Hoogwoud en Aartswoud met Lambertschaag, dochter van de in Zweden gesneuvelde Lamoraal baron van Stiernberg en Maria Cornelia van Boetzelaer, vrouwe van Hoog- en Aartswoud; zij testeerde op 1725-05-23 te Hoogwoud voor notaris van Willigen, en overleed 1727-09. Hij schonk aan zijn heerlijkheid Hoogwoud in 1743 een verguld zilveren beker ter inwijding van het nieuwe raadhuis, wordt nog aldaar bewaard. De heerlijkheden Hoog- en Aartswoud kwamen na haar dood aan haar man Willem Maurits van Cats, die deze met fl 22500 moest bezwaren. Willem Maurits van Cats vermaakte in zijn testamenten van 1727, 1728 en 1730 zijn bezittingen aan "zijn neef" Jacob van Cats. Een zuster van Willem Maurits, nl Louise Hedweg van Cats maakt aanspraak op diens erfenis. Het proces tegen Jacob eindigde met een compromis: zij krijgt de heerlijkheid en maakt Jacob tot haar erfgenaam. 1757-10-26: Jacob wordt beleend