Kaerman | 1443-02-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 141v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Kairman draagt op dat goed te Dike, alsoe alst gelegen is ende begraven, en in leen gehouden werd door Deliane Willemsdochter van Langenoirde, belend oost: Gerijt die Wilden nakomelingen, west: de gemene wech, zuid: Henric Jacobsz, noord: Reijer van der Borch; vervolgens wordt Claes Meusz met dit goed beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; "nu Alijt, zijn dochter, Meus wijf van Westrenen"

mannen: Goessen van Bosch, Jan Knoep

Kaerman | 1449-07-29

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 185v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lubbert Kairman Claesz, als procurator van het Regulierenconvent bij Tabar in Oost Friesland, opdroeg: halve hoeve veen, geheten Goessen van Lochems halve hoeve veen, over die oude grafte ende met de hofstede en ackeren op Hezer enge, belend oost: Peter Gerytsz, west: Berent Snoy, en de ackeren zijn geheten: 1) de Paelacker, ½ mud saets, belend boven: de abt van St Pouwels, beneden: Tyman van Heze, 2) de Kromacker, 1 mud saets, boven: Tyman van Heze, beneden: Lichtenberchs erfgenamen, 3) den Heetacker, 1½ mud saets, boven: Henric Jansz, beneden: Evert van Lodensteyn, 4) de morre acker, 1 scepel saets, boven: Tyman van Heze, beneden: de abt van St Paulus, 5) de Qattel acker, ½ mud saets, boven: Lichtenberchs erfgenamen, beneden: Peter Gerytsz, 6) de Fe[o ?]rre acker, 1½ mud saets, beneden: Tyman van Heze, boven: Evert van Lodensteyn; vervolgens wordt het klooster St Marienhove in de Birckt bij Amersfoort beleend, op enen goede vette volwassen scoengemaecten capoen per jaar; hulde doet Lubbert Kaerman (vgl 1468-11-29)

mannen: Jan van Huekelem, Huge Bull

Crachwijc, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Heinric Bosch Gosensz, na dode van zijn moeder Beatrijs van Crachwijck, met: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten den Hage doer, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz, 9) 2 dach maet hoylants, strekkende van de Hoywech tot in die Eme toe, landwaarts: Gosen Bosch Willamsz, zeewaarts: Dirc Aelbertsz

mannen: Gysbert die Gruter, Otto van Slingelant

Coninck | 1454-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 464v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Godevaert die Coninck, burgemeester te Utrecht, schenkt voor zijn zieleheil en die van zijn ouders een zilveren kelk, wegende 32 loet, die zij niet mogen verkopen

Krieck | 1459-11-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 164

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Gerijtsz wordt na dode van zijn vader Gerijt Kriec beleend met ½ van ½ hoeve veen gelegen in den kerspel van Zoes, zoals Gheryt Kriec die in leen gehouden had

mannen: Geryt Scaije, Peter Willemsz

Coninck, de | 1460-02-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 466

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan de Coninck maakt, dat wanneer hij kinderloos mocht sterven, zijn goed tot Emmynclaer met gerecht tijns en tienden, zal erven op zijn jongste zuster jvr Mechtelde of op haar kinderen

mannen: Zoude van Rijn, Loeff van Jutfaes

Culemborg, van | 1460-03-13 (1460-02-13~)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 16v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat heer Johan heer tot Ghimnich en tot Visschell, ridder, hem opdroeg het leengoed dat hij van de abdij in leen hield, die hij om zijn schulden te betalen had moeten verkopen: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Schulenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen hij van de abdij hield; vervolgens wordt heer Gherart van Culenborch met deze goederen beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Gherijt van Lochorst van der Merwen, Ffolpert van Amerongen, Johan van Amerongen, Zoude van Rijn, Dirck Bor van Amerongen van Renen

Keijl | 1468-07-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 277v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lutgairt met haar man Jan Keijll als voogd, dragen over de tijnsweer van een camp land in der Duyst, belend zuid: Jacob Hooft Lumansz, noord: Cornelis Evertsz, oost: Jacob van der Weteringens nakomelingen, dat haar aanbestorven was bij dode van haar nicht Margriet, dochter van haar broer Harman Evertsz; vervolgens ontvangt Jacob Hooft Lumansz dit goed tot een erftijns van 1 oude budding, te betalen jaarlijks in onsen hove tot Emynglaer; "hiervan plach Rycout Costensz jaarlijks te geven 2 boddragers"

tijnsgenoten: Luman Reijersz, Jacob van Geijn

Kemp, de | 1472-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 42v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foeijert als een hof- en tijnsmeester oorkondt dat Willam de Kemp en zijn vrouw Angniese hem opdroegen tbv Jan Dircsz, 1 morgen land in de heerlijkheid van Lienden, belend oost: Mergriet Willam Vonckendochter, zuid: de gemeen straet, west: Henric Jan Harberensz, noord: Steven van Grotenvelt; vervolgens ontvangt Jan Dircsz dit goed in erftijns

tijnsgenoten: Jan van Meerten, Lambert van Zoemeren

Clarenburg, van | 1472-11-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 95v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert oorkondt dat jvr Lijsbeth van der Meer, weduwe van Henric Gijsbertsz, na dode van haar nicht jvr Janna Jansdochter van Clarenborch, die vrouw van Herman van Wije was, door hem beleend is met een tiende, grof en smal, gelegen tot Bunschoten in die Veenstrate, belend zuid: de Hairsche weg, oost: die Lake, noord: Jan de Roede Jansz of zijn erfgenamen, zuid: die Eme, tot een goed onversterfelijk erfleen, belast met een rente van 7 oude Vrancr scilde per jaar, die Alfer Ruysch hieruit afzonderlijk in leen houdt; Willem van der Meer doet hulde en manschap

mannen: Geryt van Rijn, Jan van Zulen van Amerongen