1705 resultaten
Asperen, van | 1380-03-10
Wapenheraut jg 1903 p 300, p 456; Van Mieris III 187
Achternamenindex
stierf heer Wouter van Heemskerk, gehuwd met Catharina van Asperen. Zij ontving na diens dood haar lijftocht en zij hertrouwde met Stasekyn van Brakel. [Van Spaen gist dat zij een dochter was van Dirk van Polanen en Elburg van Asperen, doch dit is niet aannemelijk, daar dit huwelijk eerst 1366-05-09 voltrokken is. Obreen noemt inderdaad Catharina Dirksdochter van Polanen gehuwd met Steeskyn van Brakel. Volgens Koenen is zij een jongere zuster van Elburg voorn. Huwelijksdatum 1266-05-09 is een vergissing, er is slechts sprake van een belening. Het staat niet vast dat Elburch de heerlijkheid Asperen van een van haar ouders heeft geerfd. Het is volstrekt onzeker wie Elburch van Asperen was: volgens Obreen een dochter van Robert van Arkel en van Elisabeth (lees Aleid) erfdochter van Guido (lees Otto) van Heukelom heer van Asperen. Indien dit juist is, kan Elburch onmogelijk de moeder geweest zijn van Cahtarina van Asperen, de tweede vrouw van Wouter van Heemskerk die in 1380 overleed, want Robert van Arkel was 1346-09-01 nog de verloofde van Aleid en sneuvelde 1347-07-21 bij Walef. Indien Robert de vader van Elburch geweest is, moet deze dus in 1347 geboren zijn en kan haar huwelijk niet vóór 1366 gesteld worden. Kan Catharina geen dochter van Elburch geweest zijn, evenmin kan zij haar zuster geweest zijn daar Robert slechts een half jaar gehuwd geweest is en dus slechts één kind gehad kan hebben. Bij Ramaer (p 286) wordt Elburch vermeld als zuster van Aleid die met Robert gehuwd was. Zij moeten dan dochters geweest zijn van Otto van Heukelom heer van Asperen, gesneuveld bij Staveren1345-09-26. Een jongere zuster van Elburch en Aleid zou dan Catherina geweest zijn.]
Brederode, van | 1485-03-07
G.A. Haarlem Cartul Carmelieten Haarlem fol 43v, 44/hs Ryk no 34
Achternamenindex
Walraven heer tot Brederode, tot Vyanen, burchgrave te Utrecht en heer tot Ameiden, oorkondt dat "wijlen zijn vader het clooster O.L.Vr. broeders tot Haerlem bij zijn leven ghegont ghegheven ende minen lieven oom den domporoost van Utrecht heren Gysbrecht van Brederoede als doe leenvolger ende broeder van minen lieven here vader, belieft heeft die capelle van der Zantpoort mit hueren officie ende renten dairtoe ghesticht ende van oudts daertoe gheweest na inholt s briefs van minen lieven zeleghen heer vader hem luyden verleent op der giften voorg. vanwege de affectie die hij heeft voor het clooster en die het clooster heeft tot de hofstede van Brederode, so ist dat wij dairvoor voor ons en onze nacomelingen tot voldoeningen van allen diensten ofte achterwesen die t selve clooster van onbetaelde sculden van memorien of andersins ander hofstede van Brederode ontbreken of hebben mach die van de voors clooster verdraghen ende verticht hebben, verdragen ende vertichten mits desen van eenre missen ter weeck op die voors officium als daer dat voirs klooster in den brief mijns zeligen heer en vader verbonden waren 3 missen ter weeck te doene of te laten doen in der capelle voors, dat si van nu voortan also gheringe als te selve officum an hueren clooster ghecomen sal wesen met 2 missen ter week in de vors capelle op dit officum te doen of laten doen. Met behoud van de inkomsten zijn 25 oude Dordr gulden uit onse visschery te Sparendam, jaerlix op St Bartholomeus avond" [korte inhoud: Walraven oorkondt dat wijlen zijn vader aan de Carmelieten had gegeven de capel te Santpoort, waarvoor het klooster in deze kapel 3 missen per week moest doen. Walraven vermindert dit aantal tot 2 missen per week, met behoud van de inkomsten van 25£ uit zijn visserij te Sparendam] (vgl 1465-05-07)
Haarlem, Spaarndam, Santpoort
Brederode, van | 1617
R.A.H. Coll Aanw 459 p 27
Achternamenindex
memorie van heer Hendrik van Brederode over het zogenaamde huwelijk van Reynout III: de voorverhaelde heer Henrick van Brederode uytlandich soo gesturven zynde, trouwde zijn weduwe daaernaer wederom voor haar tweede man den Palsgrave op den Ryn, den grootvader van dien geene die daer naer hem liet kroonen Koninck van Bemen [= Bohemen] die selve mede gesturven zynde zonder kynderen by haer gehadt te hebben, is die selve weduwe wederom afgekomen in Hollant, metterwoon in den landen van Brederode, op het huys te Kleef, daer geleegen, in welcke goederen en heerlijkheden sij by haeren eersten man gelyftocht, terwijlen sy daer woenden is dickwijls te Vyanen gecomen, in dien tyt dat myn vaders moeder noch leefden, ende en lyet nooyt tot elcken reys, als sy te Vyanen quam mijn vaders moeder aan te spreecken als mede in t lest liggende in haer sieckbedde daerse daernaer oock van quam te sterven. Reynalt haren soon, myn vader, tot syn jaren gecomen zynde troude na zyn moeders doot joffr. Josyna van Arckel geheten Asperen, enige dochter van heer Johan van Arckele here van Vuren. Deze adellyke joffrouwe myn moeder sal. ged. is comen te overlyden in t lest van t jaar op Sainte Lucienavond 1601 op den huyse van den heere van Roen haer neve die daer was. Naerlatende myn vader, haren man, 10 levendige kinderen, 7 sonen en 3 dochters, welke soonen meest in de oorloge van Duytsland syn gebleven, den 4 zoon Henrick den scriver deses, oudt geworden synde 27 jaren naer dat hij eenige jaren in Vranckrijk hadde geweest in den dienst van den Coninck onder syn garde van daer comende in t beginsel van t jaar 1617 werden anno 1618 in t lest van Augustus van den heere van Brederode gebenificeert met het drostambt der stad Ameyde en hoogheemraad van Alblasserwaard
Bekesteyn, van | 1530-01-07 (3)
Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex
testament Margriet van Bekesteyn: Jan van Bekesteijn ontvangt: 1) een hofstede met 2 weyden ende saetlants by den Aerdenhout en bruijct Jan Dircsz om 26 R gld sjaars; 2) 3 stucken weylants bij den Aerdenhout bij de voors. hofstede en bruijct Jan Gerritsz om 45 R gld sjaers, belast deze voors percelen met een erfhuur van 12 st en 5 ducten sjaars; 3) een stuck saet- en weylant tot Castricum, bruijct Wouter Pietersz om 21 R gld sjaers; 4) een stuk lands te Assendelft, bruict Baert Dircx weduwe om 14 R gld sjaars; 5) een stuk lands te Assendelft, bruict Roelof Henricsz om 10 R gld sjaers; 6) 25 R gld sjaers losrenten, den penn. 16 op de stad Haerlem, sprekende op Wouter van Bekesteyn, dd 01-11-1485; 7) een losrente van 32 R gld sjaers op de stad Haerlem, sprekende op Dirck van Bekesteijn, in 2 brieven d.d. 01-08-1514, den penn. 18; 8) 7½ gaerden in Assendelft, bruict Dirc Nijelsz om 20 R gld sjaars; 9) 7 ½ gaerden te Assendelft, bruict Willem Mels om 20 R gld sjaars; 10) een stuk weiland bij de Siecken buiten Haerlem ende Reijer Jansz int Lam om 24 R gld sjaers; 11) een stuk land bij de Siecken tussen St Jans wech en die Cruijspoortwegh, bruict Dirc Symonsz om 5 R gld 5 st sjaers, op 10 en 11 staen 9 R gld tot een capelrie; 12) twee stucken weylands buyten Haerlem daer men gaet nae te voetpadt na Sparendam, bruict Jan Gerritsz om 18 R gld sjaers, belast met een erfhuur van 13 st 4 penn die mijn heer van Brederode daarop heeft; 13) ¼ deel van Gerrit Dircksz huijs en lande gelegen in de ban van Heemstede, met wat lands gelegen achter t huijs in de ban van Tetrode, bruict Aelbert Gerritsz om 2½ R gld sjaers. Ende nog op deselvs goeden 7 R gld sjaers pacht die Aelbert Gerritsz betaalt; 14) een stuk saet- en wijlants gelegen over t uijterste huijs (de andere copie leest: t Veersche huijs) aen geen sijde Schoter capelle en bruict Outger Simonsz en Willem Dircsz om 16 R gld sjaars; 15) 22 geersen lants gelegen te Utgeest en bruijct Simon Claes Vredericxz om 30 R gld sjaers; 16) 5¼ morgen lands in de ban van Limmen, bruijct Reijntgen Dirck Reyntgensz.z. en Aris Claesz om 90 R gld sjaers; 17) 8 ½ geersen in Utgeest, bruict Dirc Bruijnsz om 18 R gld sjaars; 18) een stuck lants buiten St Janspoort (Haarlem), bruijct Dirc Pietersz om 2 R gld sjaars
Haarlem en Heemstede
Bekesteyn, van | 1530-01-07 (4)
Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex
testament Margriet van Bekesteyn: de kinderen van mr Jan de Jonge en wijlen juffr Anna van Bekesteyn ontvangen tesamen: 1) een losrente van 8 £ op Gerrit Jan Huijssersz op de stad Haarlem; 2) een losrente van 7 ½ R gld sjaers op Wouter van Bekesteyn op de stad Haarlem, brief dd 01-08-1472; 3) 1¼ Vrancr scilt op een huijs staende bij den Dael te Hoorn, belast met een erfpacht van 2 R gld 1 braspenning; 4) op Jan Meeuwsz de snijders huijs te Hoorn 9 blancken sjaers erfpacht, daer men voor betaelt 6 st 1 blanck; 5) 17 morgen lands met een huijs daerop staende gelegen tot Woggenom, bruyct Claes Allertsz om 112 R gld sjaers. Hier staet op 14 st sjaers erfpacht tot een toertys; 6) een stuk lants groot 5 morgen geheten die Biesche weyde (andere copie: Luscheweijde) mede gelegen te Woggenom ende bruijct Pieter Symonsz om 40 R gld sjaars; 7) 3 morgen 1 hont, gelegen tot Woggenom, ende bruijct Jan Allerstz Jan Saelssoon om 19 R gld sjaars; 8) 4 gaerden lants gelegen te Assendelft, ende bruyct Guert Dirc Huijsersz om 11 R gld en 12 R gld sjaers; 9) 5½ gaerden getaxeert voor 5 morgen in Assendelft ende bruijct Henric Dircsz om 16 R gld en 9 st sjaars; 10) 5 gaarden off 5 morgen in Assendelft ende bruijct Jan Arisz om 15 R gld 10 st sjaers; 11) 1½ morgen in Assendelft, bruijct Aernt Pietersz om 5 R gld en 8 st sjaers; 12) 2 morgen lants, bruyct Gerrit Claes Marten Simonsz om 8 R gld sjaars; 13) een pacht van 1 Eng nobel sjaers betaelt bij Dirck van t Hoff daer men voor betaelt 2 R gld en 10 st jaers; 14) ½ van twee halve landen en ¼ deel gelegen op geen sijde die Heemste beeck (de andere copie: die Heusde beeck) bij de Reguliers buijten Haerlem, ende elck ½ land is een morgen ende bruyct Machtelt Dirc Claesz weduwe om 7 R gld sjaers ende op dese helft staet te erfhuur 38 st en 5 duits, die sij mede betaalt; 15) 5½ maden lants in de Waert, onderdeelt met Henrick Jansz in 11 maden, en bruijct Pieter Dircsz ende Frans Dircsz om 11 R gld sjaars; 16) 5 geersen in Castricum in een stuk groot 8 geersen, en bruijct Nanne Gerritsz om 12 R gld sjaers; 17) 5½ maden 1½ hont gelegen in Wessanen en bruijct Willem Dirck Gerritsz om 14 R gld en 10 st sjaars; 18) ½ van een pachtbrief van 12 R gld sjaers op een stuk land in Wessanen en wordt betaelt bij Dirc Claesz op Wormerveer 6 R gld sjaers; 19) ½ bogartgen buyten St Janspoort, daer Wouter van Bekesteyn die ander helft of toebehoort, en bruyct Dirc Pietersz om 1 R gld sjaars; 20) 2 maden lands omtrent Haerlem buiten Sparwouderpoort bruijct Claes Rommersz om 5 R gld en 10 st sjaars; 21) 1/9 deel van 5 maden en 22 roeden lants gelegen in de Waert achter Dirc Jansz van Sloten, bruyct Claes Outgersz om 22 st sjaers; 22) 7 geersen 28 roeden goet land behalve dat snoode lant gelegen in Heyloo, bruyct de weduwe van Dirc Nannenz. om 9 R gld 10 st; 23) ontfangen van Henrick van Berchenroe 6 £ gr Vl. eens, in ruil voor de 8 £ gr op Haerlem, die hij aan de kinderen gaf, waarvoor Henric ontvangt 4 £ sjaers op de vleysaxcijs binnen Haerlem en noch 15 R gld op Haerlem (deze hele post ontbreekt in de eerste copie)
Haarlem en Heemstede