14 resultaten

Lickebier | 1553

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 494
Achternamenindex

Louweris Willemsz alias Lukebyer had in 1545 voor het gerecht van Zoeterwoude geschil met Bouwen Pietersz over achterstallige canon. Bouwen werd in het gelijk gesteld. Voor het Hof van Holland werd Janne van de Poll weduwe van Gerrit Sandelinck te Heusden, die ook een vordering had op Louweris ook in het gelijk gesteld. Zij liet die executeren op Louweris land te Zoeterwoude. Protest hiertegen door Jan Dircksz Baender namens Bouwen Pietersz. Zij kreeg echter opnieuw gelijk van het Hof, 1553-06-09; Baender ging in beroep bij de Grote Raad nadat hij een schikking had aangeboden, 2 morgen voor Janne en voor hem 8 Kar gld rente

Tempel, van de | 1528-1529

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 343
Achternamenindex

Floris van de Tempel had grond gekocht van kerk- en H Geestmeesters van Strijen. Na de dood van Floris geschil hierover tussen hen en Jan van den Tempel, enige erfgenaam; het Hof stelde Jan in het gelijk; de Grote Raad verwees de zaak terug naar het gerecht van Strijen, door hen werd niet geexecuteerd. Floris van de Tempel, zoon van Jan, vroeg nu de Grote Raad dit vonnis executoir te verklaren; 1528-11-28: sententie; 1528-02-19: aan Floris van de Tempel, zoon van Jan van de Tempel wordt door de keizer mandement verleend om schout en schepenen van Strijen te dagvaarden om alsnog de sententie van de Grote Raad dd 1526-11-14 te executeren; 1528-06-14: de gezworen klerk van Strijen zegt te Dordrecht een cedulle aan, aan de vrouw van Floris van de Tempel

Zevender, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4 sub f
Achternamenindex

Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werden; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£

1512: Jacob Jacobsz, gewezen rentmeester van Kennemerland, zijn opvolger Willem van Cromvliet was bij het eerste bevel om in gijzeling te gaan in Haarlem, om daar gelden van Jacob Jacobsz in ontvangst te nemen

Soutelande, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4
Achternamenindex

Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werd, waardoor de vrouwe Willem van Cromvliet als hoofdelijke schuldenaar aansprak; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1526-12-01: sententie in het proces tussen mr Gillis van Soutelande contra de procureur generaal Pieter Govertsz en Dirck Heyn Thou, waarbij verweerders gelijk krijgen, dat de goederen van Willem van Crompvliet verkocht moeten worden ten bate van alle crediteuren; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£