38 resultaten
Laen, van der | 1454-02-20
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 9v regest 138, fol 190/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 9v/St Bavo Haarlem
Achternamenindex
Rembrant Pieter Symonsz.z. verkoopt aan mr Jan Claes, priester en Gheryt Stephensz, als getijdemeesters van de Zeven Getijden te Haarlem, de helft van een camp land geheten die Middel Cosven, gemeen met Ymme Dirck van den Woude weduwe, in de ban van Castercom, belend west: Gertruyt Claes Symonsz weduwe met haar kinderen, noord: de Oude Ven en Symon van der Laen, zuid: Geertruid Claes Symonsz weduwe met haar kinderen (ander fiche: belend west: Geertruyd Claes Symonsz weduwe met haar kinderen, oost en noord: die oude Ven, zuid: Symon van der Laen, Geertruid Claes Sijmonsz weduwe)
getuigen: Claes Dircsz en Willem Dircsz die Vleyshouder; bezegeld door Symon van Schoten (ander fiche: Symon van Noortich), daar Rembrand zelf geen zegel heeft
onder staat: "dit lant is vercoft ende die penn. zijn op renthen gestelt blijckende by onsse brieve ende bouck"
scheepmaker | 1542-02-17 (1541)
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 94
Achternamenindex
Quirijn Dircsz en Pieter van Foreest, schepenen in Haerlem, oorkonden dat Derick Andriesz, sceepmaker, poorter van Haerlem, verkocht heeft aan de getijdemeesters van de Zeven Getijden binnen de parochiekerk te Haarlem "omme den sange ende diensten goeds mede te onderhouden" een jaarlijkse rente van 3 gouden Kar gld te lossen met 50 gld; tot onderpand stelt hij één mad land in 9 maden gelegen binnen de vrijheid van de stad, belend west: de Witte Heeren, zuid: die scheydinge van Haerlemmerliede, noord: die Wagenwech, oost: de erfgenamen van Willem Pietersz; 1593-05-16: het hoofdgeld van 50 Kar gld is afgelost (vgl 1547-04-30)
borgen: Haijck Dieloffsz en Cornelis Arysz, beiden scheepmakers
Haarlem
Lane, van der | 1456-02-05
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 13v regest 155/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Achternamenindex
"De Kyfkamp". Dirck Huge Claesz verkoopt aan de Getijdemeesters van de Zeven Getijden te Haerlem 2 hont land in de ban van Tetrode in een stuk land geheten de Kyffcampe, gemeen met de gasthuismeesters met de canterijen en met hemzelf. Dirc Hugez voors. verklaart zich voldaan en betaald. Daar hij zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Symon van der Lane ende Claes Gheryt voor hem te zegelen. Uit een noot blijkt dat deze Kyfkamp komt nu geheel en al aan het gasthuis, door onderlinge ruil: "waer thegens de getyden haer sele (selve ?) geheelt hebben in 10 marghen lant, huis, schuur en bergh, gelegen in de ban van Utgeest en wordt nu gebruijct bij Floris Gerritsz 3 Mei 1558" (vgl 1468-07-08, 1467-03-26, 1467-03-06)
Dirck heeft geen zegel, daarom zegelen Symon van der Lane en Claes Gherijt
Ruyven, van | 1532-04-22
Inv Arch Kerkvoogdij 186 fol 87/Cartul Zeven Getijden
Achternamenindex
getydemeesters van Haarlem verkopen aan Huych Hugez van Castercum zeker land in de ban van Castercum, gemeen met het convent van St Katerinen binnen Haarlem, per morgen voor 135 Kar gld, ten huize van Hubrecht van Ruyven
getijdemeesters der stede van Haerlem: Hubrecht van Ruijven, Florys van Adrichem, Joost Cornelisz en Jacop Simons Loo; in presentie van Pouls Bertholomeusz, Religieus van de Regulieren buiten Haerlem, Gheryt Dircsz, van Castercum
wolwever | 1549-12-31
Inv Kerkvoogdij Haarlem 186 fol 103/Cartul Zeven Getijden
Achternamenindex
schepenen in Haarlem oorkonden dat Pieter Claesz, wollewever, schuldig is aan Gerryt Fransz decker, 165 Kar gld, met als onderpand het huis en erve in de Achtercamp, dat hij daarvoor van hem gekocht heeft (vgl 1550-02-08)
borg: Jan Claesz
Haarlem
Paenderen, van | 1522-10-31
Inv Arch Kerkvoogdij 186 fol 116/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Achternamenindex
de stad Haarlem verkoopt aan Willem Diricsz van Paenderen een losrente van 30 sch gr Vls per jaar, "met ondergaand die vleeschexys en de turfexcys en die reep en de ellenmate" van de stad (vgl 1564-06-05)
Haarlem
Paenderen, van | 1564-06-05
Inv Arch Kerkvoogdij 186/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 17v
Achternamenindex
schepenen in Haarlem oorkonden dat Dirick van Heussen verklaarde getransporteerd te hebben aan de getijdemeesters in de parochiekerk te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 30 sch gr Vls per jaar op de stad Haarlem, ten name van zijn grootvader van moederskant, Willem Dircsz van Paenderen (vgl 1522-10-31)
Aernt Jansz en Philips Vermaet, schepenen
Haarlem
Brood | 1463-11-06
Inv Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cart Zeven Getijden Haarlem fol 20v
Achternamenindex
Gheryt van Adrichem en Jan van der Meer, schepenen in Haarlem, oorkonden dat Aechte Willem Heynricsz weduwe met haar zwager Berwout Berwoutsz als voogd, schenkt aan de cantormeysters van der cantorie in de parochieker, de H. Geestmeesters van het H. Geesthuis en de gasthuismeesters van het St Elysabethsgasthuis, 1/10 deel van het huis en erf in de Grote Houtstraat. Belend: Rychout Heynricsz de backer en Elze Dirck Broots weduwe, achterwaarts strekkende tot de steeg, met gebruik van de steeg ter gracht waarts. Met het 1/10 deel van de renten die erop de huur staat
Zeven Getijden Haarlem
Bekesteyn, van | 1562-01-29
Inv Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cart Zeven Getijden Haarlem fol 112
Achternamenindex
Dirck Claesz Roijer, schout in de banne van Velsen, oorkondt dat Cornelis Willemsz alias Wrocht verkoopt en erkent schuldig te wezen aan de Getijdemeesters van de Grote Kerk te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 6 Kar gld, losbaar met 100 Kar gld, met als onderpand een stuk land gelegen in Velsen, in den Brueck, ½ van 5 mad of daaromtrent, belend oost: Jan jonge Symonsz c.s., zuid: Wouter van Bekesteyn, west: Jacob Jansz, noord: Wouter van Bekesteyn; 1618-12-30: deze brief is gelost bij Pieter Arisz van Velzen
schepenen: Engel Aelbertsz en Cornelis Jansz
Velsen
Stapel | 1460-01-08 (1459)
Inv Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 17
Achternamenindex
testament van Roedinck Jacobsz en zijn vrouw Fye Martijn Stapelsdochter, de langstlevende behoudt het huis en erf in de Zijlstrate, belend tussen Ellinck Willemsz en Pieter Zybrantsz, aftewaerts treckende an die Raecxe, met inboedel; de ene helft gaat na hun dood naar de Cantery in de parochiekerk te Haarlem, de andere helft aan het H Geesthuis binnen Haarlem. Na de dood van Fye heeft Roedinck alles overgeven aan deze twee erfgenamen
Haarlem