22 resultaten
Villain | 1463-12-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 378
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Mathijs Petersz wordt als gemachtigde van Adriaen, Meertijn en Colert, de onmondige kinderen van heer Colert van Villain, beleend met de helft van 2 ½ gemeten tiende gelegen in tser Abbenkerke, hun aangekomen bij dode van hun vader; dezelfde dag wordt Mathijs namens Adriaen van Villain heer Mertensz binnen jaar en dag na dode van zijn vader heer Mertijn van Villain, beleend met de helft van 2½ gemeten tienden in tser Abbenkerke, pacht de helft van 5 oude gr Coninx Tourn per jaar (vgl 1460-09-25)
mannen: Heynric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel
Westcappelle, van | 1468-02-16
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 389v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Jansz van Westcappell, borgermeyster van Vlissingen, koopt van de abdij 2 gemeten tienden en 5 quartier leenland in tser Poppenkerk parochie Bath .. [onder ?] Pier Jacob Brouwensz, en nog 3 ½ gemet leenland genaamd de Eet in Westcappel parochie, gemeen met Jan Woijte Sotsz, welk goed bij verzuim aan de abdij gekomen was, daar de jaarlijkse pensie niet betaald werd; Peter Jansz wordt er vervolgens mee beleend tegen een pacht van 1sc gr Vls per jaar; "item dit heeft nu here Jan Jan Cornelisz priester"
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel
Jutfaes, van | 1467-04-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 92, 93v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald: nihil significat) abt Johan Claeuwert oorkondt dat mr Florens van Jutfaes, canonic St Jan te Utrecht, na dode van zijn vader Jacob van Jutfaes, beleend is met 36 £ zwarte Tourn per jaar uit de tiende tot Eemnesse, Vrederic van Drakenburch doet hulde en eed; "non tenet"; volgende bladzijde: dezelfde akte met enige veranderingen: Florens is de oudste zoon en leenvolger, en de bedoelde tiende van Eemnesse wordt in leen gehouden door Jan van Amerongen en Peter Hamertvelt
mannen: Jan die Coninc, Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersel
Colijn | 1467-07-25
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 388v, 389
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Claes Jacob Willem Colijnsz wordt binnen jaar en dag na dode van zijn broer mr Jacob Jacob Willem Colynsz beleend met 3 gemeten tienden in de parochie ter Nesse in Zuid Beveland, jaarlijkse pacht 7 oude gr Con Tourn en een goede maaltijd, en nog met 5 ghemet tiende min 13½ roeden, gelegen in de parochie van tser Abbenkerke, tegen een jaarlijkse pacht van 4 scell gr Vls, beiden te houden tot een onversterfelijk erfleen; hij wordt ook beleend met 2½ gemeten tiende in de parochie van tser Abbenkerke, die vrou Elisabeth Wilden vrou van der Moere en van der Maelstede vroeger in leen hield, en daarna mr Jacob
mannen: Alfer Ruysch, Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel
Hamelenberge, van | 1467-05-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch
mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel
Beer, de | 1463-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171v, 449v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over: 1) een camp land in de Slage, geheten "dat Cleyne Broeck", belend landwaarts: dat goed dat van Evert van Crachwijc was, en het goed dat roert in Rodekynscamp, zeewaarts: erfgenamen van Dirc Willemsz van den goede van Hamelenberch, en een camp geheten dat Grote Broec, 2) 1½ morgen veen after Zoes enge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezer Veen then Herden waert, belend oost: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen; vervolgens worden de broers Jan en Gysbert zoons van Jacob de Beer Rutgersz elk voor de helft met dit leen beleend; "Jan heeft die een helft versocht post mortem Gysberti fratris ejus"; 1468-10-29: Gheertruijt, vrouw van wijlen Jacob de Beren, scheldt haar zoon Jan de Beer Jacobsz de lijftocht aan de helft van deze lenen kwijt; vervolgens maakt Jan de Beer de helft van de Cleyne Broeck tot lijftocht voor zijn vrouw Marie Aernt Willems.dochter
mannen: Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersel; 1468: Hubert van Pallaes, Geryt van Rijn
Bot | 1472-02-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 233v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Bot Volkenz als voogd van zijn zoon Volken Bot wordt na dode van Volkens oudevader Wouter Scade beleend met ½ hoeve veen in het gericht van Zoes in de Grote Slage, belend zeewaarts: Henric Goijertsz en erfgenamen van Roelof van Baern, noordwaarts: Gosen Willemsz en Gysbert Woutersz erfgenamen; Volken Bot wordt beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, en Peter doet hulde voor zijn zoon; 1483-02-21: Bernt Scade beleend, na dode van zijn neef Volken Bot Petersz; in margine: "dese ½ hoeve veen heeft nu Jacob Schaij, in libro abbatis Mathei de Goch"
mannen: Evert Heze en Tyman Mouwer van Heersel; 1483: Evert van Heese, Henric van Ryngenberghe
Hamersveld, van | 1469-05-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 188v, 205
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Hamersvelt Gerijtsz wordt na dode van zijn broer Claes Hamersveld beleend met 8 dagmaet land gelegen in den gerecht van Zeldert, twee dachmaet belend west: Egbert die Beer, oost: Jacob Jansz, 6 dachmaet belend oost: Peter Lubbertsz, west: St Agatha te Amersfoort, aan het achtereinde: de Haersche Loedyck, zuid: Jacob Jansz; vervolgens maakt Jan Hamersveld dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw Vrederic Bosschendochter; 1472-05-16: Geryt Hamertveld wordt beleend na dode van zijn ouders; verzuim wordt hem kwijtgescholden
mannen: Jan Brant, Henric van Duven; 1472: Jan van der Anxter, Tyman Mowuer van Heersel
Maelstede, van der | 1472-12-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 393v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Lysbet Henrics de bastaard van der Maelstede dochter, met haar man Anthonis van Zabbinge, verkoopt aan mr Claes Claesz van de Zuijtwege, medicus, 250 roeden tienden in de parochie van tser Abbenkerke in Zuytbevelant; 1473-03-23: burgemeesters en schepenen van de stad Goes oorkonden dat jvr Mergriete Wolfairt heer Florisz dochter van der Maelstede, haar man mr Claes Claesz van der Nisse, medicus, heeft gemachtigd om namens haar "te onderwynden van alsulke 250 roeden tyenden liggende in de parochie van tser Abbenkerke in den eylande van Zuytbevelant", te verkopen; 1473-03-29: mr Claes Claesz van de Zuijtwege, medicus, houdt de twee voorgaande brieven en verzoekt belening, alle verzuim wordt hem kwijtgescholden, jaarlijkse pacht 6 oude Conincs Tourn
bezegeld door leenmannen: Jan van Oestende, ridder, Antonis van Bruelis en door Anthonis van Zabbinghe; 1472: Tyman Mouwer van Heersel, Jan van Helmond
Doorninck, van | 1468
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"
mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel