23 resultaten

Verhouff | 1563-1567

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 594
Achternamenindex

Claes Dircsz Verhouff (ook van der Goude) ging in 1562 een maatschap aan met Steven van Baesrode tot het oprichten van een mouterij buiten Jan Rodenpoort bij Amsterdam: ruzie, financiële moeilijkheden; hij wilde zijn goederen cederen, maar crediteuren verzetten zich hiertegen; 1564-1567: Claes had van enige kooplieden te Amsterdam duizenden gld geleend om in oktober 1563 graan te kopen, terug te betalen 1564-02-02, hetgeen niet gebeurde

Coppier | 1515-1529

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 47
Achternamenindex

Jacob Coppier, als vriend van Willem van Boschuysen molesteerde hij diens opvolger: de procureur-generaal daagde hem daarom voor het Hof; Jacob voerde aan als exeptie dat hij als geestelijke slechts door een geestelijk rechter kon worden berecht. De Procureur voerde hiertegen aan dat Jacob heemraad van Rijnland was geweest en zo in feite het baljuwschap had uitgeoefend, hetgeen onmogelijk geweest was als hij geestelijke geweest was; het Hof stelde Jacob in het ongelijk

Cats, van | 1577-1578

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 845
Achternamenindex

Charles Pieters van Cats, wonend te Gent, had een geschil met zijn neef Josse de Pleynes over een erfenis van Anna van Oostende, hem werden de ambachtsheerlijkheden op Zuid-Beveland toegewezen; in 1577 wierp Bruninck van Wyngaerden, rentmeester-generaal van Zeeland, zich op als bezitter; zijn zwager Phillibert van Serooskerke, rentmeester-generaal van Zeeland Bewesterschelde, verklaarde dat hij alle formaliteiten voor het verheffen der lenen had voldaan, zodat de ambachtsheerlijkheden aan hem toekwamen; eiser opponeerde hiertegen

Grijp | 1468-08-11

R.A.H. Coll Aanw 240 fol 1107, 1233v
Achternamenindex

Floris Grijp, door heer Willem Ruyroc aangesteld als zijn stedhouder in het baljuwschap van den Hage; heer Willem heeft hem nu ontslagen, Floris verzet zich hiertegen (240 fol 1107); 1468-08-29: Floris Grijp Claesz staat zijn helft van het baljuwschap van den Hage af aan heer Philips van Wassenaer; 1468-09-27: (fol 1233v) geinsereerd de brief dd 1467-01-20, waarbij Willem Ruygrock van de Werve Jansz de helft van dit baljuwschap geeft aan zijn neef Floris Grijp Claesz

Borssele, van | 1471-1472

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2677, 2677/1
Achternamenindex

de thesaurier van de hertog meende dat op de landen van Sommelsijk en Mallant, afkomstig uit de nalatenschap van wijlen Adriaen van Borssele, een rente rustte van 34 £ 10 sc tbv de schatkist. De rentmeester Beoosterschelde ging deze landen daarop executeren; de eigenaars: Anna de Bourgoigne en haar man de heer van Ravestein protesteerden hiertegen, daar de landen onbezwaard waren; 1471-09-04: Adriaan van Borsselen koopt van Janne van Leyenberch en haar man Dirc van Swieten Sommelsdijk en MAllant

Herlaer, van | 1460-04-09 (1459)

Coll Aanw 102 Caput Z.H fol 98
Achternamenindex

hertog Philips oorkondt dat Martijn van Poederoyen hem verzocht heeft namens zijn vrouw jvr Kerstyne van Gent beleend te worden met een deel van de tiende van Hardinxsvelt die haar vader Aerndt van Gent gekocht had van zijn broer Wouter van Gendt; de stadhouder had belening geweigerd daar heer Aernt de gehele tiende van de grafelijkheid in rechten leen had gehouden, die dus na zijn dood zonder zoon aan de grafelijkheid vervallen was; Martijn voert hiertegen aan dat heer Aernt hem de tiende te medegave met zijn dochter gegeven had. De hertog beleent hem nu met dit deel van de tiende

Arkel, van | 1565-11-16

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 243 ?
Achternamenindex

schepenen getuigen dat joncker Joris van Arkell presenteert zijn moeder vrouwe Katharina van Gelder, 400 R gld te betalen met zijn goederen in Ammerzoden, "ter cause van zekere uthrustinge en verscoten penn. bij vrou Katherina haar dochter Elisabeth van Arkell gedaan. item getuigen joncker Jorien van Arkell ..., presenteert Jacob van Thienes zijn zwager 5000 R gld ter cause van zekere huwelijksvoorwaarden voor zijn zuster Elisabeth van Arkell"; 09-21: hij zal een jaarlijkse rente van 6 ten 100 betalen. Jonker Jacop van Tienes, heer tot Castre als man en voogd van Elisabeth van Arkel doet hiertegen afstand van al zijn aanspraken op de erfenis van de ouders van zijn vrouw

Lickebier | 1553

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 494
Achternamenindex

Louweris Willemsz alias Lukebyer had in 1545 voor het gerecht van Zoeterwoude geschil met Bouwen Pietersz over achterstallige canon. Bouwen werd in het gelijk gesteld. Voor het Hof van Holland werd Janne van de Poll weduwe van Gerrit Sandelinck te Heusden, die ook een vordering had op Louweris ook in het gelijk gesteld. Zij liet die executeren op Louweris land te Zoeterwoude. Protest hiertegen door Jan Dircksz Baender namens Bouwen Pietersz. Zij kreeg echter opnieuw gelijk van het Hof, 1553-06-09; Baender ging in beroep bij de Grote Raad nadat hij een schikking had aangeboden, 2 morgen voor Janne en voor hem 8 Kar gld rente

Bokel | 1327-09-19/20

Reg Rotterdam en Schieland no 360
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, schrijft aan de deken van het kapittel te Beek, aan de pastoor te Breda en aan heer Johannes Kessel, dat zijn leenman Leonius de Tule zich heeft beklaagd dat niettegenstaande zijn broer Johannes gezegd li Voe (Vooght) in het geschil met Theodericus Bokel over het patronaatsrecht en de grote en kleine tienden van Raemsdonc in het gelijk was gesteld en dat leen lange tijd in bezit had gehouden, en hij als erfgenaam van zijn broer het van hem had ontvangen, nu door de erfgenamen van Theodericus Bokel in het wettig bezit werd gestoord, en gelast hen hiermee te stoppen onder dreiging met kerkelijke ban, daar hij niet voor het wereldlijk gerecht hiertegen kan optreden

apotheker | 1519-05-08

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 257
Achternamenindex

wijlen Joost Henricsz apotheker: een deel van de schuld die wijlen Willem van Reimerswaal aan hem had wordt betaald aan zijn zoon Henrick Joostsz (dossier 216); 1516-1518: Henrick Joostsz, poorter van Delft, contra exumeesters van Leiden: zijn vader Joost Heynricsz, apotheker te Leiden had in 1500 een lijfrente op Leiden gekocht; 1501, 1502: zijn weduwe kocht er nog een, maar Leiden betaalde niet; Joost verhuisde naar Delft en nam zijn donatio propter mystias ad fl 1000 mee; Leiden eiste exurecht; eiser had gronden met cameren aan de Leidse Pieterskerk geschonken; Heinric Joostsz werd door het gerecht van Leiden veroordeeld tot betaling van het exurecht; 1516-01-07: hij ging hiertegen in beroep bij het Hof