Arkel, van | 1297-08-12

Kemp: Gorinchem p 52

Achternamenindex

Johan heer van Arkel verkoopt aan die van Oosterwijc, Kekum, Westeringen en Rietveld, "alle dier erve binn hebben, dien achterdijk, haar water ervelyk mede te keeren, elk ten sijn erve, te behouden in sulken recht als haar erf gelegen is"

Sparenwoude, van | 1403-08-20

R.A.H. Coll Aanw 68 fol 60/Mem BJ fol 41v/Jaarboek CBG 1964 p 88

Achternamenindex

Ysbrant van Sparenwoude Dircsz, zijn sweer heer Coen van Oosterwijc; Ysbrand verliet het land, maar daar hem door de hertog niets ten laste gelegd kon worden, mag hij terugkeren; 1509: Ysbrand wordt door zijn zoon Gerrit in het Karmelietenklooster te Haarlem begraven "in Dircks van Spaerwoudengraf zijn over oude vader"

Arkel, van | 1269-07-24

Inv Arch kapittel ten Dom Charter no 953/v.d. Bergh II no 186

Achternamenindex

Johannes van Arkel, knape, en Otto de Arkle, ridder, onderwerpen hun geschillen met het domkapittel over de tienden en andere rechten in Oosterwijc en Hoeclem aan de uitspraak van de commandeur van het Duitse Huis te Utrecht, van Ghiselbertus de Goye, broeder in dit huis, en Ghiselbertus de Amestelle, kanunnik van St Marie

borgen: Otto de Arkle, Fredericus de Sevendaren, milites, Hugo dictus Butere, famulus

Botter | 1269-07-24

Inv Arch Kapittel ten Dom oorspr Charter no 953/v.d. Bergh II no 186

Achternamenindex

Johannes van Arkel, knape, en Otto de Arkle, ridder, onderwerpen hun geschillen met het domkapittel over de tienden en andere rechten in Oosterwijc en Hoeclem aan de uitspraak van de commandeur van het Duitse Huis te Utrecht, van Ghiselbertus de Goye, broeder in dit huis, en Ghiselbertus de Amestelle, kanunnik van St Marie

eedshelpers Otto de Arkle, Fredericus de Sevendaren, Hugonem Butere

Zevender, van der | 1269-07-24

Inv Arch kapittel ten Dom Charter no 953/v.d. Bergh II no 186

Achternamenindex

Johannes van Arkel, knape, en Otto de Arkle, ridder, onderwerpen hun geschillen met het domkapittel over de tienden en andere rechten in Oosterwijc en Hoeclem aan de uitspraak van de commandeur van het Duitse Huis te Utrecht, van Ghiselbertus de Goye, broeder in dit huis, en Ghiselbertus de Amestelle, kanunnik van St Marie

borgen: Otto de Arkle, Fredericus de Sevendaren, milites, Hugo dictus Butere, famulus

Oosterwijk, van | 1339-11-26

R.A.H. Coll Aanw 92 Caput Kennemerland fol 121v, 36 fol 328/Van Mieris II p 624

Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat zijn neef Willem de Cuser hem heeft opgedragen zijn huis te Schoten, en hem beleend heeft, te versterven op oudste zoon of anders dochter bij zijn vrouw Machtelde Reyniersdochter van Heemstede. Had hij bij haar geen kinderen dan zou het goed komen op zijn zoon Coen, en zo deze kinderloos overleed, op de jongste dochter die Willem had bij jvr Yde dochter van Coen van Oosterwijc

Foreest, van | 1390

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 368, 369

Achternamenindex

leen van Amstel: no 33) windmolen met 5 à 6 morgen land in Ouder Amstel (in 1346: 7 morgen), zijnde de hofstede waar de burg op placht te staan; 1390-09-11: Coen Cuser van Oosterwijc, te komen op zijn oudste zoon Willem Cuser of op zijn dochter Ida gehuwd met Jan van Foreest; 1399-06-05: Coen Cuser; 1407-05-08: Herbaren van Foreest zoals Coen Cuser; 1440-03-18: Jan Heynenz bij overdracht door Herbaren van Foreest; 1447-01-14: Jan Jan Heinenz

Waerde, uten | 1371-01-04

Arch Kloosters Leiden regest 35, 36, 37/Arch Klooster Marienpoel Oegstgeest

Achternamenindex

Coen van Oosterwyc verklaart door zijn zwager Dirc van Zwieten voldaan te zijn van de erfenis van zijn nicht wijlen jvr Meyne uten Waerde; Pieter Hughenz verklaart door Dirc van Zwieten voldaan te zijn van zijn aandeel in de nalatenschap van zijn nicht wijlen jvr uten Waerde; Coen van Oosterwijc verklaart voor zich en zijn kinderen bij Meyne Hermansdochter van Zwieten, aan Pieter Hughenz en diens kinderen bij Yde Claesdochter van Zwieten, geen aanspraak te maken op het hem toekomende deel van de erfenis van jvr uten Waerde

Swieten, van | 1397-07-08

Arch Kloosters bij Leiden regest 117, 1606/Arch Klooster Engelendaal Leiderdorp; Inv Arch Leiden p 215

Achternamenindex

Harman van Zwieten [Herman van Oosterwijk van Zwieten] erkent met medewerking van zijn verwanten aan heer Pieter van den Pol c.s. die wonen op de 5 morgen land, vroeger aan Danel van den Pol toebehorend, waar zij een klooster [Engelendaal] willen bouwen, toegestaan te hebben de vrije vaart door de vaart die onder zijn huis ter Mie loopt naar de Rijn in Leiderdorp, leen van Egmond, op voorwaarde dat zij voor de helft bijdragen in de onderhoudskosten van de brug over de vaart, bevestig door Jan die Weent, abt van Egmond; 1397-07-15: idem (1409-03-04); 1478-07-14: Coen van Oosterwijk is met het klooster overeengekomen om gezamenlijk wetering en brug te gebruiken

zegels van Dirc van Swieten, ridder, Costyn Gherytsz [van der Does], Gielis van Swieten; 1478-07-14: Coen van oosterwijc en zijn schoonzoon Willem van Boschuysen Florisz