15 resultaten
Lockhorst, van | 1642-11-30
G.A.Haarlem Protoc 170, 170 fol 122/123
Achternamenindex
huwelijkscontract van Eduart Sybrants Feytama, jongeman wonende te Harlingen en Geertgen Cornelis van Lockhorst, jongedochter alhier, geassisteerd met haar moeder Aefgen Willemsdochter, weduwe van Cornelis Boudewyns van Lockhorst, met haar ooms Derck Willemsz Abbas en Reijnier Wybrants; 1643-08-28: hun testament, geen verdere namen
Haarlem
Buttinge, van | 1468-07-14
Coll Aanw 240 fol 964, 1038, 1122, 1189v, 1206
Achternamenindex
Reijnier Willemsz van Buttinge x jvr Janne, weduwe van Boudijn Meeusz, wiens dochter Jacomina x Aernt van Goor; (1468-08-01, 1468-09-15) en 1468-09-21: Reynier zegt toe dat indien Aernt kan bewijzen dat hij goederen achter gehouden heeft die aan Aernts vrouw toekwamen na haar vaders dood, hij zich niet met zijn kwitantie zal verweren, gepasseerd voor schepenen van Middelburch
Leyenburg, van | 1371-03-01 (1370)
Kroniek Hist Gen jg 8 p 284, 285/R.A.H. Coll Aanw 44 fol 236
Achternamenindex
Reyner Dever van Heemstede vermaakt aan zijn vrouw Janne, dochter van Hughelu [!] van Leyenberch, de lijftocht van de mindere helft van al de goederen die hij van hertog Albrecht in leen hield, te weten de tiende te Aerleveen, van Snodelwijk en de tiend aldaar van 18 morgen land te Lisse met een rente van 9 £ Holl uit het rentmeesterschap van Kennemerland; 1371-03-08: Reijnier Dever maakt tot lijftocht aan zijn vrouw heer Hubrechtsdochter van Leyenburch
Horst, van der | 1599
Caartboek Bloemendaal fol 7, 14, 23
Achternamenindex
Reijer van der Horst bezit: - 3 morgen 454 roeden 25 voet laagland te Aelbertsberg (fol 7); - blekerij 138 roeden 2 voet hoog land in Aelbertsberg (fol 14); - 2 morgen 497 roeden 15 voet laagland te Overveen (fol 23); 1602-01-17: bezit 400 gld op 3 morgen weiland aan de westzijde van de Delft en Aelbertsberg; 1606-01-01: Reijer Lammertsz Verhorst belend van 3 morgen land genaamd "de Bleeckertsweyde" aan de Aerdenhoutsvaart in de ban van Overveen; 1607-04-02: belend van 4 morgen 1 hont aan de Delft te Aelbrechtsberg; 1631-09-05: de erfgenamen van Reijnier van der Horst, belending van Jacob Coningenland, op het scheyt van Heemstede en Tetrode
Overveen
Biggenkerke, van | 1437-05-08
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 346v, 347, 347v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Andries en Cornelis, zoons van Bartholomeus van Bigghenkerke voor henzelf, voor hun oudste broer Claes, en voor de jongsten Peter en Wolfaert, worden na dode van hun vader beleend met het ¼ en ⅛ deel en 1/32 deel van ⅛ deel van alinghe die tienden in Biggenkerke, tegen een jaarlijkse pacht van 22 scell Coninx Tourn en 6 epenninck en een goede maaltijd; 1437-05-09: Andries Bartholmeusz van Bigghenkerke draagt over zijn ⅕ deel, een ¼ deel en ⅕ deel in ⅛ deel van ⅛ deel, en ⅕deel in een 1/32 deel in een ⅛ deel van der alinger tiende, die Andries van zijn oudste broer Claas gekocht had, vervolgens wordt Reijnier Willemsz beleend, pacht 4 scell; dezelfde dag draagt Cornelis Bartholomeusz van Biggekerke zijn delen (zie hiervoor) over, en wordt Johan Jan Willemsz.z ermee beleend, pacht 4 scell (vgl 1437-05-09 en 1437-05-11)
mannen: Hugo van Dorsche, Reynier Willamsz; Matheus Gysbertsz, Hugo van Dorschen; Reynier Willamsz, Andries van Biggekerke