42 resultaten

Taets | 1437-01-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 129v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert Taets Jansz draagt op ½ van ¾ land op Zeldert, strekkende van de Zeldersche weg tot aan de nije wetering toe, belend oost: St Peter te Utrecht, west: Evert Ricoutsz, waarvan Geertruid vrouw van Steven Maesz de andere helft van de abdij in leen houdt; Steven Maesz wordt vervolgens beleend

mannen: Goert die Coninck, Matheus Gysbertsz

Bemmel, van | 1441-04-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 287v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meijs Geryt Willem Goutsdochter met haar gecoren voogd Claes Goessen, draagt over 3 acker land gelegen op die Beeke, met de timmeringe die erop staat, "ende gelegen is [!] Johan Jan Goutsz mit Gherit Haessenacker, ende westwaart: Ricout Ricoutsz"; vervolgens ontvangt Gherijt van Bemmel dit goed tot een erftijns voor 1 penn jaarlijks te betalen in onsen hof tot Emmijnclaer

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Mercelys die Viscoper

Stoep | 1441-06-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 139v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Stuep draagt op een hofstede met een stuk land gelegen in Zoeskerspel, belend zeewaarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: de heer van Abcoude, strekkende van de Brink tot aan de Torfwech toe, vervolgens wordt Jan Stuep en zijn vrouw Evert Jan Evertsdochter beleend; Jan Evertsz doet hulde voor zijn dochter; 1439-05-13: Jan Stoep beleend volgens zijn leenbrief

mannen: Dirc Poeijt, Goessen Willemsz, Jacob van der Vloetheringe

Krijc | 1392-05-07

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 305
Achternamenindex

leen van Vianen: no 683) 9 morgen in het land van Outena, belend boven: Bertout Krijc met leen van Vianen, beneden: Gerrit van Zeist; 138.: vermeerderd met 3 morgen ernaast, belend boven: erven Alverade Ricoutsz, beneden: Wouter Gerritsz met de rest; 138.: Wouter Gerritsz, evt te komen op de jongste zoon van Coen van Vuilkoop, gehuwd met zijn zuster Elisabeth; 1392-05-07: Wouter Gerritsz. Dit leen is ten eigen gegeven

Scut | 1421-04-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 281
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Heinric Scuet [Scut] draagt over een hofstede met een stuk land in Zoeskerspel, hof en tijnsgoed, belend zeewarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: jhr van Gaesbeeck, strekkende van de brinck tot aan de Torfwech; de abt beleent dit aan Gheertruide dochter van wijlen Jacob van Doem, en haar moeder Margriete, vrouw van Jacob van Doem; pacht: 8½ goede Arnh gld, tijns: 1 penninc per jaar

tijnsgenoten: Wouter van der Laen, mr Aelbrecht Baers

Vecht, over de | 1476-07-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 231
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacop over die Vechte wordt na dode van zijn vader Evert over die Vechte beleend met een stuk land gelegen in Zoes en geheten "die Grote Camp", opstrekkende van der Eme an die Hoijwech toe, belend zuid: Gerbrand Noijenz met de Cleijne Camp (ook leen), noord: Ricout Ricoutsz, tot een onversterfelijk erfleen; "item Janna ejus filia habet apud dom. abb. Guliel. de nova ecclesia fol 57"

mannen: Vrederick uten Ham, Jan die Coninck

Nagel | 1426-02-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 286v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherbrich Willem Nagels wijf was, met haar gecoren voogd Herman Gout, droeg over een dachmaet land gelegen in Jacob Heijn Foenzs hoeve in het kerspel van Zoes in die Cleyn Scrymmaet, belend landwaarts: Ricout Ricoutsz, zeewaarts: land dat van Evert van den Doem was; vervolgens verleent de abt dit tijnsgoed aan Jacob Scael Henricsz, Gherbrich's dochter, op 1 penn tijns, jaarlijks te betalen in onsen hof tot Emmiclaer

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Bosch | 1469-07-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190v, 237v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bossch Goesenz wordt na dode van zijn vader Goessen Bosch Willemsz beleend met de helft van het goed in Zoes: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Gerrit Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Henric Bosch, 3) 6 vierendeel hooijland in der Herenmaet, landwaarts: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel Engelants, geheten de Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem van Doems erfgenamen, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Gysbert Aertsz, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Gysbert Woutersz (1485: Gysbert Wouterszszonen), landwaarts: Wouter Scae [= Scade], 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemcuel", belend boven: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), beneden: Rutger Jacobsz, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz erfgenamen, 9) 2 dachmaet land (1485: Heynrick Bosch en Gijsbert Dirck Aelbertsz); Henric Bosch zal deze helft houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1485-04-07: beleend Heynrick Bosch Heynricksz na dode van zijn vader

mannen: Jan Brant, Pouwels Cornelisz; 1485: Jan Zael, Goijert Lambert Jacobsz

Scael | 1423-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 284
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gode Scilt draagt over: - de helft van de hoeve engelants geheten Hamelenberge, belend zeewaerts: Evert van Doem, landwaarts: Heinric Gysbrechtsz, - 2½ acker land gelegen van den brenc opstreckende an Gode Scaels land, belend oost: Jan Corf, west: Jan Gouts kinderen, en van de Torfwech an der graften: Jan Stoep Ricoutsz, hof- en tijnsgoed, tijns 2 scill perjaar, te betalen in onze hof tot Ymmenclaer; vervolgens verleent de abt dit goed aan Jan Corf

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Herman Gout

Borre | 1423-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 120v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Borre Claes Bannenz heeft kwijtgescholden "also teinghe lossinghe als Claes Banne, sijn vader, verset had, rorende van desen goede hier na beschreven. Doe dit ghedaen was rechtevoert quam joncfrou Alijt Florijsdochter van Cattenbroec mit horen gecoren momber, droeghen ons op ende gaven ons over de een camp lants gelegen op Seldert mitten Lodijc die daer after aan leyt", belend oost: de heren van St Pieter te utrecht, west: Evert Ricoutsz; de abt beleent vervolgens Risselt Dirc Goutsdochter

mannen: Timan de Lange, Evert Heijn, Jan Banne