18 resultaten

Oostrum, van | 1467-07-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 438
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 2 van de alrebeste morgen veen die hij heeft liggen in zijn veen tot Zoes, die hij van de abdij in leen heeft

mannen: Frederic van Drakenborch, Alfer Ruijsch

Zuilen van Nyevelt, van | 1484-03-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 94, 99
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat jvr Joest van Zuylen van Nyevelt, vrouw van Jan van Alfen, opdroeg met haar zwager Dirck van Zweten heer tot Leijenberch als voogd, tbv van Gheryt van Emskerck Henricsz, 5 morgen land met husinge en hofstede, gelegen tot Vlueten bij de kerk; vervolgens wordt Geryt ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen; fol 99: uit de akte op fol 99 blijkt dat haar man Jan van Alphen in den Haag gevangen zat, en dat zij van nood en kommer tot verkoop moest overgaan

mannen: Gerrit van Rijn, Alpher Ruijsch

Oostrum, van | 1468-06-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op: 1) 4 morgen veen onderdeylt gelegen in de Zoesscher Venen, waarvan Willam van Doem vroeger de helft aan Dirc overgedragen had, en de andere helft door de broers Claes Meusz en Geryt Meusz overgedragen zijn, belend zonnewaarts: Lambert Pijl, zeewaarts: Dirc van Oestrum, 2) een viertel veen in het kerspel van Zoes, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van Doem, zoals Dircs vader Claes van Oostrum in leen hield; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met deze 8 morgen land beleend, na zijn dood te komen op zijn zoons Jan en Willam, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Haze Jan de Boelendochter, behalve haar lijftocht, met voorwaarden voor zijn oudste zoon Claes, die zijn broers Jan en Willem 1500 Beyers gld moet betalen waarmee zij de 8 morgen kunnen lossen, of de helft voor 750 gld; na de dood van Dirc van Oestrum en zijn zoon Jan: "Willem van Oestrum, sijn soen, heeft dit ontfangen, vide in libro abb de Stege fol 4"

mannen: Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersell

Roij, de | 1593-11-10

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1523/Gaasbeek
Achternamenindex

Jan Joosten in tVeen, door opdracht van Anthonis de Roij, die nederste helft van 1 ½ houve veens in Elsterveen

present: jonker Johan Ruijsch, Goort die Roij

Zevender, van | 1505-02-25 (1504)

R.A.H. Coll Aanw 111 Z.H. fol 193
Achternamenindex

jvr Hillegond van den Sevender van den Wale wordt na dode van haar vader Steven beleend met: 1) 1/10 van 5 hoeven land in het land van Steijn, strekkende uit de Yssel tot aan de Rietwech, belend oost: Rubroecker watering, west: Otte Borre van Amerongen; 2) de tienden van Broeckhuijsen, strekkende boven aan Waddingveenrewatering, beneden van ouds Claes heer Jacobsz; 3) de tienden van 25 morgen op die oude Goude, belend oost: Jan van Leeuwen, west: de scheyding van Blomendael; 4) de heerlijkheid van de Vrijerhoeck, houdende 58 morgen met de tijns in het land van Steyn, streckende uit de Yssel tot aan het land van Brederode, belend west: de Elfhoeven, oost: de Calverenbroeck; haar gecoren voogd Jacob Ruijsch doet hulde

present: Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, Huijch Gysbrechtsz, cleene Jan Bruin

Jutfaes, van | 1467-04-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 92, 93v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald: nihil significat) abt Johan Claeuwert oorkondt dat mr Florens van Jutfaes, canonic St Jan te Utrecht, na dode van zijn vader Jacob van Jutfaes, beleend is met 36 £ zwarte Tourn per jaar uit de tiende tot Eemnesse, Vrederic van Drakenburch doet hulde en eed; "non tenet"; volgende bladzijde: dezelfde akte met enige veranderingen: Florens is de oudste zoon en leenvolger, en de bedoelde tiende van Eemnesse wordt in leen gehouden door Jan van Amerongen en Peter Hamertvelt

mannen: Jan die Coninc, Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersel

Ham, uten | 1473-04-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 231v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet, vrouw van Vrederic uten Ham, beleend na dode van Reyer Jacob Nennincksz van Grymmesteyn met 2 vierdeel veen, het ene gelegen in Hezer Veen, belend oost: Jacob van Lichtenberch met een hoeve veen, zijn vrouw aanbestorven van haar broer Gysbert over die Vecht, west: mr Aernt van der Hoeve met 3½ vierdel veen, het andere vierdel gelegen in den kerspel van Zoes, strekkende van der Zoesgrafte tot neffen die meer toe, belend oost: Ghysbert van Lodensteijn, west: Bertout Peter Reynersz; "nu van Hamersfeld, ut in libro abbatis Jacob de Stege fol 39"

mannen: Jan die Coninck, Peter van Zulen, Alffair Ruijsch, Gysbert Henricsz

Wees, van | 1541-05-13

Ms Opstraeten III fol 1449, 1453, 1458, 1459/Gaasbeek
Achternamenindex

leen van Gaasbeek: 7 ½ hoeve tiende te Schalkwijk (Utrecht), heer Marcus van Wese kanunnik ten Dom te Utrecht, na dode van zijn moeder jvr Joanna Henricsdochter van Culemborch, hulder: heer Jan van Culenborch, ridder; 1545-11-17: heer Marcus van Wees houdt in leen 22 Kar gld uit 7½ hoeven tiende, so Gevert van Amerongen des utgegaan is; 1549-07-05: Christoffel van Wese, na dode van zijn broer Marcus van Wese, kanunnik ten Dom, proost te Elst en te Culemborg

present: Ernst van Nienrode, Stees van Braeckel; 1545-11-17: Henrick van der Borch, Henrick Ruijsch; 1549-07-05: mr Jan Philipsz en Henrick (Frederic ?) Ingersmitten