17 resultaten

Hogendorp, van | 1434-10-04

De Blecourt: Memoriale Rosa no 234
Achternamenindex

jvr Belye van Haerlem, gehuwd met Philips Hughenz, hield in leen van Pelgrim Loefsz een tiende te Heyloo. In de strijd tussen Jacoba en Philips verliet zij met haar man het land. Na de zoen tussen Jacoba en Philips eiste zij haar leen terug. Pelgrim Loefsz stelde dat de tiende hem was aanbestorven en dat jvr Belia die niet van haar broer geerfd kon hebben. Het Hof wees de tiende toch, op grond van de zoen, aan jvr Belia toe

Pelgrim, zoon van Ysbrand Loef, die wederom een zoon was van Arnoud Wilde en Alverade van Hoghendorp [Pelgrimsdochter ?]; hij komt ook voor als Pelgrim van Hogendorp en had een zoon Loef

Loef | 1434-10-04

De Blecourt: Memoriale Rosa no 234
Achternamenindex

jvr Belye van Haerlem, gehuwd met Philips Hughenz, hield in leen van Pelgrim Loefsz een tiende te Heyloo. In de strijd tussen Jacoba en Philips verliet zij met haar man het land. Na de zoen tussen Jacoba en Philips eiste zij haar leen terug. Pelgrim Loefsz stelde dat de tiende hem was aanbestorven en dat jvr Belia die niet van haar broer geerfd kon hebben. Het Hof wees de tiende toch, op grond van de zoen, aan jvr Belia toe

Pelgrim zoo nvan Ysbrand Loef, die een zoon was van Arnoud Wilde en Alverade van Hogendorp (Pelgrimsdochter ?); hij komt ook voor als Pelgrim van hogendorp en had een zoon Loef

Haerlem, van | 1434-10-04

De Blecourt: Memoriale Rosa no 234
Achternamenindex

jvr Belye van Haerlem, gehuwd met Philips Hughenz, hield in leen van Pelgrim Loefsz een tiende te Heyloo. In de strijd tussen Jacoba en Philips verliet zij met haar man het land. Na de zoen tussen Jacoba en Philips eiste zij haar leen terug. Pelgrim Loefsz stelde dat de tiende hem was aanbestorven en dat jvr Belia die niet van haar broer geerfd kon hebben. Het Hof wees de tiende toch, op grond van de zoen, aan jvr Belia toe

Bennebroek, van | 1358-08-25

Ned Leeuw jg 1922 p 50/A.R.A Holl Leenkamer no 49 fol 19
Achternamenindex

Aelbrecht oorkondt dat "jvr Willaem Mabely uten Waerde ons opghedraghen heeft 25 morgen lants die gheleghen zijn naest den huse te Waerde, die si te houden plach van der graeflichheit. De jonkvrouw heeft de 25 morgen lants opghegheven mit Wouter van der Merensteyn, haren man ende mit Jan uten Waerde, haren zoon. Ende dese 25 morghen lants hebben wi voert verliet Jan Aernt van Bennenbroec te houden van der graeflicheit in allen schijn, alse die joncvrouw van den Warde te houden plach. Ghegheven tot Haerlem"

Dirc van Brederode en Gheraert van Heemstede; Koen Kuserszoon; Monnerijn van der Does

Kedichem, van | 1421-08-06

R.A.H. Coll Aanw 57 fol 412v, fol 429/Reg in Beyeren II fol 195; R.A.H. Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 39; R.A.H. Coll Aanw 76 fol 167/Memoriale in Beyeren N fol 55v
Achternamenindex

hertog Jan oorkondt dat Ghijsbrecht Koenenz hem heeft opgedragen den Waert gelegen voor Arckel op de Linge zoals zijn vader Koen Gysbrechtsz van de heren van Arckel in leen gehouden heeft. De hertog beleent hiermede vervolgens Dirck Lambrechtsz van Kedichem; Tot dese voirs. verlyinghe bracht hij brieve heeren Jans heere t'Arkel daer hij dat Koen Gysbrechtsz in verliet hadde 1397 des Sonnendachs opten beloken Pinsterdach (1397-06-17); 1427-04-14: Elisabeth van Görlitz, als vrouwe van Arckel beleent Baernt Jansz met deze Waert, hem aangekomen na de dood van Dirc Lambrechtsz van Kedichem; 1428: idem Baernt Jansz (vgl 1391-05-21)

Beets, van der | 1404-12-16

Reg nr 106b
Achternamenindex

jvr Machteld van der Beets, ½ van: 1) huysinge en erve binnen de vrijheid van Alkmaar, haar aanbestorven van Pieter heer Dircsz, daer die ander ½ of houden Pieter heer Dircszs twee kinderen, want Peter voirs. dese huysinge opdroeg myn heer van Oostervant, vóór hij grave van Holland werd. Zij wordt beleend 1429-09-26: jvr Machteld, die jvr Machteld ende Pieter heren Dircsz.z hoir beider dochter is verliet van dese huse en erve, daar haar broeder dat andere ¼ of hout; 1429: Pieter heren Dircsz en jvr Machtelden van der Beets hoir beider jongste dochter jvr Machteld een uitsetting gedaan en gegeven is van den anderen ¼ deel van den huize en erve na datum van verlyinge van syns moeders ende susters. Ut patet in registro 1429 (fol 10)

Heemskerk, van | 1421-02-12

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 44, 45/Reg in Beyeren IX fol 23v, 24 (Cas F); A.R.A. Leenkamer Holland 62 fol 23v, 24
Achternamenindex

heer Gerrit van Heemskerk en Liesveld beleend met: 1) 20 morgen, geheten de 18 morgen, in de ambacht van Monster, belend noord: Hees Willem van Naeldwijck, oost: Jan van Egmond met Doertoge, daarnaast Willem van Naeldwijck, west: 11 morgen die van Willem van der Woert waren en Gerrit Bartoutsz vanwege zijn vrouw zijn aanbestorven, in margine: Hollands leen; 2) de tiende te Naeldwijck op de Geest, ende de tiende te Honselerdijck, en de wind van de windmolen die Willem van der Woert staende hadde int ambacht van Naeldwyc; 16 sch per jaar op Quintswatering en de legh van de Waert te Poeldunente houden tot enen rechten leen zoals zijn brieven van graaf Willem inhouden; 3) woning te Naeldwijck met 12 morgen, ende 9 morgen te Rijswijk, die Floris van de Werve waren, ende 7 morgen in de Lier in Manekijnsleen, te houden tot sulken leen binnen afterzusterkint niet te versterven, gelyc sijn brieven van Gherijt here van Voirne burchgrave van Zeelant die hi dair of heeft, gegeven int jaer CCC etc inhouden; 4) huis en hofstede in Ghelkenisse te houden tot een erfleen, geliic syn brieve van grave Willem van Henegouwen inhouden. In margine: Zuythollands leen (1319); 5) (1367) here Gheryt noch verliet dair hi brieve vidimus of heeft Otten here van Arkel in t jaer 1367, daer hi kent dat hi gesien heeft ongecancelleerde brieve heren Jans heere van arkel ende Herberen van den Berghe, sulke ende van sulken goede als hierna gescreven staen: a) brief van Jan van Arkel 1317 van t gerecht van Ammers Graveland ende van den Achterlande etc, te houden tot enen leen, b) een brief van Jan van Arkel 1321 van de gerechte van idem hoge ende laghe mit alder vrijhede etc, c) enen brief van Herberen van den Berghe van den gerechte van Gelkenesse ende half die Nuwepoirte, hetgeen Herberen opdroeg Gheryt van Voerne heren Stevenszoen van Voirne tot behoef Herberen Floerkensz, die t voirt van hem ontfinc etc. N.B. behalve dese voirs goede die voir geteykent staen so hout men noch van der graeflicheit te leen Claes Bloemenzoens hofstat tot Naeldwijc, daer here Gheryt van Heemskerek here tot Oesthuizen ... ende here Gheryt van Heemskerc van Lyesvelt voir desen tijt om getwijet hebben gehat, gelijc als dat gescheiden is mit goeden brieven die sij beyde dairof hebben

mannen: sheren van Egmonde, sheren van Culenborge, here Gillis van Cralingen ende here Jans van Vliet