16 resultaten

Altena, van | 1264-10

Noordbrabantse Charters p 35/Sloet no 877 p 854
Achternamenindex

Willem van Altena en zijn vrouw Helewidis verkopen met toestemming van hun zoons Willem en Theodericus hun goederen in Rodengoye aan de abdij van Villers, onder een jaarlijkse cijns, te betalen bij Woderghem [Woudrichem]

Engelbertus, broer van Willem van Altena, Robert de Husdenne, Lodewicus castellanus de Altena, Henricus de Boutersem

Heusden, van | 1264-10

Noordbrabantse Charters p 35/Sloet no 877 p 854
Achternamenindex

Willem van Altena en zijn vrouw Helewinis verkopen met toestemming van hun zoons Willem en Theodericus hun goederen in Rodengoye aan de abdij van Villers, onder een jaarlijkse cijns, te betalen bij Woderghem [Woudrichem]

Engelbertus, broer van Willem van Altena, Robert de Husdenne, Lodewicus castellanus de Altena

Schoten, van | 1161

Moreau: Chartes du XII siècle de l'abbaye de Villers en Brabant no X; Noordbrabantse Charters p 13
Achternamenindex

Engelbertus de Scotes staat al zijn eigen goed te Schoten bij Antwerpen alsook lijfeigenen wonende in zijn domeinen van Lotharingen af aan de abdij Villers bij Brussel; 1166: Godefridus ertog van Lotharingen bevestigt de giften van Engebrecht van Ascoten broer van Arnout heer van Breda

getuige o.a. Godevaert van Breda en zijn broer Hendrik

Brabant

Breda, van | 1280-05-13

Noordbrabantse Charters p 46; De Raadt I p 324
Achternamenindex

Arnoud van Leuven schenkt aan de poorters van Breda de gemene weide en beemden tussen de Emelenberg en Ypelaar; 1280-05: zij schenken aan de abdij van Villers al hun bezittingen in Scoten en Merxem; 1280-06-29: aan de abdij van Tongerlo enige goederen te Baerle; zij geven une donation à l'hôpital d'Anvers

Giessen, van | 1263-10-13

Sloet p 840, 859, no 867 p 847/Noordbrabantse Charters bl 35, 292
Achternamenindex

heer Willem van Altena ontvangt van Otto graaf van Gelre de tiende van Rodengoye in leen, groot 27 mansi, de lage jurisdictie over het land Rodengoy en het "bedrijf van de dijken" met verlof om dit gehele leen over te dragen aan het klooster St Villers in het bisdom Luik, om die van hem en zijn erfgenamen in leen te houden

Arnoldus de Gisene, Eustatius [de Brakel], Wilhelmus de Goye, Egidius de Anle [Andel], Theodericus Borchmanno, Thillemannus de Campo, Ludovicus castellanus de Altena, Budinus de Riswic, Servatius de Breda, mr Godefridus dictus Phras phisicus comitis Gelrensis

Altena, van | 1263-01 (1263-10-13)

Sloet p 840, no 859, no 867 p 847/Noordbrabantse Charters p 35, 292
Achternamenindex

heer Willem [Hornes] van Altena ontvangt van Otto graaf van Gelre de tiende van Rodengoije in leen, groot 27 mansi, de lage jurisdictie over het land Rodengoy en het "bedrijf van de dijken" met verlof om dit gehele leen over te dragen aan het klooster St Villers in het bisdom Luik, om die van hem en zijn erfgenamen in leen te houden; de graaf behoudt alleen de hoge jurisdictie van Rodengooi aan zich (geen getuigen genoemd bij Sloet); 1263-10-13: staan Willem van Altena en zijn vrouw Helewidis, met consent van zijn oudste zoon Willem, deze tiende af aan het klooster van Villers, en ook de tienden van het land van Schalkwijk, met dijkbedrijf en lage jurisdictie, om dat erfelijk in leen te houden tegen een census van 1 gouden of 3 Leuvense solidi, te betalen te Woudrichem; de graaf van Gelre behoudt de hoge jurisdictie van Roden Goye en Willem van Altena de hoge jurisdictie van Schalkwijk

Arnoldus de Gisene, Eustatius [de Brakel], Wilhelmus de Goye, Egidius de Anle [Andel], Theodericus Borchmanno, Thillemannus de Campo, Ludovicus castellanus de Altena, Budinus de Riswic, Servatius de Breda, mr Godefridus dictus Phras phisicus comitis Gelrensis