504 resultaten

Demerijne, van | 1422-04-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 507v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, prior en convent oorkonden "want Udelint van Demerijne, Alijt Dijsemaers ende Gheertruijd Disemaers, Jacobs kinderen, ons ende onsen godshuse kuermedige luden geweest hebben ende noch sijn. Ende sij eijn oerde ind religie approbeert van de stoel van Romen begheren aen te nemen of in een vergaderinge te gaen daer si onder gehoersaemheit onsen lieven Here God volcs melic (?) in reijnicheden dienen mogen"; zij worden te dien einde uit de kerumede ontslagen

Doem, van | 1425-05-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 462v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Doem maakt aan het convent der besloten zusteren van St Claren in Amestelredam 80 Reynaldus Arnhemse gld eens, te betalen binnen jaar en dag na Everts dood, uit 4 acker land gelegen op ter Beeck in den kerspel van Zoes, belend boven: Willem Jansz erfgenamen, beneden: Henric Stoep, dat onse mangoed is

mannen: Gysbert Godscalc, Tyman de Lange

Doem, van | 1452-06-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 148
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Doem draagt op een stuk erf te Zoest, dat Jacob Scade gebruikte, belend boven: Steven van Zulen van Nyevelt, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, na zijn dood te komen op zijn 2 dochters Gheertrude en Evert, elk voor de helft

mannen: Heynric Botter, Hugo Bull

Dorsschen, van | 1465-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 175
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hughe van Dorsschen draagt over de tijnsweer van ½ hoeve veen, onderdeylt ende gemengder vore mit Meus Dircsz ende Henric van Rijn, gelegen after Zoesenge op Brandenborger wijc, strekkende van Zoes enge tot aan Heserveen, belend boven: Armgairt Jan Hilhorstdochter erfgenamen, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem, hem aangekomen bij dode van zijn nicht jvr Lysbeth van Brandenborch Gerwen Volkenzsdochter; vervolgens ontvangt Willem Adriaensz van der Eem dit tijnsgoed tegen een onversterfelijke erftijns

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Rutger van Broeck

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"

Doorninck, van | 1468

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"

mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel

Doem, van | 1482-10-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Willem van Doemsdochter, weduwe van Jan van der Maeten, draagt op ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, zoals haar vader Willem van Doem van de abdij in leen gehouden had, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oud Munster te Utrecht; vervolgens wordt Henric Kracht ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; sterft Henric voor zijn vrouw Wendelmoet Aernt Mutsendochter, of sterven zij beide zonder kinderen, dan zal de helft komen op Henrics erfgenamen en de andere helft op Wendelmoets erfgenamen; "item dit heeft Wendelmoet sijn wijf"

mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ringenberghe

Dam, van | 1485-07-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Dam Petersz wordt na dode van zijn vader Peter Willemsz beleend met: 1) 7 vierdel veen in Heserveen, van der ouder graften tot aan Hezer sant toe, belend boven: die Zoessche venen en (ook beneden) Aelbrechts erfgenamen van Baren, 2) een hoeve veen op Hezerveen, in ½ hoeve geheten Schallartshoeve, 7½ roeden breed en 850 lang, 3) land geheten Oeverveen, gelegen in Zoeserkerspel, strekkende van de Heerenwech tot de Eem toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goenger, 4) stuk land ook Oeverveen geheten, strekkende van de Hoijwech tot de Eem toe, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 5) een stuk veen in Zoeserveen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Heezerveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Zanten; hierna: zijn zoon Peter van Dam (in libro abbatis Mathei fol 45); boven deze akte staat: "Willam van Dam Petersz heeft te leen die ½ van desen nabescreven goeden, uytgesceyden die 7 vierdel veens, daeroff heeft hij alleen een quartier, ende dat een quartier Ermgart ende Dibborch gesusters, ende die twee quartieren Reyner Snijersz ende Nelle zyns wijfs", "item deze ½ hoeve heeft te leen Willem Krieck"

mannen: jonge Vrederic van der Zevender, Gerit Bot Folkensz

Doijs | 1477-04-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 447
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Steven Doijs maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Hanniken Gerrit Krijxt dochter, "ut die heerlicke goederen die hij van ons te leen houdt geheten die Schalbrinck, die Rutger Gerijtsz nu ter tijt bruict. Noch een maet gelegen over die Eem dat Heyn Nagel bruyct, en 2½ schepel roggelants dat Aefken Gherbarts bruyct en noch 5 spijnt roggelants dat Willem Jansz bruyct", 10 gouden Rijns gld per jaar aan rente

mannen: Peter Dijer, Peter Willamsz, Evert van Heze

Drakenburg, van | 1485-03-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 239v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriet Vrederixdochter van Drakenborch wordt beleend met de tiende van Bloemenberch en van Zeelhorst, grof en smal, met het gerecht van Bloemenberch en Zeelhorst, en dat ontving Margriet Jan van Rynes wijf, haar zoon Jan van Ryness doet eed en hulde; nu: Jan van Rynesse (libro abbatis Wilhelmi de novo ecclesia fol 79); "item hier van staet oock op ten naeme op Jan van Amerongen apud dominum Henricum de Reno fol 33"

mannen: Ghysbert Jacobsz, Willem van Lienlaer