504 resultaten
Rynesse van Reynouwen, van | 1471-08-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Eerst Taets van Amerongen, schout in het Goeij, oorkondt dat Jan van Ryness heer Jansz van Rynes van Reynouwen, ridder, met zijn vrouw jvr Margriet Gerytsdochter van Culemborch, overdraagt aan Geryt van Rijn tbv de abdij van St Paulus: 1) ½ van 4 morgen land gelegen op de Grafte tot Wulven, waar de rosmolen stond, belend: Jan van Ryness, 2) ½ van 4 morgen aldaar, belend boven: Jan, beneden: erfgenamen van Folpert van Raephorst, 3) ½ van 10 morgen aldaar, boven: de H. Geest te Utrecht, beneden: het outaer dat Gerrit van Gruenenwoude toebehoort, 4) ½ van 4 morgen langs die stege tot Wulven, belend andere zijde: Jan van Rynes van Wulven met land dat hij houdt van de grafelijkheid van Holland, 5) ½ van 7 morgen gelegen op die Overmaet, boven: Tyman Deell [= Dedel], beneden: Jan Rynes van Wulven, met grafelijk leen, 6) ½ van 3 morgen gelegen an die hofstede het Oude Wulven, belend boven: Beernt Doemsz, beneden: Jan van Rynes van Wulven, met bisschoppelijk leen
hier waren over: Wyer de Wit, Beernt van Scadic, lantgenoten en buren
Rynesse van Reynouwen, van | 1471-08-16
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jorden van der Maern, schout tot Oude Wulven in Jans gerecht van Rijnes van Wulven, oorkondt dat Jan van Rynes heer Jansz van Rynes van Reynouwen, ridder, begeerde eens ordeels off ½ van 9 morgen land gelegen in dit gerecht, belend boven: de nonnen van St Servaes te Utrecht, beneden: de Goijer Wetering, en ½ van het land geheten "de hoge hofstede", boven: Wyer die Wit, beneden: de heren van St Marie te Utrecht, dat hij dat mocht verkopen; daarna draagt Jan met zijn vrouw jvr Margriet Gerritsdochter van Culemborg, dit land over aan Henric van Rijn tbv de St Paulus abdij
bezegeld door Jorden van der Maern voor hem zelf en voor landgenoten en buren
Ruysch | 1475-10-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 446v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Alphaer Ruijsch maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Lysbeth Willemsdochter van der Horst, een erfelijke rente van 7 oude Vrancr scilden per jaar die hij in leen houdt uit een tiende gelegen tot Bunschoten in die Veenstraet, belend zuid: de Haerscheweg, noord: Jan de Rode Jansz of zijn navolgers, oost: de Lake, west: de Eem
mannen: Geryt van Rijn, Willam Speijert van der Maern
Scade | 1461-04-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 102
Achternamenindex
de abt beleent Wouter Scade met ½ hoeve veen in de grote slage tot Zoes, zoals zijn vader wijlen Jacob Dirck Gysbert Scadenzsz in leen hield, belend zonnewaarts: Henrick Botter Goyertsz en Roelofs erfnamen van Baren [= Baarn], noordwaarts: Goossen Willemsz en Gysbert Wouters erfnamen, maar door verzuim ten Hove gekomen was
mannen: Baernt Scade Jacobsz, Peter Bot Volkenz
Scade | 1473
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233v
Achternamenindex
Bernt Schade wordt binnen jaar en dag na dode van zijn neef Volken Bot Petersz beleend met ½ hoeve veen in het gerecht van Zoes, belend: Henric Goijertsz en de erfgenamen van Rolof van Baern, noord: Goesen Willamsz en erfgenamen van Gysbert Woutersz; Gheryt Schade Dircsz draagt op een vierdel veen gelegen achter Zoes enghe in het kerspel van Zoes, belend zeewaarts: Lambert Fierling kinderen, land: Gheryt Hilhorst, en wordt er mee beleend
mannen: Evert van Heese en Henric van Ringenberg
Scellacht, van | 1423-06-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 330v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam Bouwensz van Scellacht wordt beleend met de helft van een tiende gelegen in den kerspel van Oester Sobborch, geheten Ver Lysbetten Kinder tiende, en wijlen heer Huge Bloc en daarna nu wijlen Jan Hugemansz in leen hielden, voor een pacht van ½ £ zwarte Tourn en een maaltijd of 2 zwarte Tourn groot per jaar (vgl 1423-06-22)
mannen: heer Peter Jacobsz, canonic tot Middelborch, Gysbert Goedscalc
Zwaen | 1423-05-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 326
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt van Middelburg dominus Johannes Zwaen wordt in presentie van zijn proost dominus Nycolaus Nicolai en Petrus filius Jacobi, canonicus, beleend met de tienden van Zwalinghen "et circiter et decimas quas Henricus dictus Bresche et sui ancessoris a nobis et nostro monasterio in pheodum tenebant" (vgl 1429-05-04)
presentibus: Vrederico van den Voerde, Jacobo de Jutfaes, Everardo de Doem, nostris vasallis
Steen, van den | 1439-06-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 350
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Beatrijs van den Steijne wordt beleend met de helft van de alinger tienden in de parochie van Coudenkerke, en wijlen Pieter Maude en Peter uter Boede in leen hielden, vervolgens kwamen op mr Peter van den Steyne die het na enige tijd overdroeg aan jvr Beatrijs. Daar zij de pensie niet betaalde, was het leen aan de abdij vervallen; om het leen terug te krijgen betaalde zij een koopsom, en een jaarlijkse pacht van 15 schell zwart Tourn
mannen: Volquin van Baern, Goessen van Schaick
Steen, van den | 1463-10-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 378v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent jvr Beatris Gelisdochter van den Steijn, binnen jaar en dag na dode van haar moije jvr Beatris van den Steijn mr Petersdochter van den Steijn, met de tienden in Coudekerke, en de tienden gelegen in Biggenkerke, jaarlijkse pacht no 1) 30 scell zw Tourn en een goede maaltijd, no 2) 40 scell zw Tourn en een maaltijd; "modo Adolph Blanckert"
mannen: Jan van den Anxter, Jan Stevensz en Tyman Mouwer van Heerseel
Scut | 1421-04-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 281
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Heinric Scuet [Scut] draagt over een hofstede met een stuk land in Zoeskerspel, hof en tijnsgoed, belend zeewarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: jhr van Gaesbeeck, strekkende van de brinck tot aan de Torfwech; de abt beleent dit aan Gheertruide dochter van wijlen Jacob van Doem, en haar moeder Margriete, vrouw van Jacob van Doem; pacht: 8½ goede Arnh gld, tijns: 1 penninc per jaar
tijnsgenoten: Wouter van der Laen, mr Aelbrecht Baers