Donker | 1407

Rechtspraak Graaf van Holland II p 229, 230

Achternamenindex

dit zijn degenen die Heynric Hugensz beschuldigde ende mede schuldig zijn te beteren alsulke breuken als hij tot Haerlem met sinen vrienden gedaen heeft, o.a. Jan Doncker Pelser; 1407-02-11: hertog Willem geeft een vrijgeleide aan Jan Doncker Pelssz

Haarlem

Hekelingen, van | 1312-08-03

Van Mieris II p 126

Achternamenindex

Hughe van Soteghem, ridder, heer van Putten, belooft de heer van Voorne alle misdaden tegen hem begaan te zullen beteren naar uitspraak van de graaf van Holland; "voorts sullen wy Haren Hughen goet van Hekelem houden tot ons Heeren 'ts graven willen"

borgen en zegelaars: Daniel van der Merwede, Gerard van den Raphorste, Symon van Marckenburch, ridders; Claes Willaemsz, Hessel van der Creke, den Loper van der Capelle, Aper van der Milen, knapen

Rijpen, van | 1409-11-02

Rechtspraak Graaf van Holland I p 138

Achternamenindex

Gheryt Minneken, Voppe Hugenz, Jan Louwe en Willem Rijppe moeten naar den Hage komen, "ende ist sake dat mijn genadige heere voirs bevijnden kan dat sij gebruect hebben ander molen 't Akersloet soe sullent sijt beteren, ende vijnt mense niet brueckich so sullen sij quyt wesen"

Assendelft, van | 1382-05-13

Rechtspraak Graaf van Holland I p 109

Achternamenindex

"Rikout die viscoper was ghearresteert voerder tolne ter Goude mit twee sticke wijns om broeke wille die hie ghedaen hadde, en de daerover hebben gheloeft van der stede weghen van Haerlem: Hughe van Assendelf ende Foykijn Bannensoen ende Willem van Adrichem dat sijt beteren sullen mach men t bewisen dat hi broekich is"

Haarlem

Ban | 1382-05-13

Rechtspraak Graaf van Holland I p 109

Achternamenindex

Rikout die viscoper was gearresteerd voor de tol ter Goude "mit twee sticks wijns om broeke wille die hi ghedaen hadde, ende daerover hebben gheloeft van der stede weghen van Haerlem: Hughe van Assendelf ende Foykyn Bannensoen ende Willem van Adrikem dat sijt beteren sullen mach men 't bewisen dat hi broekich is"

Haarlem

Ploos | 1421-09

Rechtspraak Graaf van Holland II p 163

Achternamenindex

schepenen van Loosdrecht hebben "an heren Arnts hant van Leyenberch getast ende geloefft, wairt dat mijn here in der wairheit bevonde dat sij den vyanden enich goet gevoert hadden, dat sullen sij beteren bij mijnen here ende sijnen raide, ende dat sij dairaff ter antwoirde comen sullen, so wanneer se mijn here ontbiedt"

schepenen van Loosdrecht: Egbrecht Ghysbrechtsz, Geert Claisz, Jan Geertsz, Florens Dirxz, Willem Meynaertsz, Clais Plois, Willem Petersz

Wilde, de | 1427-07-01

Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 61/XVI Memoriale fol 123/Comm B.B. Blois 1425-1427 fol 123; R.A.H. Coll Aanw no 80 fol 344, 379/Mem B tussen fol 112, 113 ingestoken

Achternamenindex

legden Aelbrecht Lievinc en Aernt die Wilde de belofte af aan de thesaurier om "te beteren by myns Heren Rad so wes men bevinden konde dat sij tegen synre Genaden gebruect hebben"; 1427: klachten over Aernt de Wilde als aanlegger van de doodslag op Jan Jacob, schout van Alkmaar [lees: Gerrit Claesz; zijn oom Jacob Jansz is de aanklager]

Rolland, van | 1406-06-18>

Rechtspraak Graaf van Holland II p 229, 230

Achternamenindex

lijst van personen die het zoengeld voor de doodslag binnen Haarlem op Jan van Sevenbergen moeten betalen: o.a. Wouter van Rollant en Jan Woutersz van Persyn; 1407: dit syn diegene die Heynric Hugensz beschuldigde ende mede schuldig te zijn te beteren alsulke brueken als hij te Haerlem met sinen vrienden gedaan heeft o.a Wouter van Rolland; Gheryt Woutersz, Vechter Woutersz

Wilde, de | 1402-12-14

R.A.H. Coll Aanw 68 fol 34/Memoriale B.J. fol 237

Achternamenindex

Pouwels de Wilde, Aelbrecht Hermansz en Symon Evertsz beloven "aen Philips hand van den Dorpe, tot mijns Heren behoef, waert dat zij in den onrecht gewyst worden van den gerecht van Enghusen van den scepenenbrief die voir in desen boecke geschreven staet, dat si dats dat minen Here beteren souden mit hunnen lijve en goede, nadat mijn Heer mit sinen Rade dat caven sal"

Wateringe, van der | 1353-07-31

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 68/Reg EL 25 fol 43

Achternamenindex

hertog Willem beveelt heer Willem van der Wateringen "te bewaren ende te bewonen onse borch van Theijlinghe, mit allen diensten die daertoe behoren, drie jaar na der date van desen brieve, en daerna ons over te leveren so wanneer wijs beteren"; hij krijgt voor kost en wedde 50£ per jaar, uit de tijns te Voorhout zolang hij het baljwuschap van Rijnland bekleedt; onkosten aan het huis Teylingen worden hem vergoed