Ghenehusen, van | 1307-05-28

Reg Rotterdam en Schieland no 185

Achternamenindex

Imme van Leyden, bagijn te Delft, verkaart in de kerk van Wateringen voor het altaar ten overstaan van broeder Jacob van der Leede, Otgier uten Hoeke en verschillende andere buren met haar momber, aan heer Jan, proost van Coninxvelt overgedragen te hebben 4 morgen land in Wateringerambacht, waarop Diederic van Ghenehusen aanspraak gemaakt had, doch die de zevenen haar hadden toegewezen met erkenning van haar bevoegdheid om erover te beschikken

bezegeld door: heer Jan heer van der Wateringe heer Dirric uten Hoeke, pastoor in Wateringe en Otgier uten Hoeke

Leede, van der | 1307-05-28

Reg Rotterdam en Schieland no 185

Achternamenindex

Imme van Leyden, bagijn te Delft, verklaart in de kerk van Wateringen voor het altaar ten overstaan van broeder Jacob van der Leede, Otgier uten Hoeke en verschillende andere buren met haar momber, aan heer Jan, proost van Coninxvelt overgedragen te hebben 4 morgen land in Wateringerambacht, waarop Diederic van Ghenehusen aanspraak gemaakt had, doch die de zevenen haar hadden toegewezen met erkenning van haar bevoegdheid om erover te beschikken

bezegeld door: heer Jan heer van der Wateringe heer Dirric uten Hoeke, pastoor in Wateringe en Otgier uten Hoeke

Leyden, van | 1307-05-28

Reg Rotterdam en Schieland no 185

Achternamenindex

Imme van Leyden, bagijn te Delft, verklaart in de kerk van Wateringen voor het altaar ten overstaan van broeder Jacob van der Leede, Otgier uten Hoeke en verschillende andere buren met haar momber, aan heer Jan, proost van Coninxvelt overgedragen te hebben 4 morgen land in Wateringerambacht, waarop Diederic van Ghenehusen aanspraak gemaakt had, doch die de zevenen haar hadden toegewezen met erkenning van haar bevoegdheid om erover te beschikken

bezegeld door: Jan heer van der Wateringe, heer Dirric uten Hoeke, pastoor in Wateringe en Otgier uten Hoeke

Ackoy, van | 1443

Leenregister Gelre 13e stuk, Nijmegen p 773

Achternamenindex

een hofstad te Beesde aan de Steenstraet met 10 hont land, Otto bastaard van Ackoy bij transport; - lijftocht voor zijn vrouw Mechteld van Loon; - 1463: Johan van Ackoy, bastaard, erve van zijn broer Otto; idem anno 146; -1478-10-02: eed vernieuwd en op dezelfde dag transporteert hij dit leen; 1481-08-02: "Walraven Pieck thoont een maechgescheitsbrieff, waerby Johan van Ackoy, bastart gelooft dese 10 hont te sullen erven na dode Mechtelden syns broeders Otten wijf op Walraven Jan van Herwynens wijff of haar erven, die dan geen ander erven achtergelaten als een cloosterjoffer Otte Dirxdochter, wonende te Coninxvelt, welcke hem dese 16 hont overgegeven, ende is also daermede beleent"

Keijser, de | 1287-01-07

De Fremery no 244

Achternamenindex

schepenen van Schiedam keuren dat alle poorters en verdere ingezetenen van de stad bij overlijden hun beste kleed aan het gasthuis zullen nalaten

bezegeld door heer Floris van Henegouwen, de proost van Coninxvelt en schepenen van Schiedam: Claes sa ['s haren of Fer?] Arnoutsz, Conraet Ghibenz, Jan van der Herberghen [de Keyser ?], Jacob Frasekins neve, Reinier die Viskere, Heyne Hughenz, Willem die Lakenman