63 resultaten

Dever | 1269-11-03

v.d. Bergh II no 191
Achternamenindex

Symon de Teiling, baljuw van Noordholland, verkoopt enige venen tussen Waddinxveen en Polien, tussen Jacobus zoon van Th. De Zevenhusen en Heynrici de Velsen, aan Ysebrandus Ever (32 sol), Egbertus (32 sol), Werenboldus, Walich filius Deliane, Meynardus en Robertus (21 £)

Hemert, van | 1333-05-27

Cartul Marienweerd no 415
Achternamenindex

voor schepenen in Santbomel doet Egbertus zoon van Henricus Wisen de Hemert, als tutor legitimus van zijn vrouw, dochter van Johannis ver Mikensoen tbv Berwinus Berwinusz de Sulinchem, afstand van een stuk land in Eynspijc in Corthoeven, belend tussen Berwinus en Johannes de Trajecto

Zuilichem, van | 1333-05-27

Cartul Marienweerd no 415, no 408
Achternamenindex

Egbertus zoon van Henricus Wisen de Hemert doet voor zijn vrouw dochter van Johannis ver Mikenzn, tbv Berwinus Berwinusz van Sulinchem afstand van een stuk land in Eynspyc in loco dicto Corthoeven, tussen Berwinus en Johannes de Trajecto; 1342-11-22: aan de abdij overgedragen

schepenen van Zaltbommel: Henricus Fey en Henricus de Werva

Sevenhuizen, van | 1269-11-03

v.d. Berg II no 191
Achternamenindex

Symon van Teylingen, baljuw van Noordholland, verkoopt een veen tussen Waddinxvene en Polien "ita latum sicut officia Jacobi filii Th. de Zevenhusen et Heynrici de Velsen sunt, et se extendunt ad communem viam et longum ses vorling" aan Ysbrandus Ever, Egbertus, Werenboldus Walich zoon van Deliane, Meynardus en Robertus

Amstel, van | 1268-07-21

v.d. Bergh II no 170
Achternamenindex

Otto zoon van Egbertus de Amestel, ridder, neemt van het kapittel van St Marie te Utrecht de jurisdictie en tienden (grove en smalle) met cyns te Waveren voor zijn leven in pacht tegen betaling van 20 £ Utr per jaar zo lang hij leeft, na zijn dood vervallen ze aan het kapittel

Ghiselbertus de Amstel en zijn broer Arnoldus

Grimbergen, van | 1338

De Raadt III p 396, Sceaux Armoriés I 162,164, 249,362, 501, 516; Düss. Werden no 107
Achternamenindex

Agnes vrouwe in Almelo, weduwe van Egbertus van Almelo, met hun kinderen Arnoldus, Hadewigis en Coneghundis verkopen aan de abdij Werden de curtis de Monekinchof (bij Oldenzaal) in Elvether [Elfter] bij Aldenzele; allen worden genoemd als "coheredes" van Agnes, ook Hermannus domicellus in Ahus, zijn vrouw Agnes en hun kinderen Bernard, Ludolf en Agnes doen bij deze akte afstand van deze hof, ten gunste van de abdij Werden

zegels: Agnes, haar zoon Arnold, Godefridus de Gore, ridder, Egbertus de Grimberge, knape, Everard van Bevervoorde, ridder, Jan van Bevervoorde, knape, Arnoldus de Sconenvelde

Overijssel

Hacke | 1277-06-05

Van Mieris I p 391; Brom regest no 1871
Achternamenindex

Egbertus graaf de Benthem oorkondt dat zijn vader Otto in het Duitse Huis getreden was en daaraan gegeven heeft: 1. de kerk te Renen. 2. de gruit te Node. 3. de kerk en de tiende te Bemmel. 4. de huizen Meynardinc in Hagelo (bij Ootmarsum), Geesteren (bij Ootmarsum) en het huis Hubboldinc (in Voltheren noordelijk van Oldenzaal), alles vroeger tot hulp van het Heilige land geschonk door wijlen zijn vader Otto

testes: Albertus presbyter, Bernardus Sebelinchem, Nicolaus de Turre, Nicolaus zoon van Boydekini et Ludolphus zijn zoon dicto de Sconewolde, Conradus de Quedendorp, Henricus de Reden, militibus; Rodolphus Haeck de Vethe, Weremboldus Flamynck, famulis

Bentheim, van | 1277-06-05

Van Mieris I p 391/Brom regest no 1871
Achternamenindex

Egbertus graaf de Benthem oorkondt dat zijn vader Otto in het Duitse Huis getreden was en daaraan gegeven heeft: 1. de kerk te Renen; 2. de gruit te Node; 3. de kerk en de tiende te Bemmel; 4. de huizen Meynardinc in Hagelo (bij Ootmarsum), Geesteren (bij Ootmarsum) en het huis Hubboldinc (in Voltheren noordelijk van Oldenzaal), alles vroeger tot hulp van het Heilige land geschonk door wijlen zijn vader Otto. Graaf Egbert bevestigt de gift en de jonge graaf van Oudenborch

testes: Albertus presbyter, Bernardus Sebelinchem, Nicolaus de Turre, Nicolaus zoon van Boydekinus en zijn zoon Ludolphus de Sconewolde, Conradus de Quedendorp, Henricus de Reden, militibus; Rodolphus Haech de Vethe, Weremboldus Flamynck [Vlaminck], famulis

Oldenburg, van | 1277-06-05

Van Mieris I p 391; Brom regest no 1871
Achternamenindex

Egbertus graaf de Benthem oorkondt dat zijn vader Otto in het Duitse Huis getreden was en daaraan gegeven heeft: 1. de kerk te Renen; 2. de gruit te Node; 3. de kerk en de tiende te Bemmel; 4. de huizen Meynardinc in Hagelo (bij Ootmarsum), Geesteren (bij Ootmarsum) en het huis Hubboldinc (in Voltheren noordelijk van Oldenzaal), alles vroeger tot hulp van het Heilige land geschonk door wijlen zijn vader Otto. Graaf Egbert bevestigt de gift en de jonge graaf van Oudenborch

testes: Albertus presbyter, Bernardus Sebelinchem, Nicolaus de Turre, Nicolaus zoon van Boydekini et Ludolphus zijn zoon dicto de Sconewolde, Conradus de Quedendorp, Henricus de Reden, militibus; Rodolphus Haech de Vethe, Weremboldus Flamynck, famulis

Amstel, van | 1156-03-09 - 1156-06-18

Oorkbk Sticht Utrecht no 414/v.d. Bergh I no 135
Achternamenindex

keizer Fredrik herstelt het kapittel van St Marie te Utrecht in het bezit van ".. novalium, justiciam, censum decimas", hun door Egbert van Amstel, ministeriaal van St Maarten wederrechtelijk ontnomen. Egbertus deed afstand maar er ontstond geschil over de grenzen van deze tienden. Vervolgens worden de grenzen bepaald met als scheidslieden Walterus de A, Albero de A, Henricus de Lonreslothe en Aloldus Cultel, inwoners van die streek. Genoemd worden: Bruntheslothe, Horsteldreth [drecht], Wisepe [Weesp] Retfelt [Rietveld], de Vecht, lacus Vuermere, justiciam et censum et in Curtenven [Kortenhoef?] en het land van Willem van Velsen