28 resultaten

Bekerke, van | 1468-10-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 390, 390v, 396v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wolfert van Bekerke als gemachtigde van de vrouwe Anna bastaard van Burg[ondiën] vrouwe van Bredamme etc, wordt binnen jaar en dag na dode van haar man heer Adriaen van Borssele heer van Brigdamme beleend met: 1) goed en tiende in het kerspel van Coudenkerke (de halve tiende), jaarlijkse pacht 6£ Coninc Tourn 36sc; 2) ¼ van de tiende idem (¼ tiende), pacht 3£ zw Tourn; 3) de helft van ⅛ deel van de tienden idem en 7 quartier leenland (dit heeft myn here van der Vere ende was twijstgoet), pacht 15 scell Conincs Tourn en daartoe 3 goede maaltijden; "dit heeft ontfangen vrouwe Anna van Borselen vrouwe van der Veer in libro domino Wilhelmi de nova ecclesia fol 41"; 1469-12-08: beleend mr Gysbert Reijersz, priester als gemachtigde van heer Heinric van Borselen heer van der Vere grave van Grampraij; 1474-05-10: (doorgehaald) beleend Symon Pietersz als rentmeester van heer Wolfart van Borssele, na dode van zijn vader de heer van der Vere

mannen: Hubert van Pallaes, Tyman Mouwer van Heersell; 1469: Tyman Mouwer van Heersell en Henric van Duven; 1396: mr Korstiaen Andriesz, priester, Johan van Helmond

Beer, de | 1473-03-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 210v, 211, 238v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over tbv Lysbeth Andries Botsdochter, ½ van een stuk land gelegen tot Zoes, geheten Stalbrenck, belend landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Evert Jacobsz erfgenamen en Goyert Jacobsz (10-16), 1486: Goijert Jacobsz en Ruert Jacopsz erfnamen; vervolgens wordt Lysbeth ermee beleend; "filius ejus Volken. Vide infra fol 239"; 1473-10-16: Lysbeth draagt dit leen op in eeuwige erfpacht aan Rutger de Beer Jacobsz en zijn nakomelingen, elk jaar voor 6 gouden R gld; 1485-07-04: Geryt Bot Folkensz beleend als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerytsz, na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botdochter; "dit heeft ontfangen Cors Meijnsz in libro domini Ser (?) de nova ecclesia fol 209"

mannen: Alfer Ruysch, Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersell; Tyman Mouwer van Heersell, Jan van Helmont; 1485: jonghe Vrederick van der Zevender, Willem van Dam Petersz

Clarenburg, van | 1472-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 442v, 443
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Janna Jansdochter van Clarenborch, vrouw van Herman van Wije, maakt haar man tot lijftocht de alinge tiende tot Bunschoten [er staat: bbuscoten], die zij van de abdij in leen houdt; Harman van Wije heeft zijn lijftocht verkocht in 1474 op St Petersavond ad Cathedram

mannen: Geryt van Rijn,Tyman Mouwer van Heersell; 1474: Alfer Ruysch, Jan Helmont

Beer, de | 1463-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 466v, 449v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de broers Jan en Gysbert de Beer Rutgerszonen vermaken elkaar, indien zijn kinderloos sterven, de volgende leengoederen: 1) 1 ½ morgen veen after Zoesenge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezerveen then herden wert, belend noord: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen, 2) ⅓ deel van 5 morgen veen in Heserveen, strekkende van der meer te grafte weert, onderdeylt met Gysbert Heijnricsz, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; 1468-10-29: Jan de Beer Jacobsz maakt de helft van deze lenen tot lijftocht voor zijn vrouw Marie Aernt Willemsz, een rente van 5 gouden R gld per jaar en meer niet, sterft zij kinderloos dan komt de rente aan het St Barbaragasthuis te Utrecht

mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell; 1468: Henric van Duven, Symon Jansz

Duijst, uter | 1474-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444v, 472v, 97v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Garbrant uter Duijst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, 6 R gld per jaar uit alingen 27 dachmaet land in de Duysten, dat hij in tijns heeft; Garbrant maakt zijn kinderen Gysbert, Jan en Agnies bij zijn vrouw Mechtelt, na zijn dood, elk ⅓ van 15 dachmaet land in de Duijst, binnen de nije wech en de nederenwech, belend zuid: Geryt van Scadijc, noord: Ricout Steven Ricoutsz.z; "Mit sulke voorwaerde: ist sake dat Ricout Garbrants outste sone die buten lants is op dese tijt doot, is off waer t dat hij storve eer Garbrant syn vader wirg, so sellen Jan en Angniese na hun vaders dood elk ½ van deze 15 dachmaet ontvangen"; 1482-11-14: Johan Garbrantsz van der Duijst draagt zijn deel over aan zijn broer Ghysbert, die beleend wordt tegen een erftijns van 2 oude Vls per jaar; Ghysbert maakt aan zijn broer Jan een rente van 11 Rijnse gld per jaar deze 15 dachmaet; Agnijse Gerbrantsdochter geeft over 5 dachmaet hiervan, en heeft Jan Willem Tylmansz ontvangen, die het overdraagt aan Willem Evertsz

tijnsgenoten: Willem Adriaensz, Rutger Jan Tymansz, Tyman van Heersell; 1482: Geryt van Rijn, Willam Adriaensz

Zuilen van Nyevelt, van | 1465-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174, 190
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn vader Steven van Zulen van Nyevelt, met het leengoed dat Steven tevoren aangekomen was van zijn broer Gysbert van Zulen, gelegen in de parochie van Zoes; vervolgens droeg Jacob dit leen over tbv zijn broer Geryt van Zulen van Nyevelt die ermee beleend wordt; 1469-05-28: Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn broer Geryt beleend met het leengoed in het kerspel van Zoes

mannen: Dirc van Zulen heer van der Zevender, Heinric van Duven; 1469: Tyman Mouwer van Heersell, Symon Sarasaen Jansz

Scadijc, van | 1460-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jut, vrouw van Goesen van Scadijc draagt over een stuk land van 2 campen, geheten de Lijescamp, gelegen in den Slage, en Goesen doet afstand van zijn lijftocht; vervolgens wordt zijn zoon Evert van Scadijc Goesenz beleend; 1465-04-11: Evert van Scadijc draagt dit leen op, en vervolgens wordt Heinric die Witte beleend tbv "der armen luden die beddevast lagen in Sinte Barbarengasthuus t Utrecht bi der plaetse ende St Louwerens gasthuijs daer t'eynden an"; de beide gasthuizen worden beleend

mannen: Gherijt van Lochorst ende van der Merwe, Henric van Duven; 1465: Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersell

Monijck, de | 1454-09-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 366v, 392v, 380, 398
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan Claes die Monijck als momber van zijn neef Jan Gerijtsz in Borselen, ½ tiende in Hoegenlande, zoals heer Phillips van Borssele heer van Cortgene van ouds in leen hield, en aan zijn nicht de vrou van Poeck bestorven zijn, en bij wanverzoek van haar man heer Daniel van Boechout, aan de abdij vervallen waren, daarlaatstgenoemde deze halve tiende zonder consent van de abt aan Geryt Jansz des voirs Jan Jansz vader verkocht had, hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 18 groten oude Coninx Tourn; "heeft verzocht Claes Jan Betsz in eodem libro fol 398v"; 1472-07-21: beleend mr Henric Walichsz als momber van zijn neef Claes Jan Betsz, na dode van zijn oom Jan Gerytsz in Borssele; "dit heeft ontvangen Peter Cornelisz in libro abbatis de Stege fol 15"; 1473-03-25: beleend Petronella Goijert Mensendochter met haar man Joest zoene Dircsz, na dode van haar oom Jan Gerijtsz; "dit heeft Claes Beth"; 1478-06-21: beleend Claes Jan Bethsz, nu mondig

mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Schoenenburch; 1472, 1473: Geryt van Ryn, Tyman Mouwer van Heersell; 1478: Eerst van Meerten, Johan Taets