65 resultaten
Best, van | 1538
De Raadt I p 247, 387, 218, 368
Achternamenindex
schepenen van Heusden: 1538, 1548: Adrien Anthonis die Best; 1530: Anthonis Adriaen Doydenz; 1569: Frans Doedyn Jansz; 1562: Goeswijn Beelaerts Rutghersz; 1548, 1562, 1569: Dierick Loef Henricksz; 1548: Adriaen Rutger Beelaertsz
Schaep | 1544-07-04
Reg Leenaktenboeken Kwartier Zutphen no 48 p 137, 138
Achternamenindex
het goed te Wormerdinck beleend Adriana van der Hoeven, vrouw van Henrick Schaep, erve van haar moeder Anne van Keppel, vrouw van Andries van der Hoeven; 1549-06-30: Henrick Schaep Henricksz erve van zijn moeder Adriane, Wijnant van Sallant is hulder; 1553-07-24: hulder is Theodoricus Verheijden, secretaris te Deventer; 1562-07-29: Henrick Schaep Henricksz, doet zelf de eed; 1598-09-13: Henrick Schaep Henricksz; 1600-10-03: krijgt ½ jaar uitstel voor vernieuwen eed op verzoek van zijn broer Andries; 1601-05-16: Andries Schaep bij transport bij zijn broer Henrick; 1621-03-21: Andries Schaep maakt dit aan zijn dochter Margriet, weduwe van Gulich; 1634-08-23: Hendrich Gulich erve van zijn moeder Margriet Schaep, die het erft van oervader Andries Schaep
Steenre
Heukelom, van | 1380
Reg Geld Leenaktenboeken 5e stuk Uitheemse Lenen p 69
Achternamenindex
het goed bij Teylingen, geheten Gelrelant, gelegen tussen Alde Teylingen en Elsgheest, voor 40 morgen, 1330: Gysbrecht van Rosenberch, knape; 1380: Otto van Hoclem Henricksz als momber van zijn vrouw ontving dit leen
Herlaer, van | 1405
Reg Leenaktenboeken Gelre 11e stuk p 574
Achternamenindex
Deijl. Een huis en hofstad te Deijl, geheten Bakerbosch met 2 morgen land, belend overste zijde: de gemeyne steegh, nederste zijde: Henrick van Rijne, opgedragen door Aleyd Diedrichsdochter van den Rijn, vrouw van Otte van Herlar Ottenz op Henrick van den Ryne Henricksz
Buffel | 1369-06-02
Navorscher 1917 p 526
Achternamenindex
Gheraert Hugensz, Pieter Claesz en Spernagel Louwensz schepenen tot Nieuwerkerk in Duvelandt oorkonden dat Henrick Buffel henricksz verzekert dat ver Katerine van Abbenbroek, abdis van Losduynen en ver Natalie Arnoudsdochter van den broechie (Broeke), non in dit klooster, voir 22 schell groeten elk jaer te geldenen
Culemborg, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 82v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Wouter Henricksz en zijn vrouw Aefken Dirk Mansdochter, hebben des Sonnendages na Oculi 1414 opgedragen 14 morgen land op Prijs, belend boven: de kerk van Lanxmeer en Willem Dircsz, beneden: Lysbeth Gerijt Scaepsdochter met haar kinderen, zij ontvangen elk de helft van dit goed in leen
Vauderick, van | 1435-12-10
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 13v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent Henric van Vauderick na dode van zijn vader Bernt van Vauderick met 5 morgen land geheten die Parry scat (leengoed in Gelria), belend boven: Gerijt van Jutfaes, beneden: Willam Remboutsz; "nu Beernt van Vauderick Henricksz"
mannen: Zonde van Rijn, Matheus Gysbertsz
Beerhem, van | 1629-05-03
Not Arch Amsterdam 398 fol 369 notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Jacob Henricksz Smits, gezworen makelaar binnen Amsterdam, attesteert op verzoek van Jan Albertsz van Beerhem, zoon van Albert Jansz van Beerhem, dat hij op 1624-01-17 als makelaar gestaan heeft over een "partije"en dat hij diensvolgens zeer goed weet dat Volcart Siucx de door hem beloofde leverantie niet was nagekomen
Herlaer, van | 1618-03-23
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 11
Achternamenindex
compareerden voor schepenen: Dirck Henricksz, Dirck Woutersz, Claes Aertsz en Haesken Maurissen, op verzoek van Assuerus van Wynbergen, betreffende de goederen van Fredryck Cornelisz van Herler; verder genoemd: Adriaen van Lith als bevel hebbende van Johan Spiegel, Claes de Bier; 1618-05-01: Jan Woutersz van Kerckwijk, Assuerus van Wynbergen , erfgenaam van Fredrick van Herlaer
Ammerzoden
Herlaer, van | 1602-04-26
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 7
Achternamenindex
Goort Aertsz als rentmeester van de jonker van Malsen contra Frederick van Harler; 1602-03-28: Jan Heinrichsz muilder tot Oers contra Frederick Cornelisz van Harler, deze is schuldig aan Heinrich Heimansz Mulder 18 gld; 1602-10-28: Lennaert Jansz gevolmachtigde van Jan Henricksz Mulders tot Oers, tweede clage over Frederick Cornelisz van Harler, inhalt: Singenaets
schepenen: Jan Aertsz Roijen en Jan van Thyel
Ammerzoden