23 resultaten

Put, van | 1468-10-08

Sententiƫn Hof van Holland no 471 fol 123v e.v.
Achternamenindex

eiser: kerkmeesters van Oostzaan en kapelmeesters van Zaenerdam contra Dirc Claes van Put, alias Dirc Fijenz. Vanouds behoorden aan Geryt Claesz tot Oostzaenden twee visserijen en sluizen, de ene gelegen in Zaenredam en de andere in de Schijnkeldijck, hun ten eigen gegeven door hertog Willem van Beijeren, welke sluizen en visserijen Gerijt Claesz op 1434-09-08 opdroeg aan Philips van Bourgondiƫ; dat 14 jaren geleden Geryt Claesz gewild heeft dat ze kwamen aan de kerk en kapel; na zijn dood hebben zijn kinderen zijn wil uitgevoerd en ze aan de kerk en kapel getransporteerd, met de oude brieven. Dirck Fijen gaat als afgevaardigde naar Den Haag om beleend te worden en hij verkrijgt de ontvangsten. Protest hiertegen en eiser eist de renten op van 30 rijksdaalder per jaar, totaal 600 rijksdaalder

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Alkemade, van | 1521-09-04

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 327
Achternamenindex

Heynrick van Alkemade en zijn vrouw Clara, dochter van Gerrit Buytewech, maken hun testament te Leiden (dl IV dossier 327/4); 1518-05-10: attestatie van schepenen van Leiden betreffende de laatste wil van Heynric en Clara; 1516-10-12: certificatie waarin Henric van Alkemade belooft zijn broer Willem Cuyper schadeloos te houden ( dossier 327/I sub b I en II); 1522-1528: heer Willem Cuser, kanunnik van St Pancraskerk te Leiden en zijn broer Henric van Alkemade beloofden op 1516-09-06 aan mr Gheryt van Laen, advocaat bij het Hof van Holland 1500 R gld als medegave bij zijn huwelijk met jvr Adriane, dochter van Henric van Alkemade, als onderpand: 10 morgen te Rijswijk, 4 morgen te Warmond en 5 morgen te Alkemade; hij mocht ook geld vragen iplv de 10 morgen te Rijswijk, dat probeert hij 3 jaar zonder succes; 1521: stierf Henric, en mr Gheryt sprak diens weduwe Clara dochter van Pieter Buytwech aan. Ook sprak hij het goed van heer Willem Cuser te Warmond aan, doch deze verweerde zich hiertegen met succes op grond van een obligatie van 1000 gld die hij van zijn broer Henric ontvangen had; 1525: Clara ging in beroep bij het Hof van Holland (dl IV dossier 327)