30 resultaten

Scoutiaen | 1380

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Scoutiaen: afterstal van 1378 van de sluizen in Scellinchoute 10 sc en van de Wogmeer 16 sc 8d (822 fol 1v); (fol 10v) van de visserij van Oevensidewinde 32 £; (fol 11) de Wogmeer 10 sc, de Borderopsmeer 20sc, van de sluizen in Scaderdam 4 £ 15sc; 1384-1385: (826 fol 6) afterstal van de visserij van Payensidewinde 32£ 6sc 10d, (fol 6v) van Borderopsmeer 7£ 11sc en de sluizen in de Scaderdam 16£ 16sc 8d; (fol 18) de Borderopsmeer 7£ 2sc; 1385-1386: (827 fol 18v) van de sluizen van Medemblic 90£; 1379: (821 fol 2v) afterstal van oevensydwinde 5sc, van Borderopsmeer 32 sc; (fol 13) van de sluizen in Scellinchout 6£ en Borderopsmeer 20sc; 1382: (823 fol 11v) van de sluizen van Medemblic 69£, (fol 12) van de Wogmeer 20 sc, van Borderopsmeer 24£, de sluizen in Scaderdam 4£ 15sc

Bossaert | 1461-1462

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Jacob Bossaert heeft in erfpacht genomen een deel buitendijks land tussen Winkel en Medemblic, groot 9 à 10 morgen (892 fol 5); 1462-1463 (893 fol 6) tot en met 1468-1469 (899 fol 14v): 8 £; 1456-1466: (896 fol 12) wegens uitbraak van het water wil hij de 8£ niet betalen; 1475-1476: (907 fol 42v) mr Jacob Bossaert van Belle, Raad myns genadigen heren

Teylingen, van | 1344-1345

Rek Houtvester dl VII p 168, 269
Achternamenindex

heer Symon van Teylingen: - van zijn wedde van de houtvesterij, 39 weken, ¾ jaar, per jaar 50 £, maakt 37 £ 10sc; - van "coste doe men rekende te St Geerdenberghe daer hi was op die reyse 14 dagen an zinen cost 7 £"; - "van coste doe hi gereden zoude hebben tot Avenjoen, doe bleef haer Symon ziec tot Broesel, ende so gaf hem mr Niclaes Stuijc 20 scilden ende hi verteerde 32 scilde"; - reizen naar Tiel, Alcmaer, Medemblic, Haarlem

Bergen, van | 1319-04

Van Mieris II p 212, 214
Achternamenindex

uitspraak van de bisschop van Zuden en andere Raden van de graaf over geschillen in West Friesland: t.a.v het "opsparren" van de sluis te Ursem wordt bepaald "Willem Hughe zal t beteren van Jan van Bergen" (p 212); (p 214) "item seggen wi dat Jan van Bergen bescheijt sal doen hebben den wive van Nieuweboxwoude, van haren goede tot Heylighe Loe, ende die baeluc van Medemblic sal haer bexeyt doen hebben van Coppaerd Hillenz als van haren goede, dat hi onderhebben soude"

Leyden, van | 1362-1363

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Coptiaen van Leijden, van sinen rock 30sc (810 fol 17); 1373-1374: (816 fol 19) van de tienden van Watwege, 4 £ 2sc; 1374: (817 fol 6) afterstal van idem, 40 sc; 1374-1375: (818 fol 18v) mijns heren bode in Vriesland, van sinen roc, 40 sc; 1375-1376: (819 fol 9v) van de tienden van Watwege, 3£, (fol 11v) van swanen in der baluwscap van Medemblic, 3£, (fol 18v) mijns heren bode in Vriesland, van sinen roc, 40 sc; 1377: (820 fol 9v) van de tienden van Edertswoude 30 sc

Huessen, van | 1467-1468

Rek Rentmeester Kennemerland 898 fol 25, 49, 899 fol 51v
Achternamenindex

het bode ambacht en schoutambacht mitter hettinge van den Vriesendijck, die Jan van Rietvelt en Gerijt van Huessen gebruikten, hun ontnomen daar zij geen behoorlijke titel konden tonen (fol 25); (fol 49) voor zijn renten hem gegeven voor zijn leven 13£ 10 sc (doorgehaald !); in margine: brief 1467-01-08 hem gegeven van 15 clinkaerts van 30 groten stuc sjaars mit het scutambacht ofte bodeambacht van Medemblic baljuwscap en van de etting van de dijk; hem worden 11£ en 5 sc uitbetaald; 1468-1469: (899 fol 51v) van zijn rente die hij zijn leven lang uit het rentmeesterschap van Kennemerland heeft 40 clinkaerts, niet uitbetaald

Banjaert | 1438-1439

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Benyaert, kastelein tot Medemblik: heeft de tienden van Medemblik tot het huis van Medemblik, jaarlijks voor 50 cronen, "die hij inhout in betalinge van synre wedden van denselven slote van Medemblik"; 1439-1440: (870 fol 8) de visserij en de sluizen van Medemblik, 10 jaar lang, ingaande 1439-07-25, maakt 21£ 12sc; 1440-1441: (871 fol 6v, 8) Benyaert Seij idem; 1441-1442 (872 fol 7, 8v) tot en met 1446-1447 (877 fol 5v, 16) Baynaert Say; 1447-1448 (878 fol 6, 9) tot en met 1454-1455 (885 fol 6v): Benyairt Sceij of Bengairt Sceij; 1452-1453: (883 fol 5v) castellein van Medemblic

Doechde | 1356

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Willem Doeghde: (803 fol 7, 7v, 9) de tienden van Spanbroec 25 £, van Hoghekerspel 5 £, utheemse biertollen in Medemblic 3 £, vlastienden te Oudorp en Vroen, 50sc, van de molen op de Overdam 29 £ 10sc; 1356-1357: (804 fol 12v) van de utheemse biertollen in Medemleke 5£ 6sc; 1357-1358: (805 fol 23v) van zijn clederen 55sc; 1358-1359: (fol 15v, 26v, 27) de sluis te Alkmaar 60£, zijn wedde 3£, van 1359 3£, van syn clederen 55sc; 1359-1360: (807 fol 18, 24, 24v) van 4 wagenen, alle wagen met 2 man en 4 paarden en van cost doe si die zwane voerden tot Alcmaer 24sc, zijn wedde van 1360 3£, van syn clederen 55sc, myns heren paelding bewaerder

Haring | 1366-1385

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Haring: 1366-1367 van de tienden van Groesthusen 16 £ (812 fol 13); 1368-1369 (813 fol 10) afterstal van 1367 van deze tienden 20 £ 6sc; 1373-1374: (816 fol 20) van de tienden van Swaich 11 £ 5sc; (fol 23) de biertollen en vlastienden in Swaechs cogge 5 £; 1374: (817 fp; 7) afterstal van deze tienden 10£ 7sc 10d; 1374-1375: (818 fol 10) van de tienden van Oisterblocweer 9 £; van de tienden van Zwaech 7 £ 10 sc; (fol 11v) de biertollen in der suderside (Medemblic) 3 £; 1380: (822 fol 10) van de tienden van Swaich 10£; (fol 12) die swaen in Swaichscogge 45sc; 1384-1385: (826 fol 6v) afterstal van de biertollen in Swaags cogge 5£ 20 d; (fol 19v) die swaen in Swaechscogge 3£ 15sc; 1377: (820 fol 10) de tienden van Westenwoude 8 £ 10 sc, van de tienden van Swaech 8£ 10 sc; 1379: (821 fol 2v) afterstal van de tiende van Swaach 30 sc; (fol 13v) die biertollen in Swaichscogge 51 sc

Polanen, van | 1420-01-30

Reg Rotterdam en Schieland no 2037
Achternamenindex

Gelis van Cralingen, ridder, baljuw van der Goude, betuigt, nu hij vernomen heeft dat zijn zoon Vranc van Cralingen beschuldigd wordt van de doodslag op Alffer van Polanen in den Hage, dat deze daaraan onschuldig is, daar hij te Medemblic bij de tresorier was, toen de doodslag plaatsvond, zoals hij door goede getuigen kan bewijzen; dat de mannen die Alffer doodden, niet waren bloedverwanten of knechten van Vranc, niet zijn klederen droegen noch in zijn dienst waren; dat deze met zijn bloedverwanten zijn onschuld daaraan wil bezweren; verklaart, indien Willem van Pollanen en zijn vrienden daarmee niet tevreden zijn, de beslissing hierover te willen opdragen aan vier van Alffers naaste bloedverwanten, nl heer Dirc van der Lec, Arnt van Duvenvoirde, Jan van Hodenpijl en Jan van Yselsteijn, en verzoek zijn neef heer Jan van Heemstede, Willem van Polanen en zijn bloedverwanten hieromtrent in te lichten en hen te bewegen tot aanneming van zijn voorstel