36 resultaten

Heusden, van | 1375

De Raadt III p 418
Achternamenindex

Willem die Smijt (un acte de 1367 le dit: van Hoesden) et sa femme Elisabeth, donnent quittance à la commanderie de St Jean à Arnhem, van alsulliken jaren alse wij hadden aen der heren bouwinge tot Huesden op ten pelle alse van dingetael, van brande, van deijlinge, van beesten, van keerne, van tymmeringen ende voert van allen kroen ende schade dien wij -- op die heren vors. vorderen mochten; zegel met randschrift: de Smit

Everdey | 1384-07-08

Kemp p 122
Achternamenindex

uitspraak van hertog Albrecht in het geschil tussen de heren van Arkel, Brederode, Gennep, de vrouwe van Herlaer, de heer van Ameyde, Willem van Brederode, Johan van Arkel, Gysbrecht van Langerak, Herberen van Liesveld en Willem van Slingeland met de heer van der Lecke van Breda en anderen, die met deze waterschapsheren beschadigd mochten wezen, betreffende het waterschap door het land van de heer van der Lecke. De hertog bevestigt de gedane uitspraak

heer Paulus van Haestrecht baljuw van Zuidholland, Daniel van der Merwede van Buren Jansz, Willem Everdeijsz, Aarnd Tonisz, Otto Molenaer, Ocker Willemsz, Geen Gooswijnsz

uit Wyffliet?

Almelo, van | 1310-06-22

Reg Bisschoppen Utrecht no 189 en no 429/Nassau Domein fol 1659 no 13
Achternamenindex

de bisschop van Utrecht verklaart dat voor hem en voor Sweder van Abcoude etc, ridders en leenmannen, Elisabeth dochter van wijlen Arnoud van Benscop, met Steven van Almelo, haar man, afstand heeft gedaan van alle rechten op Benscop en Polsbroek of ander goed die haar mochten aankomen als erfgename van haar vader, behalve op het goed dat Ghisbert van Yselsteyn, ridder, haar oom, haar als erfdeel heeft toegewezen; 1319-11-10 verklaren enige mannen uit het Sticht erbij geweest te zijn

Almelo, van | 1367-05-26

Cameraarsrekening III p 24
Achternamenindex

"Hennicken messelgier die tot Zwolle ende tot Almelo ghelopen was an Everde van Almelo alse van den woerden die hi Peter Dyrixsone tot Zwolle ghezeget hadde dat onse stad na horen vijanden volghen mochten in die heerscap van Almelo, ende denselven Henniken, die ghelopen was van Almelo tot Raden an Everde van den Damme alse die hi Peter Dyrixsone ghezeghet hadde dat hijs wal tween van sinen vrienden ende tween van der stad vrienden gheloeven wil 18 sc 9 d"

Born, van | 1335

De Raadt I p 294/Düss Jul Berg no 381
Achternamenindex

Otto heer van Elslo en zijn vrouw Catherine de Wildenburg ruilen met Guillaume comte de Juliers, hun burcht en land van Wildenberch, Hillesheim, Ambele en Oessenning, met gerechten aan deze zijde van de Mosella, en hetgeen zij mochten erven van Irmegarde vrouwe van Blankenheim, tante van Catherine en haar moeder Johanna vrouwe van Wildenburg, tegen het land van Kessenich "ind van Bycht, also as id unse here der greve ... gald widder heren Heinrigen van Riferscheid heren van Beidburen ind sin wif"

Boshuizen, van | 1536-10-28

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 524, 524/3 sub bb I
Achternamenindex

maakte Crispyn van Boschuysen en zijn vrouw Agniete Pietersdochter hun testament in zijn huis aan de Vyverberg te Den Haag, zij geven elkaar vruchtgebruik en elk 1800 gld, aan zijn neef mr Heyman van de Ketel vermaakt hij land in Poortegael; 1546-10-27: zij testeert op ongeveer dezelfde wijze; 1551-1556: proces; 1512: Crispyn Jansz van Boschuysen e.a., suppoosten van den Hove, waren zelf wel vrijgesteld van acccyns op bier en wijn te 's Hage, maar mochten die niet accynsvrij verkopen

Haestrecht, van | 1384-07-18

Kemp p 122/Van Mieris III p 414-417/Balen: Dordrecht p 7/Batavia Illustrata bl 1406
Achternamenindex

uitspraak van hertog Albrecht in het geschil tussen de heren van Arkel, Brederode, Gennep, de vrouwe van Herlaer, de heer van Ameyde, Willem van Brederode, Johan van Arkel, Gysbrecht van Langerak, Herberen van Liesveld en Willem van Slingeland met de heer van der Lecke van Breda en anderen, die met deze waterschapsheren beschadigd mochten wezen, betreffende het waterschap door het land van de heer van der Lecke. De hertog bevestigt de uitspraak door de heer van Asperen en Godschalk van Brakel, rentmeester van Zuidholland, gedaan

heer Paulus van Haestrecht, baljuw van Zuidholland, Daniel van der Merwede, Johan van Buren Jansz, Willem Everdeijsz, Aarnd Tonisz/Coenenz, Otto Molenaersz, Ocker Willemsz, Gheen Gooswijnsz

Arkel, van | 1384-07-08

Kemp p 122/Van Mieris III p 414-417/Balen: Dordrecht p 7/Batavia Illustrata bl 1406
Achternamenindex

uitspraak van hertog Albrecht in het geschil tussen de heren van Arkel, Brederode, Gennep, de vrouwe van Herlaer, de heer van Ameyde, Willem van Brederode, Johan van Arkel, Gysbrecht van Langerak, Herberen van Liesveld en Willem van Slingeland met de heer van der Lecke van Breda en anderen, die met deze waterschapsheren beschadigd mochten wezen, betreffende het waterschap door het land van de heer van der Lecke. De hertog bevestigt de uitspraak door de heer van Asperen en Godschalk van Brakel, rentmeester van Zuidholland, gedaan

heer Paulus van Haestrecht, baljuw van Zuidholland, Daniel van der Merwede, Johan van Buren Jansz, Willem Everdeijsz, Aarnd Tonisz/Coenenz, Otto Molenaersz, Ocker Willemsz, Gheen Gooswijnsz

Coornhert | 1560-1562

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 558
Achternamenindex

Frans Volckertsz [Coornhert], taalman in Amsterdam en zijn broer Clement Volckertsz contra magistraat van Naarden: niet-burgers mochten daar geen ambachten uitoefenen; Frans vertrok uit Naarden om zich als waard in het Hoefyser te 's Hage te vestigen en later verhuisde hij naar Amsterdam; Naarden liet toen beslag leggen op zijn brouwerij te Naarden; 1553: uitspraak van de Grote Raad ten gunste van Frans; deze liet de vervallen brouwerij herstellen en plaatste daarin Jaepgen ? dochter van Clement; Naarden liet haar arresteren, beroep op het Hof van Holland

Vuren, van | 1436-03-10

Reg Bisschoppen Utrecht no 2903
Achternamenindex

bisschop Rudolph van Utrecht verbindt zich om, als Aernt Jansz van Wernsteyn, Derijc van Schawijc en Gijsbert van Lewen, Geryt van Vueren, die indertijd door Peter Grawert, maarschalk van het Overkwartier, wegens gewelddaden tegen het goed ter Weerse, aan de Nye Vaert gearresteerd is, in recht mochten aanspreken, geen vergelijk met hem te treffen, tenzij met goedvinden van de eisers, en om aan dezen, wanneer zij het proces winnen, de helft van de boeten af te staan en hun in het tegenovergestelde geval ter zijde te staan