33 resultaten

Borssele, van | 1460-10-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 374
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent, na de abtswisseling opnieuw Adriaen van Borsele, voecht van Bergen in Henegouwen met al de goederen die hij in leen had, en na dode van zijn vrouw jvr Marie Jansdochter van Cats, wordt hij ook beleend met ¼ van de tiende gelegen in het kerspel van Coudenkerke, de helft van het ⅛e deel van de tienden in hetzelfde kerspel, en met 7 quartier leenland daarbij, jvr Marie aangekomen bij dode van haar oudevader Florens van Borsele

mannen: Reijmert Willam Reijniersz, Tyman Mouwer van Heersel

Gellicum, van | 1487-12-31

R.A. Utrecht Leenregister Ysselstein dl 3 fol 211
Achternamenindex

leen IJsselsteijn: Jan Scroijken Claes Scroijkenz draagt zijn leen van 7 morgen en 1 hont land te Gellicum, en van 2 morgen 5 hont land aldaar, over aan Aernt Vos

in het bijzijn van zijn magen: Pieter Jansz, zijn oudevader, Claes Florysz en Jacob Aertsz van Gellichem

Bye, de | 1521-02-21

Schepenregister Breda 738 fol 25
Achternamenindex

Barbare de Bije met Janne van Hoecklem, haar man en voogd, Katherijne de Bije met Jan van Ranst, haar man en voogd, voor hemzelf en Henrick van Bruheze als oom en voogd van Adriaen, Willem, Jan, Anneken en Metken, wettige kinderen van zijn broer Jan van Bruheze, moeder wijlen Leonarde de Bije en Gheryt de Bije als oom en toeziender van Jans van Bruhezen kinderen, hebben de goederen gescheiden hun aanbestorven na de dood van Willem de Bije en zijn vrouw Geertruid Coleners, hun vader en moeder, oudevader en oudemoeder van de kinderen van Jan van Bruheze, volgt een uitvoerige scheiding

Bot | 1472-02-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 233v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Bot Volkenz als voogd van zijn zoon Volken Bot wordt na dode van Volkens oudevader Wouter Scade beleend met ½ hoeve veen in het gericht van Zoes in de Grote Slage, belend zeewaarts: Henric Goijertsz en erfgenamen van Roelof van Baern, noordwaarts: Gosen Willemsz en Gysbert Woutersz erfgenamen; Volken Bot wordt beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, en Peter doet hulde voor zijn zoon; 1483-02-21: Bernt Scade beleend, na dode van zijn neef Volken Bot Petersz; in margine: "dese ½ hoeve veen heeft nu Jacob Schaij, in libro abbatis Mathei de Goch"

mannen: Evert Heze en Tyman Mouwer van Heersel; 1483: Evert van Heese, Henric van Ryngenberghe

Coninck | 1454-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 83v, 99v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest beleent na dode van Godevaert die Coninck, diens zoon Jan de Coninck met het goed tot Emingelaer en Langevoirde, gericht, tins en tiende, hoghe ende lege, wildt ende tam; daar Jan de Coninck onmondig is, doet zijn oudevader Jan over die Vecht hulde en eed; zijn moeder Beatrijs Coninck heeft haar lijftocht hieraan; "item dit goet heeft Goert die Coninck, sijn soen"; 1484-06-05: Godert de Coning heeft zijn leen verzocht na dode van zijn vader Jan de Coning; 1496: dit heeft Godert in een andere brief ontfangen

mannen: Roelof van Baern, Peter van Sconenburch

Bruheze, van | 1521-02-21

Schepenregister Breda 738 fol 25
Achternamenindex

Barbare de Bije met Janne van Hoecklem, haar wettige man en voogd, Katherijne de Bije met Jan van Ranst haar wettige man en voogd, voor hemzelf en Henrick van Bruheze als oom en voogd van Adriaen, Willem, Jan, Anneken en Metken, wettige kinderen van zijn broer Jan van Bruheze, moeder wijlen Leonarde de Bije en Gheryt de Bije als oom en toeziender van Jans van Bruhezen kinderen, kennen en lijen dat zij gescheiden hebben de goederen hun aanbestorven na de dood van Willem de Bije en zijn vrouw Geertruid Coleners, hun vader en moeder, oudevader en oudemoeder van de kinderen van Jan van Bruhezen, volgt een uitvoerige scheiding

Naaldwijk, van | 1376-03-14/04-26

Inv Arch Leiden p 175; Cat Arch Heren van Montfoort p 105 no 112/Oorspr Charter no 413
Achternamenindex

Willem van Naaldwijk ontvangt verlof om de kapelrie in de kerk van Leiden door zijn over-oudevader heer Gerrit van Raaphorst gesticht, en lange tijd door Philip Gerrit Doeden bediend, met alle landen en renten over te brengen naar de St Pancraskerk te Leiden; hij noemt pacht o.a. van het land in de Waard, dat Daniel Utenwaerde, ridder, gekocht had van Herman van Zwieten, ridder, en nu in bezit is van Dirk van Zwieten; 1377-11-21: het kapittel van St Pancras te Leiden erkent dat Willem van Naeldwijc en zijn leenvolgers patronen zullen zijn van de kanunniksprebenden van St Marie en St Nyclaes

Heukelom, van | 1474-07-08

Reg Geld Leenaktenboeken 9e stuk p 473
Achternamenindex

huis en hofstad met 7 morgen land in het gericht van Herwinen, belend: Johan van Herwinen Johansz en de gemene stege van Herwinen, verstorven op van Johan van Culenborch op zijn dochter Jutte, vrouw van Otte van Hoekelem; 1481-07-04: eed vernieuwd: Ott van Hoekelom, haar echte zoon; Johan van Heukelom, Jutta van Heukelom vrouw van Gaert Reiners genaamd Sterck en Rutgera van Heukelem, broer en zusters, kinderen van Otto, refuteren hun recht op: Otto van Heukelem Ottenz, hun oudste broer, aan ⅓ van een huis met hofstad en boomgaard in het kerspel van Herwinen gelegen, welk goed eertijds hun oudevader Otto van Heukelem met nog 7 morgen land ontvangen had, broer Ot zal leendrager zijn, 1549-05-29

Kyfhoek, van | 1449-05-23

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Arkel fol 6v/Reg Principum fol 5
Achternamenindex

hertog Philips beleent Anthonijs van Hoochtwoude zoon van heer Eduwaert bastaard van Holland, na de dood van zijn moeder Jutte, met: 1) de ambachtsheerlijkheid van Overbloclant in het land van Arkel, behalve ⅓ deel vande tiende in de Beemte, die heer Splinter van Loenresloet behoren; 2) 11 morgen in Lederbroek die Mourissen waren; 3) 6 morgen in Nyelant op Burgelen; 4) 6 morgen tot Oesterwijc in die Smaelstripen, die met zijn oudevader Florijs van Kyfhoeck, en met Teijlingen onderdeelt zijn; 5) 2 hont land die Evert die Kueijters waren; 6) een eijndeken weerts in de Merwede boven Scelluynresloot, streckende mit den nedersten eynde an Florys van Kyfhoecs voors. weert. Alles hem aangekomen van vrouwe Jutte, zynre moeder Florysdochter van Kyfhoek

Amerongen, van | 1454-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 82, 84
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Geryt van Vlueten als gemachtigde van Jacop van Amerongen en zijn zoon Jacop, "Alsoo als sij van anxtes wegen hoir lijfs by ons ende onse mannen niet comen en dorsten", hem opdroegen 7 oude Vrancr scilden jaarlijkse erfelijke renten, uit een tiende tot Bunschoten in die Veenstrate, belend zuid: die Haerscheweg, noord: Jan Rode Jansz of zijn nakomelingen, oost: die Lake, west: die Eme, die hem aangekomen waren van zijn oudevader Henric Jacobsz; de abt beleent vervolgens Alijt Jans Hoevendochter ermee; met haar gecoren voogd Ghysbert Ponciaensz draagt zij dit leen over tbv haar zoon Jacob Sloijer Gerytsz, terwijl zij haar lijftocht behoudt; 1457-05-10: zij staat aan haar zoon haar lijftocht af totdat zij hem 200 gouden Wilh scilden betaald zal hebben

mannen: Evert van Benscop, Gosen van Scaijc