25 resultaten
Weerde, uten | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Henrick Zasse Beernt Zassenz 4 morgen te Mauderick in de Husmate, belen beneden: Evert uten Weerde Beerntsz (fol 77); - Geertrut Jansdochter van Lewen, vrouw van Ponsken Jansz, dat Alaert uten Weerde opdroeg, 7 hont in Ryswiker maelscap, van de polre tot aan de Wyfdijk, belend boven: Jorden Doijs, beneden: de hertog van Gelre (fol 78); - Reynalt van Mauderick 1 morgen te Mauderick, belend beneden: Geryt uten Weerde Roelofsz (fol 78v); - 10 morgen in de Husmate heeft Geryt uten Weerde Geritsz ontvangen, dat Gerit van Kulenborg opdroeg, belend boven: Jan van Oydwyck, beneden: Gerefaes van der Wade, hieruit hebben Geryt van Kulenborg en zijn erven 1 Vrancr scilt per jaar (dit erf hebben Gerefaes van Holland en Geryt de Brune) (fol 79); - Willem Vleminck dat Gerit uten Weerde opgedragen heeft, 2 ½ morgen te Mauderic, belend boven: Willem zelf en beneden: Gerefaes van der Wade; 1417 pro festo Bartolomei: "dit en was niet toegegaan"
Eem, van der | 1410~
Leenregister Culemborg fol 39v, 50, 60, 75, 75v, 78v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Roelof van der Eme Diercksz, Alart van der Eme Lamphollenz, Johan van Derthesen Diercksz van der Eme, ledige mannen. Mannen: Dierck Doijs van der Eme en Deuken Lamphollenz; - Jacob Coppier 12 morgen met hofstad tot Goodbertinghen, belend boven: Jan van der Eme Gysbrecht Coppiersz, beneden: Hubrecht Doncker met land gehouden van Culemborch; - Jan van der Eme Gijsbrechts Coppiersz (doorgehaald). - Lampholle van Ecke omtrent 4 ½ morgen, belend boven: Lampholle Dyercksz (later: Reyner zelf), beneden: Jacob van Scerpenborch (later: Roelof van der Eme); - Reyner Reijnersz 4½ morgen dat Lampholle van Ecke opgedragen heeft, belend boven: Reyner Reynersz met 8 hont land, beneden: Roelof van der Eme; - Floris van Huekelem tbv zijn broer Maes, 18 morgen te Goedbertingen, daer boven die Ketelwade, belend: Dirck Doijs van der Eme met een stripen lands, beneden: Arnt Dircx Mansz; - Reynalt van Mauderick 1 hofstat met 5 morgen in de maelscap van Mauderick op ten Perrich, boven: Jorden Doijs, beneden: Herman Ghibenz wijf, strekkende van de Perrick op aan die Huefte. Ende dit droech op Henric van der Eme Roelofsz anno 1400 die Marci Evang
Doys | 1410~
Leenregister Culemborg fol 77v, 78v, 78
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Lysbet Roelof Hollendochter vrouw van Geryt Doijs van Bomel 6 ½ hont en 18 roeden in Wycker mate in de maelscap van Mauderick, strekkende van de Bandijk tot aan Arnts hofstede van Helsdingen, belend boven: Geryt Doijs, beneden: Aernt van Helsdingen. Van welk land Gerijt Doijs de heer van Culemborg het eigendom opdroeg, en Lysbet weer ontvangen heeft. - Henrick van der Eme Roelofsz van der Eme 1 hofstede van 8 morgen in de maelscap van Mauderick op de Prick. Belend boven: Jorden Doijs, beneden: de vrouw van Herman Gibenz en haar kinderen, strekkende van de Prickstrate op aan de Grote Broeck. Dit leen draagt hij op aan Reijnalt van Mauderick. - Ponsken Jansz 8 hont tot Rijswijck, strekkende van der Wyfdijc met alinck der Wijfdijck die teynden deze 7 hont gelegen zijn aan de Schonenkamp, belend boven: Jorden Doijs, beneden: de hertog van Gelre. - 7 hont die Gerit Doys van Bomel opdroeg, in Ryswicker maelscap in de Wyfdijcx velt, strekkende van Ponskens land aan die Broekstege, belend beneden: de hertog van Gelre, boven: Jorden Doijs. - Reynalt van Mauderick 11 ½ morgen in de maelscap van Mauderic geheten in de Enge en de Suevengerden, strekken met het ene eind aan Dirck Doijs land van Avesaet en aan de gemene straat, Belend boven: Roelant Heymericsz, beneden: Roelant Saffentynsz
Gent, van | 1436-04-17
Nyhoff: IV p 131
Achternamenindex
verbondbrieven tussen de ridderschappen en de steden van Gelre
Jhan van Culenborch ter Leck, Derick van Bronkhorst heer van Batenborch en Anholt, Johan van Arkel heer vanHoklem, Johan van Brouchusen, Werdenbergh en Amersoyen, Derick van Byland, ridder, Reynalt van Oy, Johan van Groesbeke, heer van Homen, Malden en Beeck, Willem van Drueten, Johan van Benthem, heer van Spaldorp, Johan van Rossem Johansz, Bertout van Gent heer van Luenen, Balthazar van Buren etc
Brederode, van | 1617
R.A.H. Coll Aanw 459 p 27
Achternamenindex
memorie van heer Hendrik van Brederode over het zogenaamde huwelijk van Reynout III: de voorverhaelde heer Henrick van Brederode uytlandich soo gesturven zynde, trouwde zijn weduwe daaernaer wederom voor haar tweede man den Palsgrave op den Ryn, den grootvader van dien geene die daer naer hem liet kroonen Koninck van Bemen [= Bohemen] die selve mede gesturven zynde zonder kynderen by haer gehadt te hebben, is die selve weduwe wederom afgekomen in Hollant, metterwoon in den landen van Brederode, op het huys te Kleef, daer geleegen, in welcke goederen en heerlijkheden sij by haeren eersten man gelyftocht, terwijlen sy daer woenden is dickwijls te Vyanen gecomen, in dien tyt dat myn vaders moeder noch leefden, ende en lyet nooyt tot elcken reys, als sy te Vyanen quam mijn vaders moeder aan te spreecken als mede in t lest liggende in haer sieckbedde daerse daernaer oock van quam te sterven. Reynalt haren soon, myn vader, tot syn jaren gecomen zynde troude na zyn moeders doot joffr. Josyna van Arckel geheten Asperen, enige dochter van heer Johan van Arckele here van Vuren. Deze adellyke joffrouwe myn moeder sal. ged. is comen te overlyden in t lest van t jaar op Sainte Lucienavond 1601 op den huyse van den heere van Roen haer neve die daer was. Naerlatende myn vader, haren man, 10 levendige kinderen, 7 sonen en 3 dochters, welke soonen meest in de oorloge van Duytsland syn gebleven, den 4 zoon Henrick den scriver deses, oudt geworden synde 27 jaren naer dat hij eenige jaren in Vranckrijk hadde geweest in den dienst van den Coninck onder syn garde van daer comende in t beginsel van t jaar 1617 werden anno 1618 in t lest van Augustus van den heere van Brederode gebenificeert met het drostambt der stad Ameyde en hoogheemraad van Alblasserwaard