34 resultaten
Woerden, van | 1370-07-01
Reg Rotterdam en Schieland no 943
Achternamenindex
Philips van Polanen, ridder, geeft in erfleen aan Claes Jansz van Woerden, het huis en het land dat zijn oom Daniel Gerritsz van Woerden, van hem in leen houdt, gelegen in het ambacht van Nieuwerkerk, belend zuid: Huge Vrankenz, Lysbeth Geerlofs en Jan Hessel met een weg, die voor het huis gelegen is tot aan de Zevenhuyserweg; aantekening: in het oude register Polanen XXII staat er bij: "hoort nu Willem van Hodenpijl, ende inde op een ander plaetse, dat Willem van Hodenpijl versocht aan Willem ehere tot Naeldwijck, sulck leen als hem aangecomen was van Lijsbeth Claes Janszoensdochter anno 1440, 16 dagen in Decembri"
Nieuwerkerk aan de IJssel
Schendel, van | 1660-12-16
Lidmatenlijst Kerk Heemstede Actenboek 2 1660-1729
Achternamenindex
lidmaat kerk van Heemstede: mr Hendrik van Schendel en zijn vrouw Aeltgen Barentsz; 1672-06-12: mr Hendrik van Schendel "hebbende zijn huisvrouw Elisabeth Both hier verlaten versocht alsoe nu tot Amsterdam was nedergeplant om schole te houden", vraagt een attestatie aan de kerkenraad te Heemstede: hij was weggelopen zonder afscheid en moet hierover satisfactie doen aan de kerkenraad; 1674-01-01: Hendrik is bereid zich met zijn vrouw te verzoenen, en is schoolmeester en voorzanger in Oud Loosdrecht geworden; zijn vrouw heet hier Elisabeth Borts; 1674-05-30: een ouderling en kerkmeester uit Oud Loosdrecht komt vragen wat er met Hendrik aan de hand is, kerkenraad van Heemstede blijft erbij dat de attestatie aan hem gefundeerd is
Zoudenbalch | 1451-09-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 79v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Hoeckellem oorkondt dat hij Gheryt Zoudenbalch Hubertsz na dode van zijn vader beleend heeft met een hofstede, gelegen "an die nedersyde van der steghe die men gaet van der nijer strate in Doudelle" (in margine: binnen Utrecht), zoals zijn vader Hubert Soudenbalch tevoren in leen hield; Gerijt maakt dit leen vervolgens tot lijftocht voor zijn moeder Wouter Hubert Zoudenbalchs weduwe; "Gheryt Zoudenbalch is doot ende dit heeft ontfangen here Gherijt Zoudenbalch syn soen, canonic ten Doem t Utrecht"; "item Gheryt Zoudenbalch heeft sijn leen versocht mitter leghen hant van abt Jacob van Poelgeest als hij van recht sculdich was te doen" (1451-10-20)
mannen: Johan van den Anster, Goessen van Scadyck; Zoude van Rijn, Johan van den Anster
Wilde, de | 1428
R.A.H. Coll Aanw 99 Caput West Vriesland fol 9v/Novum Registrum; Libro 18 no 106 en Libro III fol 101
Achternamenindex
Pelgrim Pelgrimsz van Hoorn, zijn zoon Pelgrim Pelgrimsz, Claes de Wilde: - 31 maden land in het ambacht van Zwaech, strekkende langs de Rijsdam, belend west: Boudyn Willemsz; 1429-10-19: idem relevavit a domina ut patet in registro, prior littera 1413-09-14; - 3£ per jaar uit het rentmeesterschap van Kennemerland, - 3£ uit de tiende van Zeevanc, bedie ten rechten leen; nota: deze 6£ "en heeft Pelgrim voors. op den datum voren niet mede versocht an mynre gen. vrouwe, want hij seijde dat hi se niet en hielt"; nota: "½ van deze 31 maden lands heeft Pellegrim quyt geschouden tot behoef Claes die Wilden, syns ooms, ut patet retro no 20 in Vrieslant"
219°
Borssele, van | 1423-06-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 331, 331v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Jan de bastaard van Borsele heer Vranckenz hem opdroeg die twee deel van de tiende in de parochie van Welsinge, waar de abt van Middelburg ⅓ deel in heeft, "overmits die hoge geboren grave Guido van Beloijs sal. gd. in voirtiden van onser abdien te leen helt", en Jan de bastaard van de grafelijkheid van Holland verkreeg; Jan wordt beleend tegen betaling van 6£ zwarte Tourn per jaar; "dese is doet ende dit goet heft versocht Jan Janssoen Joffer Aechten Doensdochter die sijn getruwede wijf is"; op dezelfde dag draagt Jan de bastaard de helft van dit leen op tbv jvr Marie van Middelsteijn Peter Henricszsdochter, vrouw van Jan
mannen: Gysbert Goetscalc, Heinric Valc
Bruelis, van | 1459-09-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 370
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent de broers Wouter van Bruelis, Henric van Bruelis en van der Abele, Jan van Bruelis en Anthonis van Bruelis binnen een jaar na dode van hun vader oude Symon van Bruelis, met 5 gemeten land in de parochie van tser Abbenkerke in Zuidbeveland, elk voor ¼ deel, tegen betaling door elk van een jaarlijkse pacht van 10 oude groet Conincs Tourn en een goede maaltijd, of 2 Tourn daarvoor; onder staat: "item Jan van Bruelis is gestorven ende dat heeft versocht Peter Jansz van wegen Wouters, Henrics ende Anthonis van Bruelis, dat ¼ deel van 5 gemeten tienden int jaer LXIIII op O. Heren Hemelvaartdag, presentibus: Matteus Jan Stevensz.z, Tyman Mouwer van Heersel"
mannen: Jan van Amerongen, Jan van der Anxter
Beer, de | 1463-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 172, 172v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan en Gysbert Jacob die Beer Rutgersz verzoeken belening met ⅓ deel van 5 morgen veen gelegen in Hezerveen, strekkende van der meer ter graft waert, onderdeylt met Gysbert Henricsz, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; Gysbert Henricsz draagt zijn deel op en zij worden ermee beleend; "Jan de Beer heeft ½ versocht na dode Gysberti ejus filii fol 202" ; op dezelfde dag draagt Gysbert Henricsz 3½ vierendeel veen in Hezerveen op en wordt ermee beleend, behalve het ⅓ deel dat Jan en Gysbert Jacob de Beer Rutgersz.z daaruit hebben, op voorwaarde dat dit veen en alle venen die Evert van Lodensteyn daarboven heeft liggen, "over malcanderen wegen en weteren sell als redelic ende mogelyc is"
mannen: Rutger die Beer Jacobsz, Tyman van Heersel
Bot | 1485-07-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt Bot Folkensz wordt als voogd van zijn dochter Kerstyne Gerit Bot Folkenszdochter beleend, na dode van haar moeder Margriet Heinric Botter Goijerstzdochter, met ½ van 2½ vierdel veen in Heserveen, belend oost: Willem Hangoedenz, west: Lysbeth van Weede; "versocht Geryt Both hoir vader tot behouf Dyrck synre dochter, apud dominum Guillelmus fol 125"; "ontfangen Christina Willem Aerntsdochter bij opdracht Dirck Dircksz ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 158"; Gerrit Bot Volkensz als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerritsz, wordt na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botsdochter, beleend met ½ van een stuk land geheten Stalbrenck, gelegen tot Zoest, landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Goyert Jacobsz en Evert Jacobsz erfgenamen. Dit heeft ontfangen Cors Meynsz
mannen: jonghe Vrederic van der Zevender, Willem van Dam Petersz
Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)
Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex
twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"
Beer, de | 1463-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171v, 449v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over: 1) een camp land in de Slage, geheten "dat Cleyne Broeck", belend landwaarts: dat goed dat van Evert van Crachwijc was, en het goed dat roert in Rodekynscamp, zeewaarts: erfgenamen van Dirc Willemsz van den goede van Hamelenberch, en een camp geheten dat Grote Broec, 2) 1½ morgen veen after Zoes enge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezer Veen then Herden waert, belend oost: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen; vervolgens worden de broers Jan en Gysbert zoons van Jacob de Beer Rutgersz elk voor de helft met dit leen beleend; "Jan heeft die een helft versocht post mortem Gysberti fratris ejus"; 1468-10-29: Gheertruijt, vrouw van wijlen Jacob de Beren, scheldt haar zoon Jan de Beer Jacobsz de lijftocht aan de helft van deze lenen kwijt; vervolgens maakt Jan de Beer de helft van de Cleyne Broeck tot lijftocht voor zijn vrouw Marie Aernt Willems.dochter
mannen: Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersel; 1468: Hubert van Pallaes, Geryt van Rijn