Loosduinen, van | 1316-03-25 (1326, 1327)

Van Mieris II p 170, 171

Achternamenindex

graaf Willem geeft aan zijn klerk Willem van Brawode, gezegd van Engeland, het steenhuis met 27 morgen land en de meente in het Nuwelant, dat van Wouter van Loesduinen was, in het ambacht van Vlaerdingen gelegen, belend tussen Heynric Dierixz [ook genoemd: uten Ketel] en Arnout Heynen, welk huis verbeurd was door Wouter, Outsier en Jan, kinderen en erfgenamen van voornoemde Wouter van Loesduinen; Ymme weduwe van Wouter van Loesdunen en haar kinderen Gheret en Willem droegen op aan Willem van Brawode 10 £ Holl die zij jaarlijks uit het goed hadden

staat ook onder: van Wassenaar

Duvenvoorde, van | 1545-08-28

V.R.O.A. dl I p 379/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 532 regest 237

Achternamenindex

Jacob graaf van Ligne, als vader en voogd van Philips van Ligne heer van Wassenaere, burggraaf van Leyden etc beleent Aernt van Duvenvoorde met de goederen deze aangekomen van zijn vader heer Jan van Duvenvoorde, ridder, te weten: 1) het huis Duvenvoorde met 100 morgen land, 2) verschillende tienden te Voorscoeten, Eyckenduinen, Screvelinge, Wateringe en Rijswijk, 3) opbrengsten uit het schot van de Ketel en de tol te Vlaerdingen, 4) het veer ter Wadding over de Rijn aan de Doedinxlaan, 5) een bosch in Scakelbosch, dat vroeger door heer Arent van Duvenvoerde, ridder, gekocht was van Pieter Wiggers, 6) een veenland in Hillegom

Wateringe, van der | 1309-05-09

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 43 regest 48; Ons Voorgeslacht 11-1990 p 42 no 57

Achternamenindex

Bartholomeus en Jacop, zoons van Dirric Witree (?) en vrouw Aleyde doen afstand van de helft van 5 morgen land in de camp van Jan van der Wateringhe in Vlaerdinghe, tbv het klooster Coningsveld, voor hun zuster Katerine [dezelfde Katerine als genoemd 1310-01-27 ?], non in genoemd klooster (1301-08-07)

bezegeld door: Willem, pastoor van het Duitse huis te Maesland, Vrederic, pastoor van Maesland, Andrys, persoon van Vlaerdingen en schepenen van Maseland

Noordwijk, van | 1295-03-24

Ons Voorgeslacht 12-1984 p 580/Arch Staten van Holland na 1572 Inv 2637d

Achternamenindex

akten betreffende t Woud: Jan van Noertich geeft aan de landzaten, die op zijn Hernesse wonen, tussen de landen van heer Jacob van Mierlaer en van Philips van Groenevelt en de Zwette, waaraan zijn moeder haar lijftocht had, deze in erfhuur tegen 3 ½ sch Holl per morgen, met uitzondering van 3 morgen die ver Luytgairt en haar zoon Diederic gebruiken, die moeten 5 sch per morgen betalen en ¼ vat boter per 7 morgen. Indien het land versterft moet de pacht van een half jaar worden betaald; 1356~: de lenen die heer Jan van Noortich vroeger van de grafelijkheid hield: - het ambacht van Noirtigerhout; - 10£ aan erfpachten te Noortigerhout; 10£ aan tijnzen te Noortich en Noortigerhout; - 26£ hield hij van de vrouwe van Putten, haar rentmeester betaalde hem vanwege de visserij voor Vlaerdingen; vergolgens de opsomming van de lenen op t Woud die hij van de grafelijkheid houdt