504 resultaten
Eck, van | 1445
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 290
Achternamenindex
leenregister abdij van St Paulus Utrecht: de abt oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten, Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt hem opdroegen "dat oude erff tot Scherpenzeel en dat getimmerde dat daer op staet, alsoe alset Willem Lambertsz te bruken plach, ende Deuken ende zijn voorvaders dat van ons en van ons abdien voirs te tijns gehouden hebben", belend oost: Jan Ottenz nakomelingen met Berckhorst en Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel met de derp van Scherpenzel en met Rynesse, noord: Ot en zijn bos, zuid: jonge Egbert die Beer met Winniclaer. Vervolgens wordt hiermee beleend Wouter die Beer tbv zijn vrouw Margriete van Huekelem; 1457-04-01?: dragen Wouter de Beer en zijn vrouw Margriet dit tijnsgoed over aan Dyerck van Oestrum. (Dit heeft nu: Egbert de Beer)
tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe
Eck, van | 1426-10-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 31v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: tijns tot Lijenden, Alairt van Eck Lamphollenzs tijnsbrief: Gerrit van Broichagen als hof- en tijnsmeester van St Paulus oorkondt dat Johan van Voirn, priester, met Alart van Lijnden als gecoren voogd, hem opdroeg 6 morgen in de maelscap van Eck, belend boven: Alart van Eck Lamphollenz, beneden: Joest Doeijs en zijn zuster jvr Maria; vervolgens ontvangt Alart van Eck Lamphollenz dit goed in erftijns; Alert van Eck maakt dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Lysbeth
mannen: Johan Borre van Aelst, Gerefaes Goedenz
Foyert | 1457-02-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 42v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Dirck Foijert "onse knecht" als een hof- en tijnsmeester daarover stond toen Bartolomeus Foijert Gijsbertsz en zijn vrouw Heijlwich, Claes Heynricsz en zijn vrouw Gysbert, Henrick en Juliana, echte dochters van Bartholomeus met Claes Heynricsz als voogd, hem opdroegen tbv Wouter Foyert en zijn vrouw Eerst, ¼ deel van een huis en hofstat met timmering en poting, belend boven: de heerlijkheid van Lienden met de Rijnacker en Gerard van Beynem erfgenamen, beneden: een gemene straat, strekkende van de Brenck tot aan een gemene straat; afstand doen: Johan Foeijert tbv Wouter Foeyert en zijn vrouw Eerste voor ½, en Agnijes, vrouw van wijlen Wyllam Noest met haar zoon Gijsbert Noest als voogd voor ¼; Wouter en Eerst ontvangen het goed in erftijns tegen een tijns van 25 hoernse
tijnsgenoten: Johan Noest Gerfaesz, Zeger van Zoemeren
Foyert | 1457-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 20
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Dirck Foijert hem in vrijen eigendom opdroeg 3 morgen land in het gerecht en heerlijkheid van Lyenden, geheten "dat Eerlant", belend oost: de abdij St Paulus, zuid, west: Dirck Foijert, noord: de straat geheten die Meyerstraat, en vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; "item dit heeft ontfangen Dijrck Foijert sijn soen"
mannen: Gerrit Scade, Peter van Schonenborch
Aelst, van | 1460-12-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foijert, hof- en tijnsmeester van de abdij oorkondt dat Jan Vonck Hillensz hem opdroeg tbv Geryt van Aelst, een camp land van 3 morgen in het kerpsel van Lienden, in de maalschap van Aelst, geheten "die Moutcamp", belend oost: Aernt van Zoemeren met zijn kinderen, zuid: de lantweteringe, west: Aernt Walravensz, noord: de gemene straat, en hij ontvangt dit goed tot een goede onversterfelijke erftijns, ¼ deel van 7 mouwer mouts, dat twedeel haver, 3e deel wintergerst
tijnsgenoten: Jan van Meerten, Geryt van Grotenvelt
Aelst, van | 1463-12-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: hof- en tijnsmeester Dirc Foijert oorkondt dat Gheryt van Zomeren Dircsz en zijn vrouw Adriaen hem opdroegen tbv Harberen van Aelst de tijnswaer van 5 morgen land in het kerspel van Kesteren, belend oost: de papelike prove van Kesteren, zuid: de gemene straat, west: de heren van St Walborg te Arnhem, noord: de gemene straat, en hij ontvangt dit ten erftijns, tegen 11 scepel mout per jaar
tijnsgenoten: Claes van Triest en Willam Zuermont
Aelst, van | 1470-04-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 43v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: hof- en tijnsmeester Dirc Foijert oorkondt dat Geryt van Aelst met zijn vrouw Fije, Willam van Zomeren met zijn vrouw Geertruid, Henrick van Zommeren met zijn vrouw Lysbeth, Jan van Wyck met zijn vrouw Griete, Bernt Rutgersz met zijn vrouw Beatrijs, Jan van Rijn met zijn vrouw Fije, hem opdroegen tbv Wouter Foeijert een kamp land geheten "den Moutkamp", gelegen in het kerspel van Lyenden in de maalschap van Aelst [Gelderland], 5 morgen land, belend oost: heer Ott van Bijlant, ridder, zuid: de landwetering, west: Reyner van Aelst met zijn moeder, noord: heer Jans vicarie van der Heest; vervolgens ontvangt Wouter deze camp in erftijns om 3½ mouwer mout
tijnsgenoten: Claes van Triest en Willam Zuermont
Aller van Stoutenborch, van | 1443-02-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 141
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Huekelem beleent Claes van Aller van Stoutenborch met het gericht van 2 malen land, die van Wede en Emelaer huurden, gelegen bij Hoeflaken, zoals zijn ouders van Stoutenborch van de abdij hielden
leenmannen: Ghysbert van Hamelenberch en Roelof van Baern
Amstel, van | 1436-07-26
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 141
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt dat Alyt Daemsdochter van Amstel, vrouw van Hughe Vlerijnghen, een belening verzocht en kreeg, na dode van haar vader Adam van Aemstell, met tienden: 1) goed tot Aller, 2) Broeckhusen, 3) in der Else, 4) Tutenberge, 5) t Overenge, 6) van de geestelijcker heren van Monnicke, 7) van goeden te Opperburgh, 8) ter Leijenberg, 9) van goeden Jacob Lambertsz, 10) van goeden Roters geheten Duvels necke, 11) een stuk land Evert Goesens, te houden tot een onversterfelijk erfleen, hulde doet haar zoon Dirck van Vlerijngh; "item nu Steven Ploech", boven staat: tienden omtrent Reden en Velp in Gelria, leengoed; 1442: beleend Steven Ploech na dode van zijn vader Dirc Ploech, hij draagt dit meteen over aan juffrouw Jan, weduwe van Gysbert van der Hoeve, die beleend wordt (vgl 1436-05-27)
mannen: Zuide van Rijn, Matheus Gysbertsz
Amstel, van | 1424-05-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerrit van Damassch oorkondt dat Daem van Aemstel door hem beleend is na dode van zijn vader Hendrik, met alle goederen en tienden die hij en zijn ouders hielden, gelegen in het kerspel van Velp, als Henric Daems vader en zijn voorvaders, nl de tienden grof en smal van den goede tot: Aller, Broechusen, in der Else, Tutenberghe, t Overenghe, der geestelicker heren van Monichusen te Vaerhout, te Wambeke, Opperburgghe, ter Leyenberghe, Jacob Lambertsz, tot Campe, Henric de olymoelenaer, Roters geheten Duvelsnecke, een stuk land geheten Evert Gosenz; 1442-09-27: beleend Steven Ploech, na dode van zijn vader Dirc Ploech met deze tienden, 14) noch een stuk lands Everts Goessensz
mannen: Ghysbert Goetscalc, Tyman die Lange