Clerc, de | 1314-07-04

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 168/Arch Buren

Achternamenindex

schepenen van Heusden verklaren dat Jan die Clerc aan Arnoud van Heseben, ridder, 2 ½ morgen land en een hofstad, waar Jan voors op woont, geeft; verder genoemd: de vijf morgen die Wouter Willemsz van Windelsnesse [Wendelnesse] gekocht had van Janne

schepenen van Heusden: Diedric Camere en Jan Merselisz van Hemert

Cock, de | 1385-10-19

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 217/Archief Buren

Achternamenindex

Rikout de Coc verkoopt aan Louis van den Keldere een erfrente van 20 oude schilden perjaar, waarvoor Ricoud als onderpand stelt de tiende tot Asten, "ridende gegen den persoon van Asten mit sinen anderen goeden van Asten"

Henricke van der Lecke, Costen van Ranst, Willem Lucasz van Erpe, Gherlec van Nuwelant, onse getruwe manne van leen

Koevoet | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 195, 201, 204

Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: - item ontbruyct die joncheer van Aerckel Dirc Heinricsz 7 morgen land, dat Gheryt Coevoet doet van des joncheren wegen, daer Dirc voors geschaad werd 20 Dordr gld; -item soe neemt die joncheer van Arkel Gheryt Coevoets Woutersz 14 morgen etc. - Wouter Coevoet 12 morgen, van elke morgen 7 gld

Kriek | 1499-11-06

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 4 afd 2 p 70

Achternamenindex

Cornelis Korsteynsz, priester, vicarius van de kerk van St Salvator binnen Utrecht, ontvangt bij opdracht van Henrick van Moudwijck, canonik ten Dom, voor schout en schepenen van Utrecht, van het convent van Oostbroek ontvangen heeft een huis en erf in Utrecht, op St Jans Outwijck, die zij gekocht hebben van Willem van Moudwijck

Derick Krieck, kanunnik van St Salvator en Peter Pot

Culemborg, van | 1306

Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 30

Achternamenindex

het klooster Oostbroek verpacht aan Hubrecht van Vianen, ridder, het goed Helsdingen

borgen: Ghysbrecht uten Goeye, Hubrecht van Schonouwe, Steven van der Waele, Sweder van Abcoude, Johanne van Boesenchem, Johanne uten Goeye, knapen; Willam en Vrederick van Roedenborch, burgers van Utrecht

Buren, van | 1339

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 4 afd 2 p 58

Achternamenindex

Alaerd van Buren, knape, neemt van het convent Oostbroek voor 20 jaar in pacht die goederen die "toebehoren tot den hove te Snijppewijck en ter Grippen, gelegen inder heerscap van Bueren"; 1357: Allard van Buren; 1398: Allard van Buren; 1418: Willem van Buren; 1450: Arnold hertog van Gelre als heer van Buren; 1490: Frederik broeder tot Egmond, na dode van zijn oom de hertog van Gelre; 1502: met Frederik geruild voor ander land

borgen: Otte heer van Hoekelem, Willaem van Yzendoren, ridders; Jacob Alffertsz van Lichtenbergh, borger te Utrecht, Johan van Salmonde, Ywyn Hack van Malsen, knapen

Buren, van | 1357

Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 59

Achternamenindex

Alaerd van Buren, ontvangt in pacht voor 20 jaar van het convent Oostbroek die goederen die "toebehoren tot den hove te Snijppewijck en ter Grippen, gelegen inder heerscap van Bueren"

borgen: Steven van der Weyde, ridder, Alfert van Lichtenberch, Eerst [Jan ?] van Salmonde, knapen

Buren, van | 1398

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 4 afd 2 p 59

Achternamenindex

Alaert van Buren pacht goederen te Buren van het klooster Oostbroek

borgen: Aernt van Tricht, proost van St Jan, Johan van Claerenborch, Willaem over die Vecht

Buren, van | 1418

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 4 afd 2 p 59

Achternamenindex

Willem heer van Bueren en van Boesinchem ontvangt van Johan van Wulven, abt van Oostbroek, in erfpacht de goederen die tot de uuthoeven behoren te Snipwyck en ter Grippen, in de heerscap van Buren

zegels van: Aernt van Tricht, proost van St Jan, Willaem van Alendorpe, Herbert van Pallaes, Florens van den Tolle, Willam van der Stege

Buurkerk, van | 1248-06-05

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 4, afd 2, p 175

Achternamenindex

Remarus, prepositus St Petri en Henricus miles de Amersforde, als arbiters gekozen door het kapittel van St Salvator en Theodericus dictus de Burkerke, canonicus St Salvatoris; en Lambertus de Hogestrate en Fridericus filius Lise, cives Trajectenses als arbiters gekozen door Ysebrandus, miles de Lenten, Wilhelmus Slabart, civis Traejctensis en Johannes, clericus filius eiusdem; Everardus prepositus Tylensis en Wolframmus decanus St Salvatoris als mediatores tussen beide genoemde parijen wijzen het patronaat en personaatschap der kerk van Jutfaas toe aan het kapittel van St Salvator en Theodericus de Burkerke