504 resultaten
Triest, van | 1456
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 19v
Achternamenindex
Claes van Trijest wordt binnen jaar en dag na dode van zijn vader beleend met een stuk land en erve van 1 ½ morgen, belend oost: de straat geheten die Meer, zuid: Claes van Trijest, noord: de ghemeynde geheijten de Bresick, gelegen in het gericht van Lijenden
abt: Jacobus van Poelgeest; mannen: Aernt Loeff, Peter van Schonenburch
Trant | ….
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 35v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Lothemsz als hof- en tijnsmeester van St Paulus oorkondt dat Johan Trant en zij nvrouw Mechtelt hem opdroegen 5 morgen land in het kerspel van Kesteren en van Walraven van Zassen was, geheten die Pappelwoerde, belend oost: de heerlijkheid van Lyenden, zuid: de vrije dyck, west: de papelike provende van Kesteren, noord: de Broecdyck; vervolgens wordt Merthen, pastoor van Kesteren, hiermee beleend tot een goed onversterfelijke erftijns [zonder datum]
Taets | 1437-01-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 129v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert Taets Jansz draagt op ½ van ¾ land op Zeldert, strekkende van de Zeldersche weg tot aan de nije wetering toe, belend oost: St Peter te Utrecht, west: Evert Ricoutsz, waarvan Geertruid vrouw van Steven Maesz de andere helft van de abdij in leen houdt; Steven Maesz wordt vervolgens beleend
mannen: Goert die Coninck, Matheus Gysbertsz
Taets van Amerongen | 1444-05-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Eernst Taets van Amerongen droeg op: 1) Gherbrant Noijdenz huysinge, hofstede en berch, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, strekkende van den brenck tot aan den overen wech toe, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) dwarsstuk 1½ schepel land, boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Rijcoutsz, 4) in den Steenberch 10 scepel land an den Baerrewech, boven: Gode scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ mud land an Zuidelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerijtsz.z, 6) ½ scepel land in hoec ack (?), boven: Henric Cuper, beneden: de heer van Abcoude, en al het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Lambert Pyll beleend
mannen: Soude van Rijn, Goesen Busch Willamsz
Trant | 1473-02-05
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 443v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meijns Tonisz maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Jacob Gerijt Trantsdochter, de helft van 2 acker duysten, onderdeijlt gelegen in de Duyst, en Meijns tot erfelijke tijns houdt, belend zuid: Geryt Dircsz, noord: Jacob Nennijnc, of erfgenamen
tijnsgenoten: Garbrant uter Duijst, Volken Gerytsz
Taets van Amerongen | 1474-04-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 96
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Jan van Amerongen Eerstsz na dode van zijn vader Eerst Taets van Amerongen met de leengoederen die hij van de abdij houdt
mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel
Taets van Amerongen | 1477-04-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 447v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Taets van Amerongen maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Alyt Weernairs Braemsdochter, alle renten die hij heft ut den tiende gelegen op Emenesse, die Aernt van Amerongen en Pieter Lambertsz nakomelingen behoort, welke renten Johan van de abdij in leen houdt na dode van zijn vader Eerst Taets van Amerongen; deze lijftocht zal pas ingaan na dode van jvr Janna, weduwe van Eerst Taets van Amerongen
mannen: Evert van Heze, Willem Speijert van der Maern
Taets~ | 1482-08-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 232v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt Johan Taessenz [Taetsen soen ?] draagt op al zijn recht dat hij heeft of verkrijgen mag aan ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, zoals Willem van Doem dat van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oudmunster; vervolgens wordt Evertgen Willem van Doemsdochter met dit leen beleend tot een onversterfelijk erfleen; "dit heeft Lambert Kracht ut in folio sequenti"
mannen: Meeus Verborch, Henric van Ringenberghe
Taets | 1483-11-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 235v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geertruid, vrouw van Johan Taetsen, met haar man als voogd, draagt op ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met Wendelmoet, vrouw van Henric Craften, alzo dat Johan van Roijen gebruict, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt Geertruid, vrouw van Henric van Gessel, ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen; "nu Weijn hoir dochter"
mannen: Egbert Gosensz, Aelbrecht Dier
Villain | 1455-03-31
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 368
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Out soen [Oirt ? soen ?] als gemachtigde van heer Colaert Villain heer van Liedekerke, van St Amants, Baersrode, die wordt beleend met 2 ½ gemeten tienden gelegen in tser Abbekerke, en zijn broer Mertyn Villain, die nu buiten lands zijn, hen aangekomen van wijlen hun vader Adrijaen Villain, zodra zij binnenslands zijn moeten zij zelf de eed doen; jaarlijkse pacht 5 oude gr Coninx Tourn en een goede maaltijd of daarvoor 2 Tourn (vgl 1460-09-25)
mannen: mr Huge Jansz van Wissenkerke, Peter van Sconenburch