504 resultaten

Weijde, van der | 1477-02-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 448
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ghysbert Jacobsz heeft zijn vrouw Clemens Jansdochter van der Weijde gelijftocht aan ½ hoeve land en ¼ van een hoeve, gelegen op Zeldert, dat Gysbert van de abdij in leen houdt

mannen: Pouwels van Malsen, Vrederick van der Voerd

Wolfswinkel, van | 1485-05-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 306v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt van St Pauwels oorkondt dat Henrick Ottenz van Wolffswinckel hem opdroeg tbv Gerit Tellick 6 R gld current per jaar uit het tijnsgoed t Oerloe; hij zal deze rente mogen lossen met 100 Rijns gld; 1503-01-18: "scoude Berent van Tellick dese voors. 6 gld Eelgijs van Wolfwijnckel vrij en quyt"

tijnsgenoten: Jacop van Dolre, Egbert die Beer; mannen: Peter van Heze, Jan van Veen [?]

Doem, van | 1436-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 269v, 270
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Otto van den Doem draagt op 8 scaerweijen in een stuk land geheten Kriecskamp, strekkende uit de Eme tot aan de Biscopswech toe, belend noord: Ricout Willemsz met ⅓ deel van dezelfde camp, zuid: die scut en Gheryt Jansz; vervolgens wordt Herbert van Palaes beleend, hij maakt het goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Udell

mannen: Zoude van Rijn, Wessell Zuermont

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

Drakenburg, van | 1473-04-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 211v, 212
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriet Vrederixdochter van Drakenborch vrouw van Frederic uten Ham, draagt over tbv Beernt Scaeij Jacobsz de rechte ofgraft [afgraafrecht] van 2 morgen veen gelegen after Zoesenge, belend zuid: Rutger Jacob Tymansz.z, noord: Roelof van Baern en Henric Goijerts erfgenamen; zij geeft aan Jan van Yssel het recht van ofgraft uit 8 morgen veen aldaar, met dezelfde belendingen; zijn borgen: Lambert Petersz, Herman Peter Lambertsz en Elyaes van Wede als voogd van zijn vrouw joffr Dirc

mannen: Jan de Coninc, Peter van Zulen, Alfert Ruysch, Gysbert Henricsz

Egmond, van | 1484-08-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 322v, 119
Achternamenindex

Johan Clauwert, abt van St Paulus te Utrecht, beleent jvr Joost heer Aelbrechtsdochter van Scagen, ridder, vrouw van Wouters van Egmond, met het ¼ deel van de tienden en lastgeld in Noordholland in ambacht van Zevenhuijsen, en nog ¼ deel van de 3 doyts ende tienden van denzelven ambacht. Alsoe jvr Joost dat aangekomen is bij dode van haar vader heer Aelbrecht van Schagen, ridder; tot een onversterfelijk erfleen. Onder staat: Nunc: Frans van Nyenrode apud d. ecclesia fol 119

Eck, van | 1445-10-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 290, 275
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt dragen over "dat oude erff tot Scerpenzeel ende dat getimmert dat daer op staet. Uytgeseyt dat bosch", zoals Willem Lambertsz gebruikt had, en Deuken en zijn voorvaders van de abdij in tijns hielden, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen mit Berckhorst ende Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel mit den derp van Scerpenzel ende mit Rynesse, noord: Ot voirs. mit sinen bosch, zuid: jonge Egbert die Beer mit Winniclaer; Wouter die Beer ontvangt dit goed tbv zijn vrouw Mergriete van Huekelem, 2 oude groet tijns per jaar, te betalen in onsen wthoff te Heyligenberge; 1457-04-01 (1457-04-16): Wouter die Beer en zijn vrouw Margriet dragen dit goed over tbv Dyrck van Oestrum; "Dit heeft nu Egbert de Beer per resignationem dicti Theoderici tempore domini Joh. Clauwert" en "item ontfenc Wouter de Beer syn soen [doorgehaald de voorgaande 5 woorden] Egbert de Beer door overgift Dyrx van Oestrum", belend west: Otto van Scherpenzeel met den dorp van Scherpenzeel en met Rynes

tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe; 1457: Gheryt Scaeij, Jan die Wolff

Egmond, van | 1476-07-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht no 505 fol 384v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Joannes Clawardi oorkondt dat jhr Jan van Remmerswael als voogd van zijn vrouw jvr Margriet van Egmond het ¾ deel van de tienden gelegen in Noordholland te Zevenhuizen, haar aangekomen bij dode van haar moeder jvr Volcwijff van Zevenbergen, van welke tiende heer Aelbrecht van Schaegen, ridder, het vierde ¼ deel toebehoort; vervolgens wordt Jan van Remmerswael ermee beleend tbv zijn vrouw; "dit is versocht bij Jacop van Remmerswael, horen soen, ut in libro domini Wit fol 27" [abt]

mannen: Jan van der Anxter, Jan van Helmont

Eem, van der | 1439-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 132, 138v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pelgrijm Goessensz van der Eme draagt op "den eigendom van 6 dachmaets lants in t gerecht van Bunscoten te Velde in den lande dat Goede Goedensz plach te wesen van den lande dat Ebbe Louwe en Gherbert Volkensz daerin hebben bi den dijck voert oestwaert opstreckende", belend zuid: Jacob Winmekensz kinderen, noord: land dat Gerijtsland geheten is; vervolgens wordt Pelgrim hiermee beleend; "Item dit heeft nu Jan Cibert ontfangen Pelgrim Goessenssone anno 1488"; 1441-04-02: beleend Hase Willem Cijbers wijf was, na dode van haar vader Pylgrim van der Eem; vervolgens draagt zij dit leen over tbv Jan Cijbert, die ermee beleend wordt

mannen: Gheryt Jansz, Jan van Amelenberge; 1441: Goessen van Voerde, Willem Lambertsz

Amerongen, van | 1454-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 82, 84
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Geryt van Vlueten als gemachtigde van Jacop van Amerongen en zijn zoon Jacop, "Alsoo als sij van anxtes wegen hoir lijfs by ons ende onse mannen niet comen en dorsten", hem opdroegen 7 oude Vrancr scilden jaarlijkse erfelijke renten, uit een tiende tot Bunschoten in die Veenstrate, belend zuid: die Haerscheweg, noord: Jan Rode Jansz of zijn nakomelingen, oost: die Lake, west: die Eme, die hem aangekomen waren van zijn oudevader Henric Jacobsz; de abt beleent vervolgens Alijt Jans Hoevendochter ermee; met haar gecoren voogd Ghysbert Ponciaensz draagt zij dit leen over tbv haar zoon Jacob Sloijer Gerytsz, terwijl zij haar lijftocht behoudt; 1457-05-10: zij staat aan haar zoon haar lijftocht af totdat zij hem 200 gouden Wilh scilden betaald zal hebben

mannen: Evert van Benscop, Gosen van Scaijc