504 resultaten
Borssele, van | 1423-06-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 331, 331v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Jan de bastaard van Borsele heer Vranckenz hem opdroeg die twee deel van de tiende in de parochie van Welsinge, waar de abt van Middelburg ⅓ deel in heeft, "overmits die hoge geboren grave Guido van Beloijs sal. gd. in voirtiden van onser abdien te leen helt", en Jan de bastaard van de grafelijkheid van Holland verkreeg; Jan wordt beleend tegen betaling van 6£ zwarte Tourn per jaar; "dese is doet ende dit goet heft versocht Jan Janssoen Joffer Aechten Doensdochter die sijn getruwede wijf is"; op dezelfde dag draagt Jan de bastaard de helft van dit leen op tbv jvr Marie van Middelsteijn Peter Henricszsdochter, vrouw van Jan
mannen: Gysbert Goetscalc, Heinric Valc
Brigdamme, van | 1439-06-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 349v, 350
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Johan van Brigdamme met de helft van de alinger tienden in de parochie van Coudenkerke "ende Peter Maude ende Peter ut der Boede wilenaer van ons te leen te houden plagen", daarna op mr Peter van den Steijne, die ze na enige tijd opdroeg tbv jvr Beatrijse van den Steijne, daar de jaarlijkse pensie niet betaald werd, kwam het leen weer aan de abdij terug; Johan wordt er nu mee beleend tegen een jaarlijkse pacht van 15 schell zwarte Tourn en een goede maaltijd of 2 oude groet Conincs Tourn, voor de koop heeft hij een koopsom voldaan; dezelfde dag beleent de abt jvr Beatrijse van den Steijne met ½ alinger tiende in de parochie van Coudenkerke [zie hierboven], met dezelfde pacht en koopsom
mannen: Arnoldus Byndorp, Volquin van Baern, Goessen van Scaick
Broeck, van den | 1458-07-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 152, 472
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt van Broeck heeft opgedragen een tienden geheten Wolfswijnckel gelegen te Scherpenzeel, en Henrick Quint Jansz heeft dit ontvangen tot een Zutfenschen rechte, op 2 mud rogge en 1 mud garst per jaar; "dit heeft zijn zoon Willem Quint"; 1481-09-03: Willem Quint Henricsz bepaalt dat wanneer hij kinderloos overlijdt, de tiende geheten Wolfswinckel, Roij van winckel, Berchorst en Heijngenscamp, zal komen op zijn zuster Thonis of haar erfgenamen, behalve 2 mud rogge en 1 mud garste, Amersfoorter maten, alle jaren te betalen aan de abdij
mannen: Claes van Triest, Hubert Vonck; 1481: Johan de Coninck, Henrick van Rynghenberghe
Buren, van | 1425-03-11
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 12v, 424v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent jonker Jan van Bueren heer to Ewijck, na dode van zijn broer jonker Otte van Bueren, met ½ tiende van Kesteren, tot een goed onversterfelijk erfleen, zoals Otto en zijn voorvaders hielden; "ende dit heeft joncheer Gerart here tot Culenborch"; hij maakt dit tot lijftocht voor zijn vrouw joffer Alienora her Florysdochter van Bersel, ridder
mannen: Hubert Soudenbalch, Gysbert Godscalc
Borre | 1425-06-29
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 424, 425v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Bor Claes Bannenz maakt tot lijftocht voor zijn moeder Kerstine, de helft van alle goederen die hij van de abdij in leen houdt; "dit wederriep voor ons Jan voirs. na inhout des briefs hierna bescreven over dat ander blat"; 1425-12-11: hij herroept de lijftocht voor zijn moeder, "dat Jan voirs. ons voldaen heeft van alsulken wilkoer als hij an ons ghedaen rorende van sinen gheechten wive Margrieten Pilgrim Gosensdochter"
mannen: Gysbert Godscalc, Evert van Doenm; Gijsbert Godscalc, Roloff van Wisschel
Borre | 1422-06-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 116v, 422
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Borre Claes Bannenz wordt binnen jaar en dag na dode van zijn vader beleend met al het goed dat Claes Banne in leen hield, gelegen op Zeldrecht: 1) een hoeve land, belend oost: Gheryt Duwer, Ghijsbert van Lodensteyn en Jans kinderen uten Haghe, west: Gheryt Zoes, Wouter Rose en Aernt Mutsen erfgenemen, 2) 1½ viertel land dat Heijn die Hoeijer gebruikt, belend oost: Egbert de Beer en Pouwels Henric Stuepenz [= Stoop], west: Lambert Dedel, 3) drie viertel land, belend oost: St Pieter te Utrecht, west: Ricout Evertsz; hij mag dit goed verkopen, versetten of tot lijftocht maken; 1422-06-04: lijftocht voor zijn moeder Cristina, vrouw van wijlen Claes Bannen, 3 viertel land op Seldrecht, belend oost: St Pieter, west: Ricout Evertsz
mannen: Hubert Zoudenbalch, Lambert Thuer, Willam Henricsz
Bloc | 1436-02-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 65v, 66
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: het convent verandert alle hof- en tijnsgoed in Loesden, Zoes Heze en op Zeijster oever, in goede onversterfelijke erflenen: Geertruyd Jan Blocsdochter met haar man Jan van Zulen Gerytsz, dragen op hun recht op de helft van 2 campen land geheten "het grote broeck", gelegen over die Eme achter Hamelenberge, met dijk en toebehoren, belend landwaarts: Willem Dirck Willemsz met de Nyenkamp en Rutger Jacobsz met Cleyne Broeck, zeewaarts: de heer van Abcoude met Dorenoert, en Gheryt Loeff met Lieskamp; vervolgens wordt Geertruyd met deze helft beleend (de andere helft behoort aan Evert Heijnenz erfgenamen te Amersfoort), na dode van haar moeder Beatrijs Bloc, tot een goed onversterfelijk erfleen, onder kwijtschelding van de erop rustende koermede en tijns; 1436-02-14: zij maakt dit tot lijftocht voor haar man Jan van Zulen
tijnsgenoten: mr Albert Baers, Jan Lambertsz; leenmannen: Albert Willemsz en Matheus Gijsbertsz
Brouwer, de | 1440-11-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 70v, 71
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem de brouwer Gijsbertsz draagt over 8 morgen land gelegen op Seister oever in het gerichte van Zoes, belend boven, beneden: Vasteraet Andriesz, strekkende uit de Rijn tot aan de Oulantsche weteringe; zijn vrouw Heylwich scheldt haar lijftocht hieraan kwijt; Vasteraet Andriesz draagt op 2 morgen in het gerecht van Zoes, belend boven: Aelbert Willemsz, beneden: Willem de brouwer, en nog 2 morgen land, boven: Willem de brouwer, beneden: joffer Mechtelt van der Zevender; vervolgens wordt Willem de Brouwer met dit alles beleend, behalve de 4 Vr scilde die Steven Boen uit 8 morgen heeft; 1440 St Lucasdach de Evangelist: Willem de brouwer maakt zijn vrouw Heylwich tot lijftocht 12 morgen land op Seyster oever, behalve de 4 Vr scilde van Steven Boen en Ott Jacobsz en zijn vrouw Alijt 4 Vr scilde per jaar voor hun leven
mannen: Gysbert de Wolf, Evert Jacobsz
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145, 151
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met een erve geheten die Scalbrenck [te Soest], belend landwaarts: Ave, vrouw van Jacob Lambertsz, zeewaarts: Henrick Jacob Goedenz.z, strekkende van de Brinck tot aan de Biscopsweg toe; "dese helfte is opgedragen ende heet Lysbeth Andries Botsdochter in leen, ut folio in eodem libro fol 210", "ende ander helft heeft versocht Henrick die Beer, zyn zoon, post mortem patris, apud dom. Wilh. de nova ecclesia fol 61"
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goesen van Scadick
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v, 151
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Gherijt Jansz, 2) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Woutersz erfgenamen, landwaarts: Willam van den Doem; vervolgens worden zijn zuster Hildegart en Lysbeth elk voor de helft beleend en Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en eed; 1501: Jacop Gerritsz heeft dit leen ontvangen, na dode van zijn moeder Hildegont de Beer, met een acker land in die Schalbrinck tot Zoes, "dat een wyle tyts van der abdije verdwaelt was", voor 2 gouden Koervorster R gld
mannen: Jhan van Hamelenberge, Willam Heinricsz, Goesen van Scadick; Jan van der Anxter, Dirc van der Beeck