35 resultaten
Boxtel, van | 1312
Livre Feudataires du Brabant p 37, 265, 283, 133, 116, 61
Achternamenindex
livre feudataires de Jean II de Brabant: - Elisabeth de Bouxtel tenet 50 libras, haar man Johannes de Pietersem; - Wilhelmus de Boecxstele mansionem de Staple, apud Boecstele et 1 molendinum apud Liemde; - Wilhelmus de Boecstel, domum de Stapel [Le Stootboec 1355 fol 472r: Willem here van Boucstele sine woeninge in Stapel, sine moelen in Lyemde etc. Le Spechtboek 1374 fol 196r: ende de hertoghinne van Brabant gaaf Willem de hoge heerlicheit tot Liemde in beternisse sijns leens etc]; - Johannes dictus de Oyen, domos de Oyen, unum molendinum ibidem, 1 molendinum apud Walewijc, 1 hovam terre infra terram de Heusden [Le Spechtboek dit fol 202v: Willem van Oyen heren Henricsz van Boxtel houdet t huis van Oyen als 's hertogen open huis]; -Henricus filius Henrici dicto Der Kindere, de Helmont, quedam prata jacentia apud Emhouts in Zomeren, cum suis altinentiis. Que quidem prata cum aliis bonis ipse acquisivit erga Godefridum de Boustel [Boxtel ?]; - Godefridus de Bussel [Boxtel ?] terciam partem decime de Drunen. German de Os tenet morto
Clarenburg, van | 1472-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 442v, 443
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Janna Jansdochter van Clarenborch, vrouw van Herman van Wije, maakt haar man tot lijftocht de alinge tiende tot Bunschoten [er staat: bbuscoten], die zij van de abdij in leen houdt; Harman van Wije heeft zijn lijftocht verkocht in 1474 op St Petersavond ad Cathedram
mannen: Geryt van Rijn,Tyman Mouwer van Heersell; 1474: Alfer Ruysch, Jan Helmont
Splinter | 1475-03-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 217, 217v, 300v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splintersz draagt over: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezer Veen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoestsche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, 2) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Reijer Snijer in leen hield, en Jacob Splinter geerfd heeft, 3) ⅓ deel van ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn Gysbertsz, dat hem aangekomen is bij dode van zijn neef Reyer Snijer, 4) tijnsgoed: ⅓ deel van ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen, in het kerspel van Zoes, waarvan Nelle, vrouw van Reijer Snijers, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutgher Jacobsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren, Jacob aanbestorven van zijn neef Reyer Snijer; "habet Albert Petersz ende Ruesselt zyn wijf in fol 302 sequenti"; vervolgens wordt Symon Gerytsz van Rietwijck ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, behalve het recht van de erfgenamen van Nelle Reyer Snijers hieraan
mannen: Geryt van Rijn, Willam vann der Meer, Johan van Helmond; tijnsgenoten: Willem van der Meer, Jan van Helmont
Hoeve | 1474-09-11
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 383, 397v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Joest Hoeve Dirksz als voogd van zijn zoon Dirck Hoeve, die nog niet mondig is, wordt binnen jaar en dag na dode van Dircks moedere Petronella Goert Menssendochter beleend met ½ tiende in Hogelande tot een goed onversterfelijk erfleen, pacht 18 oude gr Tourn en een goede maaltijd; "dit heeft Claes Beth"; 1478-05-01: Jacop van Campenhout als voogd van zijn nicht Magdalena Joest Hoeve Dirickszdochter, die niet monidg is, wordt beleend, zoals Dirck Hoeve in leen gehouden had; "item dit was twistgoet ende dit behaet Claes Beth Walychsz ut infra"
mannen: Jan van den Anxter, Jan van Helmont; 1478: Gheryt van den Rijn, leenman van St Paulus, Johan Taets, leenman van de bisschop
Beer, de | 1473-03-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 210v, 211, 238v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over tbv Lysbeth Andries Botsdochter, ½ van een stuk land gelegen tot Zoes, geheten Stalbrenck, belend landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Evert Jacobsz erfgenamen en Goyert Jacobsz (10-16), 1486: Goijert Jacobsz en Ruert Jacopsz erfnamen; vervolgens wordt Lysbeth ermee beleend; "filius ejus Volken. Vide infra fol 239"; 1473-10-16: Lysbeth draagt dit leen op in eeuwige erfpacht aan Rutger de Beer Jacobsz en zijn nakomelingen, elk jaar voor 6 gouden R gld; 1485-07-04: Geryt Bot Folkensz beleend als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerytsz, na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botdochter; "dit heeft ontfangen Cors Meijnsz in libro domini Ser (?) de nova ecclesia fol 209"
mannen: Alfer Ruysch, Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersell; Tyman Mouwer van Heersell, Jan van Helmont; 1485: jonghe Vrederick van der Zevender, Willem van Dam Petersz