33 resultaten
Zevender, van der | 1437-08-02
R.A.H. Coll Aanw no 100/Reg Philippus fol 89v; R.A.H. Coll Aanw 102 NH fol 52v
Achternamenindex
hertog Philips beleent Jan van der Zevender van den Wail met de tienden die zijn oudevader Jan van Almeloe van de graaf hield: 1) een tiende van 5 hoeven lands in het land van Steijn, belend oost: Robbrechtswatering, west: Otte Borre van Amerongen, strekkende van de Yssel tot Rieweg (ander fiche: Riebbek ?); 2) de tiende van Broeckhuysen, belend tussen (boven) Waddincsvene wateringe en (beneden) Claes heer Jacobsz; 3) de tiende van 25 morgen op de Oude Goude, belend oost: Jan van Leeuwen, west: de scheijding van Bloemendale; 4) de heerlijkheid van de Vrije Hoeve, 58 morgen met tijns in het land van Steijn, van de Yssel tot aan het land van Brederode, belend west: de Elfhoeven, oost: de Kalverenbrouck [er staat een A in margine); 1453-10-15: Steven van der Zevender van den Wail beleend na dode van zijn vader Jan van Sevender van den Wael
Clarenburg, van | 1450-12-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 78v, 81v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan van Clarenburch draagt op tbv zijn dochter Johanna van Clarenburch, die hij heeft bij zijn vrouw Alyt Jans Hoevendochter: de tiende te Bunschoten, gelegen in die Veenstrate, belend noord: Jan die Rode Jansz, of zijn nakomelingen, oost: die Lake, zuid: die Haerseweg, west: die Eme; Johanna wordt ermee beleend behalve de lijftocht voor haar vader Johan en haar moeder Alijt; sterft Johanna kinderloos dan zal het leen terugkomen op haar vader, behalve de 7 Vrancr scilden per jaar die Jacob van Amerongen Jacobsz als erfgenaam van zijn oudevader Henric Jacobs hieruit afzonderlijk in leen houdt (vgl 1430-12-24); 1453-10-13: jvr Lysbet van der Meer beleend met de tiende te Bunschoten, na dode van haar broer Jan van Clarenborch, Jan van Zulen doet de eed; 1453-10-14: Johanna van Clarenborch na dode van haar vader Jan "die ons leeck leenman was voor Johanna zyn dochter", beleend met een tiende te Bunschoten
mannen: Geryt van Vlueten, Roelof van Baern; 1453: Zoude van Rijn, Ot van Slingelant; Gheryt van Vlueten, Ott van Slingelant
Bot | 1472-06-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen
mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell