45 resultaten

Mathenesse, van | 1600-01-22

Berigten Hist Gen dl 3 p 120/Arch Mathenesse
Achternamenindex

Jacob Taets van Amerongen, landcommandeur van de balie der Duitsche Orde binnen Utrecht, geeft in erfpacht enige landerijen in het kerspel van Alphen, aan Johan van Matenesse, enig kind van Adriaan van Matenesse heer van Opmeer bij wijlen Odilia van Aeswijn, volgens uiterste wilsbeschikking van wijlen Gysbrecht van Matenesse (vgl 1598-11-12)

Boekel/Bokel | 1306-04-06

Reg Rotterdam en Schieland no 180
Achternamenindex

Niclais heer van Putte verklaart in erfleen gegeven te hebben aan Diederic Bokel, ridder, die het hem had opgedragen, zijn huis te Wedena en het erf dat gelegen is binnen de uiterste gracht ter hofstede toe; als er geen nakomelingen zijn komt dit goed aan diens zuster Baerte en haar nakomelingen, indien zij kinderloos blijft aan diens neef Ghysbrecht Bokel Hermansz

Aeswijn, van | 1613-07-01

Kroniek Hist Gen jg 1851 p 21/Arch Mathenesse
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden van Eustatius van Aeswijn, jongste zoon van Reinhard van Aeswijn en Mechteld van Ysendoren, en Maria van Oostrum, oudste dochter van wijlen Johan van Oostrum en Aleid van Renesse. Maria brengt ten huwelijk de goederen, haar bij uiterste wilsbeschikking vermaakt door haar nicht wijlen Geertruid van den Borch, abdisse der Witte Vrouwen te Utrech, en nog te erven van haar oud-moeije Petronella van Oostrum.

huwelijksvrienden zijn: Reinhard van Aeswijn, Mechteld van Ysendoren, Arnold van Aeswijn, heer van Ruwiel, Anthonis van Aeswijn jonge heer van Brakel, Willem van Tuijl heer van Bulckesteijn ter ener zijde; Aleid van Renesse weduwe van Johan van Oostrum, Jan van Oostrum kapitein, Gerard van Oostrum, domheer te Utrecht, Willem van Oostrum tot Broekhuizen schout van Wijk bij Duurstede en commissaris van de monstering, ter andere zijde

Grieken, van | 1464-06-16

Ons Voorgeslacht jg 1980 p 670
Achternamenindex

leen van de hofstede Warmond: de helft van 6 ½ morgen land gemeen met Jan van Zonneveld met leen van Jan van Poelgeest in Alkemade: - Jan Colyns, na opdracht uit eigen goed, te komen op Willem Jansz, strekkende met het uiterste eind aan het meer, belend noord: Louwe Dirksz, zuid: Jan van Zijl met land van de hofstede en aan de meer: Jacob van Grieken, west: de lydweg, oost: Jan Clemens

Brederode, van | 1592-09-29

V.R.O.A. 1909 p 139 no 171/Arch Detmold-Brederode
Achternamenindex

vonnis van de Hoge Raad in de zaak tussen Penelope van Brederode, gravin van Isenburg, vrouwe te Gistelles, eiseres en impetrante van request civiel, en Walraven heere te Brederode, verweerder, over het bezit van de helft van Vianen en Ameide. Adviezen en andere stukken over die zaak, waaronder afschriften van de uiterste wil en van een uittreksel uit het codicil van Geertruid van Bronkhorst en van Batenburg, 1591 en 1592

Cock van Neerijnen, de | 1593-10-26

V.R.O.A. 1909 p 184 no 470, 469/Arch Detmold Brederode/Haeften
Achternamenindex

opdracht van schepenen in Deil en leenmannen door Gysbert de Cock van Neerynen en zijn vrouw Beatris van Assendelft, van twee bouwingen in Meteren en Malsen, aan Roelof Moring, en verhuring daarvan voor dezelfden door Moring aan die echtelieden, 27 oktober d.a.v; 1594-02-24: uiterste wil voor schepenen van de banken van Tuil en Deil en leenmannen van het vorstendom Gelder verlden, door Gysbert de Cock van Neerynen, heere te Klingelenburg en Beatrix van Assendelft

Borssele, van | 1282-11-12

v.d. Bergh II no 468
Achternamenindex

Wolfaert van Borselen en zijn vrouw Sibillie geven aan Beatrice, der graefwede van Holland, hun goed: buiten de oude Zwene, dat loopt door Zandyc polre en tussen Dunehovede en de Lemmele, wat we van graaf Florens kochten en daarbij 80 gemeten land in de polre van Zandyc, daar de broeders van het Duitse Huis in wonen, en daarbij de veste en de woning in het ambacht van Zandyc, en de boomgaard, binnen de uiterste gracht, en de watermolen, molenwater, haven, havengeld, havendijk en al de hofsteden en erven. Vervolgens krijgen zij dit weer in leen

Bernier | 1343

Te Water: Smeekschrift der Edelen IV p 219e.v./Ned Leeuw jg 1911 p 51, 52, 53
Achternamenindex

testament van Philips van Wassenaer, burggraaf van Leiden, waarin hij bepalingen maakt t.a.v. zijn dochters Heylwig, Elisabeth en Badeloch; zijn broeders Arent van den Damme en Willem. Aan zijn oom Barnier bevestigt hij het genot van 20 schellingen 's jaars, die zijn vader hem bij zijn huwelijk had gegeven. Aan het slot van dit testament staat de de testateur zijn "lieve maghen" heeft verzocht zijn uiterste wil mede te willen bezegelen. In het begin van het testament is sprake van heer Philips Barmersz, geestelijke, aan wie Philips 10 sc vermaakt [vermoedelijk is hij een zoon van Dirc Barnier, oom van Philips]

bezegeld door: Philips van Groenevelt, proest van Sinte Jans te Utrecht, Arend van Duvenvoerde, Jacob van der Binchorst, ridders, Heynric heren Dircssoen, Aernde van den Damme, mine broeder, Barnier ende Jan Oem, mijn oem

Herlaer van Meerwijk, van | 1560-01-02

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 82
Achternamenindex

leenmannen van Gelre oorkonden dat Adriaen de Cock van Delwynen en zijn vrouw Maria van Brakel, krachtens octrooi van de koning dd 1558-12-16 bij uiterste wil beschikken over hun beider leengoederen: Adriaen kent aan Maria, met consent van de leenheer Adriaen van Herlair van Merwijck, dd 1559-05-15, toe het levenslang vruchtgebruik van de halve tiende onder Delwijnen op de Rengmeer. Maria geeft haar man Adriaen het vruchtgebruik van de grote halve tiend onder Brakel, waarvan de heer van Pouderoyen de andere helft bezit. Bij ontbreken van kinderen te komen op de oudste zoon resp. dochter uit haar eerste huwelijk met Johan van Gijsen (vgl 1552-10-07)

Corver | 1531-07-23

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 284, 285
Achternamenindex

leen van Vianen: no 641) 3 ½ morgen in Outena en 641A) 2 morgen in 2 campen strekkend van de wetering tot de Lakenvelder kade, Hubert Adriaensz voor zijn zuster Gerritje dochter van Adriaen Woutersz Corver, na overdracht door Bernard Cornelisz; 1555-01-24: Cornelis Anthonisz na overdracht door Cornelis Jansz voor Gerritje Corver, diens vrouw; leen 641C): verminderd met 641D), strekkende van de uiterste kant van de dijk tot de wetering, boven: Bernard Cornelisz met 641A): 1531-06-21: Hubert Adriaen Woutersz na overdracht door Egbert Hermansz, daarna aan zijn zuster Martina; 1565-08-29: Anthonis Joostenz voor zijn zoon Adriaen, na dode van zijn moeder Marina Adriaen (Wouters) Korversdochter