34 resultaten
Splinter | 1479-04-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 219, 133
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Splinter Jacopsz wordt na dode van zijn vader Jacop Splintersz beleend met: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezerveen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoesche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, na dode van Splinter Jacopsz heeft zijn dochter Catharina, vrouw van Michiel Rammen, dit verzocht en overgegeven (fol 133); 2) ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den haerden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn (fol 219v); 3) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Roelof van Baern in leen houdt, en van ½ vierdel van de hoeve veen de ofgrifte overgegeven heeft aan Peter Willemsz en Reyer Snijer; "dit heeft Catryn sijn dochter versocht en terstond weer overgegeven Geryt Jacopsz" (fol 133)
mannen: Johan Hermansz, Steven Willemsz
Corf | 1534-06-22
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 44/Leenregister Egmond D
Achternamenindex
Bartholomeus Thomasz, van Alcmaar, oud ca 50 jaren. Wijlen Dirck Claes Corffsz, die omtrent 1512 overleed had in leen van de grafelijkheid 3 geersen land in de ban van Heilo over de Yede [= Die], in de noordelijke kamp van een kamp land dat Dirck Arentsz placht toe te behoren. Na zijn overlijden "die naeste leenvolger daerop t voors leen gedevolveert was, dit leen niet verzocht had, maer was geaenwaert bij wijlen Jan van Heemstede uyt naam van zijn huisvrouw die jonger zuster was van den voors Dirck Claes Corff. Welke Jan van Heemstede, noch ook Roeland van Heemstede, zijn zoon, t voors leen niet versocht en hadden bij faulte van Roeland voors verclaert heeft, dat syluyden niet geweten en zouden hebben dattet voors perceel leengoed was". Roeland heeft daarna kwijtschelding van dit verzuim ontvangen en is vervolgens met 3 geersen beleend, belend oost: Bartholomeus Thomasz, van Alcmaer, west: het water geheten Over Dije, noord: Claes Pietersz, zuid: Pieter Claesz Paelinck, en vervolgens opgedragen heeft tbv Bartholomeus Thomasz die ermee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen: Pieter Bol, Joris Timmer,onze leenmannen; Anthonie le Bucq, leenman van Holland
Vlaanderen, van | 1438-07-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 68, 82, 90
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent Henric van Vlaenderen met 4 morgen land in Vuijlcoep in het gerecht van Schoenouwen in een weer land van 6 morgen gemengder voere met Henric van Heijligenlande, belend boven: Gheryt kinderen van den Massche, beneden: Johan van Tiel Ottenz, waarvan Henric van Vlaenderen ons voor het gerecht den eigendom had opgedragen, hij wordt nu beleend tot een onversterfelijk erfleen; 1452 des Donres dages na Divisio Apostolorum: "Hendric van Vlaenderen heeft syn leen versocht mitter leger hant van abt Jacob van Poelgeest als hi van recht sculdich was te doen"; 1454-03-14: beleend Johan van Blochoven, na dode van zijn vader Heinric van Vlaenderen; 1463-02-19: Jan van Blochoven draagt dit leen, gemengder vore met de vrouw van Jan van Tyel en belend boven: Geryt Jansz van Velde, beneden: de vrouw van Jan van Tyel met haar kinderen, op; vervolgens doet zijn vrouw Mechtelt afstand van haar lijftocht aan dit goed, en tenslotte wordt Gheryt Herman Egbertsz.z ermee beleend
leenmannen: Johan van Hamelenberge, Goessen van Schaedyck; 1452: Zoude van Rijn, Evert van Benscoep; 1454: Evert van Benscop, Geryt Scaij; 1463: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel
Baarn, van | 1453-03-10
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern wordt beleend met zijn venen te tijns en te lene in het gerecht van Zoess, achter Zoesenge in de grote en cleyne Slage, en in Hezer Veen, met alle overganc ter Vuersen wert; vervolgens draagt Roelof op 3½ hoeve veen in Heserveen, belend oost: Reynaer Lambertsz en Goedvaert Heinric Bottersz, west: Peter Hamertvelt en de erfgenamen van Aernt van Amerongen; Reynaer Lambertsz draagt op al zijn recht op ½ vierdel veen, die van Lysbeth van Wede waren in de 3½ hoeve; Roelof draagt op: - ½ hoeve veen in Hezerveen, oost: Peter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Peter Hamertvelt, - 8 vierdeel veen in Zoesserveen, in de cleijne slage, belend zuid: Steven van Zuylen van Nyevelt, noord: die gemeen grafte, - 3½ morgen in de cleyne slage, belend zuid: nakomelingen van Heinric van Rijn, noord: Heinric Ghysbertsz, - de helft van ½ hoeve veen in de Grote slag, waarvan Henric Godevaert Bottersz het andere deel heeft, zuid: Jacob Nenninc Petersz, noord: Jacob Scadenz; vervolgens wordt Roelof van Baern met dit alles beleend; "versocht bij Roelof zyn zoon infra fol 191 eodem libro"
Goyert de Coninck, Volken van Baern, onse mannen; Zouwe van Rijn, Jan Mouwer, onse tynsgenoten