54 resultaten

Snijer | 1472

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 297
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacop Splintersz droeg op de helft van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen, in den kerspel van Zoes, waarvan Nelle, vrouw van Reijer Snijer, de andere helft van heeft, belend landwaarts: Rutger Jacopsz erfgenamen, zeewaarts: Poulus van Opbueren, hem aangekomen bij dode van zijn neef Reijer Snijer, hof- en tijnsgoed, onversterfelijke erftijns , 1 Joh. braspenninck te betalen elk jaar in onsen hove tot Emminclaer bij Amersfoort; "item dit heeft Sijmon Gerijtsz bij overgift"

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Tyman Mouwer van Heersell

Vermaet | 1453-06-01~

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Roelofsz Vermaet wordt binnen jaar en dag na dode van zijn zuster Geertruid beleend met ¼ deel van dat heel slach lants onderdeylt gelegen in den slage, belend landwaarts: jvr Belije vrouw van Vrederic van den Voirde en Lubbert Symensz, zeewaarts: erfgenamen van Henric van Endoven, tot een goed onversterfelijk erfleen; ["gegeven 1453 op ten dach van Junio"[!], de voorgaande akte is van 1 juni]; 1452-10-02: Wouter Roelofsz Vermaet beleend als voren (fol 152)

mannen: Henrick Goyertz, Reyer Lambertsz

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, droeg op 1) een maet land in het kerspel van Zoes, hof- en tijnsgoed, zuid: Dirc Mutse, zeewaarts: Rutger Goede Scaelsz.z, strekkende van Jacob Fijenz camp tot aan de Grote Saijmaet toe, 2) 2 campen land, ook tijnsgoed, west: de gemene wech, noord: Rutger Scaell, zuid: Dirc Mutse, oost: Gysbert van Lodensteijn; vervolgens wordt dit goed verleend aan het clerchuse en gemeen convent van St Jan tot Amersfoort, hulde en eed doet Aelbert Dirc Petersz

tijnsgenoten: Claes Jacobsz, mr Jacob Smit, mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met een erve geheten die Scalbrenck [te Soest], belend landwaarts: Ave, vrouw van Jacob Lambertsz, zeewaarts: Henrick Jacob Goedenz.z, strekkende van de Brinck tot aan de Biscopsweg toe; "dese helfte is opgedragen ende heet Lysbeth Andries Botsdochter in leen, ut folio in eodem libro fol 210", "ende ander helft heeft versocht Henrick die Beer, zyn zoon, post mortem patris, apud dom. Wilh. de nova ecclesia fol 61"

mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goesen van Scadick

Vlug | 1471-01-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 200v, 215
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheertruyt Vlugge Goyertsdochter van der Maet met haar man Goijert Vlugge, draagt op ¼ deel van dat heel slach land, onderdeijlt, in den slage, belend landwaarts: jvr Belije die Vrederics wijf was van der Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrics erfgenamen van Endoven; vervolgens wordt Mechtelt, vrouw van Jan van Westrenen, dochter van Gheertruyt en Goyert Vlugge beleend; "Peter hoir sone habet"; 1473-11-09: Goijert Vlug verzoekt belening van wege Jacob Jansz van Westrenen met dit leen, na dode van zijn moeder Mechtelt; "modo Peter ejus filius"

mannen: Gheryt Meusz, Peter Dier, Evert van Hese; 1473: Vrederic uten Ham, Gerrit van Rijn

Bot | 1472-02-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 233v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Bot Volkenz als voogd van zijn zoon Volken Bot wordt na dode van Volkens oudevader Wouter Scade beleend met ½ hoeve veen in het gericht van Zoes in de Grote Slage, belend zeewaarts: Henric Goijertsz en erfgenamen van Roelof van Baern, noordwaarts: Gosen Willemsz en Gysbert Woutersz erfgenamen; Volken Bot wordt beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, en Peter doet hulde voor zijn zoon; 1483-02-21: Bernt Scade beleend, na dode van zijn neef Volken Bot Petersz; in margine: "dese ½ hoeve veen heeft nu Jacob Schaij, in libro abbatis Mathei de Goch"

mannen: Evert Heze en Tyman Mouwer van Heersel; 1483: Evert van Heese, Henric van Ryngenberghe

Zuylen, van | 1436-02-13

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 65
Achternamenindex

St Paulusabdij Utrecht zet de hof- en tijnsgoederen in de kerspels Loesden, Zoes, Heze en Zeyster Oever, om in onversterfelijke lenen; compareert Geertruydt Jan Blocsdochter met haar man Jan van Zulen Gerytsz en draagt op de helft van 2 kampen land geheten Grote Broeck, gelegen over de Eme achter Hamelenberg, na dode van haar moeder Beatrijs Bloc, belend landwaarts: Willem Dirck Willemsz.z. met de Nyencamp en Rutger Jacobsz met de Cleynebroeck, zeewaarts: de heer van Abcoude met Dorenoert en Gheryt Loef met Lijescamp; de andere helft behoort aan Evert Heynenzs erfgenamen te Amersfoort, en zij ontvangt alles weer tot een onversterfelijk erfleen

tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambertsz, mannen: Aelbert Willemsz en Matheus Gysbertsz

Scael | 1423-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 283v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gode Scilt draagt over: - een camp land aan de Torfwech in het kerspel van Zoes, belend landwaarts: Rutger Jacobsz erfgenamen, zeewaarts: Pouwels van Obbueren, tijns 1 penn per jaar, te betalen in onze hoft te Ymmenclaer bij Amersfoort; de abt verleent dit goed vervolgens aan Evert van Lodensteyn tbv Jacop Willemsz, met lijftocht aan zijn vader Willem, zijn moeder Dibborch, sterft Jacob kinderloos dan komt het goed op zijn ouders, behalve de paep tot Zoes een spint rogge per jaar, en de abdij onse menninge; "postea: Reyner Snijer"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Herman Gout

Zuilen van Amerongen, van | 1459-02-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 89
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent Jan van Zulen van Amerongen Jansz na dode van zijn moeder Gheertruijt Jan Blocsdochter, met ½ van 2 campen land geheten het Groote Broeck, gelegen over die Eem achter Halemelenberg met de dijken, belend landwaarts: Willam Dirc Willamsz met Nyencamp, Rutger Jacobsz met Cleynen Broeck, zeewaarts: de heer van Abcoude met Doren oert en Gerrit Loeff met Liescamp; de andere helft van de twee campen behoort toe aan Evert Heynenz erfgenamen te Amersfoort; onder staat: "dit heeft Goessen Jansz van Zulen per mortem ejus ontfangen"

mannen: Eerst Taets van Amerongen, Rutger de Beer Jacobsz, Gysbert Heynricsz

Splinter | 1476-03-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 302
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splinter en Symon Gerytsz van Riedwijck dragen op, Jacob ⅔ deel en Symon ⅓ deel van de ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen in het kerpsel van Zoes, waarvan Nelle, weduwe van Reyer Snijer, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutger Jacopsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren; vervolgens ontvangen Albert Petersz en zijn vrouw Ruesselt Gerrit Trantsdochter deze helft tot een goede onversterfelijke erftijns van 1 goede oude Joh. Bourgoense braspenninck, te betalen in den hove tot Emminclaer; "dit hebben Aelbert ende Ruesselt overgegeven ende heeft ontfangen Luman Aerntsz"

tijnsgenoten: Gerrit Schaey, Jan uten Broeck