504 resultaten
Oostende, van | 1463-04-19
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 377, 377v
Achternamenindex
de broers Willem die Vreze van Oestende en Jan van Oestende worden binnen jaar en dag na dode van hun vader Willem van Oestende beleend met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] te leen hield, gelegen in de parochie van Welsingen, waarvan de abdij van Middelburch de handere helft in leen houdt, jaarlijkse pacht 6£ Zwarte Tourn; dezelfde dag worden zij ook beleend met ⅓ deel van tienden in dezelfde parochie, waarvan de abt ⅓ deel heeft en het derde deel door de erfgenamen van Johan heer Vranckenz en de abt gezamenlijk in leen gehouden werden; 1463: Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan zijn broer en Joest van der Ameijde
Gelre, van | 1425-03-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 498v, 499v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche geeft in pacht aan Arnoud hertog van Gelre "onse gerechten, hoge ende lage, tot Lienden ende tot Driel als die onsen goedshuse toebehoren zijn leven lanc ende niet langer, om 3 goede vette beren sjaers die elke 3 jaer alt syn of 12 goede oude Vrancr scilden voer die beren"
presentibus de consilio: nobili domicello Walravo de Muerse domino de Baer et Arnoldo de Boeikop, reddituario supremo de Gelre
Gaasbeek, van | 1442-01-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 75, 74v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jhr Jacob heer tot Gaesbeeck, Abcoude, Putten en Strijen wordt binnen jaar en dag beleend met het leen dat de heren van Abcoude van de abdij in leen houden, nl een stuk land gelegen in den Slage in het gericht van Zoes, geheten die Nonnenmaet, belend zuid: Rutger Jacobsz erfgenamen, noord: Gheryt Jansz, oost: Willem Smit en Jaocb Pothoff c.s, west: strekkende an die Eme; jhr Jacob van Gaesbeeck draagt dit leen op en vervolgens wordt Steven van Zuylen van Nyevelt Willemsz ermee beleend
mannen: Johan van Hamelenberge, Albert Willemsz, Henric Jansz
Gruyter, de | 1484-03-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 20v, 20
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Maria Gruijters met haar zoon Jan de Gruter opdroeg al haar recht op een camp land gelegen beneden in die Marssche, beneden t griet in den kerspel van Renen; vervolgens beleent de abt Loedewyck van Levendaell daarmee tot een onversterfelijk erfleen, van oudsher geheten "Ver Grieten oird" (vgl 1475-10-10); fol 20: ongedateerde akte "ick Loedewyck [van Leefdael] houdt van der abdien te lien een stuck lants gehieten "Borrencamp" ende plach te hieten "ver Grietenoird" (in libro domini Henrici de Reno abbatis fol 7v). Ende dit ontfenc hi van heren Johan Clauwert abt anno 1484. Ende dit goet ligt in der marsschen inder kerspel van Renen. Dit soldt staen gescreven in Sticht van Utrecht"
leenmannen: Marcelys van Scarpenseel, Otto van Oorde
Horter, de | 1456-04-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 369, 371v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Claesz de Horter wordt beleend met 2 ½ gemet tienden in de parochie van ser Abbenkerke, hem aangekomen van zijn vader Claes die Horter, tegen een jaarlijkse pacht van 5 oude gr Coninx Tourn en een goede maaltijd of 2 oude gr daarvoor; 1460-03-22: Jan Claesz de Horter wordt met de ledige hand beleend, met dezelfde erfpacht
mannen: Peter van Sconenburch, Jan van den Anxter; 1460: Vrederic die Voecht, Geryt Scade
Hoeve | 1474-09-11
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 383, 397v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Joest Hoeve Dirksz als voogd van zijn zoon Dirck Hoeve, die nog niet mondig is, wordt binnen jaar en dag na dode van Dircks moedere Petronella Goert Menssendochter beleend met ½ tiende in Hogelande tot een goed onversterfelijk erfleen, pacht 18 oude gr Tourn en een goede maaltijd; "dit heeft Claes Beth"; 1478-05-01: Jacop van Campenhout als voogd van zijn nicht Magdalena Joest Hoeve Dirickszdochter, die niet monidg is, wordt beleend, zoals Dirck Hoeve in leen gehouden had; "item dit was twistgoet ende dit behaet Claes Beth Walychsz ut infra"
mannen: Jan van den Anxter, Jan van Helmont; 1478: Gheryt van den Rijn, leenman van St Paulus, Johan Taets, leenman van de bisschop
Haefswade, van | 1425-06-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 34, 32
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat voor zijn hof- en tijnsmeester Bernt van Broechagen verschenen is Jorden van Haefswade en zijn vrouw Gheertruit, die hem opdroegen 5 morgen land geheten die Houthoeve in Kesteren, belend oost: land van de papelike provende te Kesteren, zuid: een gemene straat, west: de heren van St Walburch te Arnhem, noord: een gemene straat; vervolgens ontvangt de jonge Jorden van Haefswade Jordensz en zijn vrouw Alydt Wouter Hackendochter dit goed ten erftijns, jaarlijks voor 11 scepel mout etc; 1428-05-12: Jorden van Havenszwaeij Jordensz en zijn vrouw Alit Wouter Hackendochter dragen dit leen op en vervolgens word heer Geryt van Meerten, cureit tot Kesteren, beleend tot tijnsrecht tegen een jaarlijkse tijns van 11 scepel
tijnsgenoten: Willam van Zuemeren [Zomeren], Johannes van Elt; 1428: Willem van Zuemeren, Gerefaes Zuermontsz
Hilhorst | 1436-04-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 66v, 149
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Alijt Jan Gysbert Hilhorst's dochter met haar wettige voogd Jan van Rijck Jansz, dragen op: 1) land strekkende van de brinck tot aan de biscopsweert toe, belend landwaarts: Jacob Rutgersz, zeewaarts: Jacob Goedenz, 2) land op ten Enge, strekkende van de Baernwecht tot aan het Heetvelt toe, landwaarts: Gerrit van Hilhorst, zeewaarts: Jacob Goedenz, 3) land op ten Enge, landwaarts: Jacob Goedenz, zeewaarts: de Heetacker, 4) land op ten Enge, zuid: Aernt van Hilhorst, oost, aan beide einden: Jacob Goedenz; vervolgens wordt Henric Jacop Goedenz hiermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; 1452-08-22: Heynric Jacopsz beleend met het leengoed van zijn vader Jacob Goedenz, volgens leenbrief van 1436
tijnsgenoten: Rycout Rycoutsz, Herman Gout; mannen: Aelbert van Baren, Goessen Bosch Willemsz; 1452: Evert Jacobsz, Willem Ricoutsz
Hamersveld, van | 1436-05-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 270v, 427v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter van Hamersvelt maakt zijn zoon Gijsbert bij zijn vrouw jvr Mechtelt Splintersdochter van Everdinghen, de rechte nahant aan een kamp land gelegen in Zoes, strekkende van der Eme tot de Hoywech toe, geheten "die Grote Kamp", belend zuid: Heijn Sto[e]pe, noord: Ricout Ricoutsz, zoals Peter dit van de abdij te leen houdt "na dode Ghysberts [Peters ?] vaders"; 1443-06-21: hij maakt zijn zoon Lambert de rechte nahant aan een kamp land in Zoes, geheten "die grote kampe", belend zuid: Heijn Stoepe, noord: Ricout Ricoutsz nakomelingen
mannen: Goesen Bosch Willemsz, Jacob van der Weteringe, Jacob Nenninck Petersz; 1443: Soude van Rijn, Goessen van Schadijck
Heeze, van | 1443-07-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 146, 81
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Tyman van Heze wordt na dode van zijn broer Peter van Heze beleend met: 1) ½ hoeve engeland, met bos en velde, geheten "Costwijns halve hoeve", 2) ½ hoeve engelant geheten "Schouten halve hoeve", 3) ½ hoeve engelants, geheten "Kleppenhoeve", 4) 1 vierendeel engelants, geheten "Benedicten lant" met bos en heide, 5) ½ hoeve bos en velt, waar Goedeken Sprijt den eigendom of van ons in leen houdt, 6) 1 vierendeel engelants, geheten Kampen, te houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1452-09-17: beleend Pieter Tyman van Heze, na dode van zijn vader Tyman
mannen: Henrick Jhansz, Goesen van Scadick; 1452: Henric van Vlaenderen, Willem die Brouwer