504 resultaten

Hamelenberge, van | 1443-02-05

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 428, 157
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert Wolf van Hamelenberge maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Angniese ⅓ deel van 4 campen land gelegen in die Slage, die heten: "die Stockmaet" , "die oude Weij", "die Nyencamp"en "die Hoeijmaet", en nog een stuk land gelegen tot Zoes "met eenre steenre kamer, streckende aen den brenck aen die Eem toe", belend boven: Jacob Godenz, beneden: Gheryt Jansz; 1453-02-05: Ghysbert die Wolf van Hamelenberge verzocht zijn leen mit der legen hand

mannen: Jan van Hamelenberge, Goessen van Schadijck; 1453: Jan van Hamelenberge, Gosen Willamsz

Hamelenberge, van | 1453-12-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 464, 163v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Jan van Hamelenberge Dircsz zijn dochter Alijt die hij heeft bij zijn vrouw Korstijn Ghysbert Te[n]gnagelsdochter tot lijftocht maakt het ⅓ deel, onderdeelt van 4 kampen land gelegen tot Zoes bij den goede tot Hamelenberge: geheten Stockmaet, de Nyewe Camp, de Oude Weyde, de Homaet, na zijn dood de rechte nahand, en erven zullen op zijn dochter Alijt; 1460-08-16: Alyt Jansdochter van Hamelenberge, bij zijn vrouw Korstine Gysbert Tengnagelsdochter, met haar man Aernt Knoep, wordt na dode van haar vader Jan van Hamelenberg beleent met deze goederen, haar man doet hulde en eed

mannen: Ot Slingelant, Jacob van der Weteringhe; 1460: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heerssel

Hamersveld, van | 1455-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 291, 291v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert Hamersvelt ontvangt na dode van zijn vader Peter Lambertsz, ½ hoeve engelants, geheten "Hamelenberge" met 2 ½ acker land die daartoe behoren, gelegen tot Soes, belend overzijde: jhr van Gaesbeeck, nederzijde: Egbert Nagel, strekkende noordwaarts tot aan Ghysbert Scaels stege toe, zoals Peter het in tijns hield en aan zijn zoon Lambert de nahand gemaakt had, tijns 2 schell per jaar in onsen hof tot Ymmiclaer; Lambert heeft dit verkocht, en hield allen een hofstede, waar hij de tijns van betaald heeft; 1457-04-12: wordt dit goed opnieuw in tijns uitgegeven aan Lambert, sterft hij kinderloos dan zal dit goed komen op zijn oudste broer, gekomen van zijn moeder jvr Mechteld Splintersdochter van Everdingen

tijnsgenoten: Jacob Nenninc, Jan Lambertsz; 1457, mannen: Zoude van den Rijn, Geryt Scaeij

Hemerten, van | 1459-08-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 293, 38
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Jan van Hemerten hem opdroeg 14 (4 ?) morgen land in de Mersch in het kerspel van Rhenen, en Pelgrim de Kamp gebruikt, Heijmerhaer geheten, en dat hij dit in erftijns gegeven heeft aan Henric Holl; dezelfde dag draagt Henric Holl dit tijnsgoed over tbv Vrederic van Hemerten Janszoon van Hemerten; onder staat: daarna heeft dit ontvangen Loedewijc van Leefdael; 1460-10-21: Jan van Hemerten draagt dit op en Danijs van Leefdael ontvangt dit in erftijns; "nu: die jonge Loedewijck ejus filius, nu: Zeger van Wyck"

tijnsgenoten: Zoude van Rijn, Aelbert Proeijs; Gheryt Scade, Jacob Jansz

Hamersveld, van | 1469-05-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 188v, 205
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Hamersvelt Gerijtsz wordt na dode van zijn broer Claes Hamersveld beleend met 8 dagmaet land gelegen in den gerecht van Zeldert, twee dachmaet belend west: Egbert die Beer, oost: Jacob Jansz, 6 dachmaet belend oost: Peter Lubbertsz, west: St Agatha te Amersfoort, aan het achtereinde: de Haersche Loedyck, zuid: Jacob Jansz; vervolgens maakt Jan Hamersveld dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw Vrederic Bosschendochter; 1472-05-16: Geryt Hamertveld wordt beleend na dode van zijn ouders; verzuim wordt hem kwijtgescholden

mannen: Jan Brant, Henric van Duven; 1472: Jan van der Anxter, Tyman Mowuer van Heersel

Ham, uten | 1472-04-22 (1471)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 299, 300
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriet, vrouw van Vrederic uten Ham, vraagt in erftijns: 1) de helft van 3 acker land gelegen in der Duijst, die van Willam Rycken waren, strekkende van de nieuwe weg tot aan het land van Gelre, belend noord: Peter van Hamervelt, zuid: Tonis Willemsz, dat zij in pacht hebben; dit land is vroeger aan Vrederic van Drakenborch in huwelijksvoorwaarden met jvr Mergriet Jacob Nennincksdochter gegeven, en jvr Margriet aangekomen bij dode van haar moeder, en bij dode van haar oom Reyer van Grijmmesteijn; jvr Margriet ontvangt dit land in erftijns, voor 1½ quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt jaarlijks, 2) zij ontvangt in erftijns een acker land in de Duyst, zuid: Peter Lambertsz van Hamertvelt, noord: Garbert Ricoutsz, haar eveneens aangekomen bij dode van haar moeder, voor een tijns van 1 quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt; 3) zij ontvangt ook tot een onversterfelijke erftijns twee dachmat land en een vierendeel and in de Duyst, "streckende van der nederen wech aen Gelre lant aen te meten also lange dats 2 dachmaet en één vierendeel is voirs. van der Duijsten die Willem Garbrantsz te wesen plagen", belend noord: Sem Willem Garbrantsz, zuid: Willem Mensenz van der Haer erfgenamen, erftijns: ¼ van een loet goet fijn silver; 1474-02-21: jvr Margriet, vrouw van Vrederic uten Hamme, draagt deze goederen op tbv Geryt van Scadyc en zijn vrouw Baertraet; "nunc: Jacob van Scadijc, apud dom. Wilh. de nova ecclesia fol 143"

tijnsgenoten: Geryt van Ryn, Tyman van Heersell; 1474: Vrederic van Drakenborch, Geryt Scade, Tyman van Heersell

Hamelenberge, van | 1478-05-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 219, 220v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clawardi beleent Griet Petersdochter, weduwe van Dirc van Hamelenberge, tbv hun onmondige oudste zoon Gysbert (zij vraagt belening daar oom en voogd van Gysbert, Geryt van Hamellenberg buitenlands is), met een erve gelegen tot Zoes met de camer en husinge, soe die nu betimmert staet, streckende van der brenck in die Eem, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: het convent in die Birckt, hem aangekomen bij dode van zijn vader Dirck, Steven Willemsz doet de eed voor hem; 1479-07-04: Agneze Dircksdochter van Hamelenberge wordt binnen jaar en dag na dode van haar broer Gysbert van Hamelenberge hiermee beleend, na dode van hun vader Dirck, Steven Willemsz doet de eed voor haar; "dit goet hebben ontfangen Jan Ude die een helft ende Jan van Cleve die ander helft", "ende daernae ist hele goet weder gecomen op Jan Ude"

leenmannen van het Sticht: Eerst van Meerten, Gheryt Ouwert; 1479: Steven Willemsz, Evert van Heze

Jutfaes, van | 1467-04-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 92, 93v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald: nihil significat) abt Johan Claeuwert oorkondt dat mr Florens van Jutfaes, canonic St Jan te Utrecht, na dode van zijn vader Jacob van Jutfaes, beleend is met 36 £ zwarte Tourn per jaar uit de tiende tot Eemnesse, Vrederic van Drakenburch doet hulde en eed; "non tenet"; volgende bladzijde: dezelfde akte met enige veranderingen: Florens is de oudste zoon en leenvolger, en de bedoelde tiende van Eemnesse wordt in leen gehouden door Jan van Amerongen en Peter Hamertvelt

mannen: Jan die Coninc, Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersel

Oostende, van | 1463-04-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 377, 377v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Willam die Vreze van Oestende en zijn broer Jan Oestende binnen jaar en dag na dode van hun vader Willam van Oestende, met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] hield, gelegen in de parochie van Welsinge, waarvan de abt van Middelburg een deel bezit en Willem van Oestende het wederdeel, pacht 6£ zwarte per jaar; en met ⅓ deel van alinger riende in de parochie van Welsinge, waarvan ⅓ deel aan de abdij van Middelburg toekomt, en het 3e deel aan de abdij St Paulus, pacht 6£ zwarte; "ende dese twe brueders en sellen dese tyenden bij horen live nyet versueken mitter lediger hant"; Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan Joost van der Ameijde en zijn broers

mannen: Zoude van Rijn, Goesen van Voerde

Pallaes, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 53v (153v ?)
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hubert van Blochoven als gemachtigde van Hubert van Pallaes, "also als Hubert voirs van anxtes wegen syns liefs bij onsen onsen mannen te Utrecht niet comen en dorst", draagt op 4 acker land op die Beke, strekkende van de Brinck an die Veenwech, in den kerspel van zoes, belend oost: Jan Willam Willam Jansz.z, west: Heynric Stoep; vervolgens wordt Ghijsbert de Gruter ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Gosen Willemsz, Ot van Slingelant