504 resultaten

Stael | 1426-04-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 505 (405 ?)
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Oede Gheryt Staels wijf was, hem de tijns voldaan heeft van 1 schill die zij jaarlijks schuldig is in onsen hof tot Emmiclaer bij Amersfoort, van 2 acker duijst, strekkende van de nederwech tot aan het land van Gelre toe, belend zuid: Hessel Ricout Pelenz, noord: Steven van Nyenvelt

Stoep | 1441-06-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 139v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Stuep draagt op een hofstede met een stuk land gelegen in Zoeskerspel, belend zeewaarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: de heer van Abcoude, strekkende van de Brink tot aan de Torfwech toe, vervolgens wordt Jan Stuep en zijn vrouw Evert Jan Evertsdochter beleend; Jan Evertsz doet hulde voor zijn dochter; 1439-05-13: Jan Stoep beleend volgens zijn leenbrief

mannen: Dirc Poeijt, Goessen Willemsz, Jacob van der Vloetheringe

Zael | 1452-06-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 148v, 150v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Heynric Gherijt Zalenz als voogd van zijn vrouw Claes Jan Bannendochter, wordt beleend: met de ledige hand met de goederen waarmee de abt hem in 1439 beleend had, en met al het goed waarmee abt Willem van Hoeclem hen beleend had in 1439

mannen: Zou van Rijn, Govert de Coninck

Zuilen van Nyevelt, van | 1455-07-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 431v, 88v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Steven van Zulen van Nyevelt Willemsz belening verzocht met zijn leengoeden met ledige hand; vervolgens maakt hij tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Geertruide Goeswijnsdochter van Br [ienen ?] 5 morgen land met huising en hofstede tot Vloeten bij der kerk, belend overzijde: erfgenamen van Geryt van der Mije, nederzijde: de kerkweg van Themaet; aan zijn zoon Steven maakt hij op dit goed 100 oude gouden vrancr scilde, hem uit te reiken na de dood van zijn vader; 1459-02-28: Willem van Sulen van Nyevelt beleend na dode van zijn vader Steven van Zulen van Nyevelt Willemsz; vervolgens draagt hij dit leen over aan Bertelmeus van Sulen van Nyevelt; onder staat: "nu Henrick van Eemskerck ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 178"

mannen: Gosen van Scadewijck, Johan van den Anxter; 1459: Volken van Baern, Jan van der Anxter

Zael | 1461-02-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 167, 193v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Jan Heynric Zalenz, na dode van zijn moeder Claes Jan Bannendochter, met het goed Lienlaer, met het steenhuys mitter grafte, gelegen bij Amersfoert; volgende akte: "gesondert dat steenhuys mitten grafften" ( fol 193v) "item hier wairt die voirbrieff daer hij steenhuys mede versocht hadde opgeschoert"

mannen: Rutger Jacob Tymansz, Jan Stevensz; Jacob Tymansz, Jan Stevensz

Scadijc, van | 1460-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jut, vrouw van Goesen van Scadijc draagt over een stuk land van 2 campen, geheten de Lijescamp, gelegen in den Slage, en Goesen doet afstand van zijn lijftocht; vervolgens wordt zijn zoon Evert van Scadijc Goesenz beleend; 1465-04-11: Evert van Scadijc draagt dit leen op, en vervolgens wordt Heinric die Witte beleend tbv "der armen luden die beddevast lagen in Sinte Barbarengasthuus t Utrecht bi der plaetse ende St Louwerens gasthuijs daer t'eynden an"; de beide gasthuizen worden beleend

mannen: Gherijt van Lochorst ende van der Merwe, Henric van Duven; 1465: Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersell

Zuilen van Nyevelt, van | 1465-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174, 190
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn vader Steven van Zulen van Nyevelt, met het leengoed dat Steven tevoren aangekomen was van zijn broer Gysbert van Zulen, gelegen in de parochie van Zoes; vervolgens droeg Jacob dit leen over tbv zijn broer Geryt van Zulen van Nyevelt die ermee beleend wordt; 1469-05-28: Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn broer Geryt beleend met het leengoed in het kerspel van Zoes

mannen: Dirc van Zulen heer van der Zevender, Heinric van Duven; 1469: Tyman Mouwer van Heersell, Symon Sarasaen Jansz

Splinter | 1479-04-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 219, 133
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Splinter Jacopsz wordt na dode van zijn vader Jacop Splintersz beleend met: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezerveen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoesche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, na dode van Splinter Jacopsz heeft zijn dochter Catharina, vrouw van Michiel Rammen, dit verzocht en overgegeven (fol 133); 2) ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den haerden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn (fol 219v); 3) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Roelof van Baern in leen houdt, en van ½ vierdel van de hoeve veen de ofgrifte overgegeven heeft aan Peter Willemsz en Reyer Snijer; "dit heeft Catryn sijn dochter versocht en terstond weer overgegeven Geryt Jacopsz" (fol 133)

mannen: Johan Hermansz, Steven Willemsz

Splinter | 1479-05-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 303v, 306
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Geryt Splintersz Gheryt Splintersneve en zijn vrouw Lucie [er staat: Lutte], Maes van Vanevelt en Hillegont, die vrouw van Gherijt Splintersz was, hebben overgegeven aan Peter Gysbert Lamfersz en zijn vrouw Zara die husinge en hofstede mit sulken getimmert als daerup staet, gelegen in den kerspel van Zoest mit sulken lande ende vene als daer toe behoert, belend oost: Aernt Hilhorst, zuid: Jacob Johansz, zoals dat aan de opdragers aanbestorven was bij dode van Gheryt Splintersz, dat onze hof- en tijnsgoed is; de abt verleent dit goed aan Peter en Zara tot een onversterfelijke erftijns van 6 penn per jaar in onsen hove tot Emminclaer; 1480 des dinsdages na St Jairsdach: dragen Peter en Zara dit leen over tbv Gerijtken, dochter van Ricout Willemsz die hij heeft bij Fije Tyman Gerritszdochter

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Johan Hinricksz

Zuilen van Nyevelt, van | 1484-03-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 94, 99
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat jvr Joest van Zuylen van Nyevelt, vrouw van Jan van Alfen, opdroeg met haar zwager Dirck van Zweten heer tot Leijenberch als voogd, tbv van Gheryt van Emskerck Henricsz, 5 morgen land met husinge en hofstede, gelegen tot Vlueten bij de kerk; vervolgens wordt Geryt ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen; fol 99: uit de akte op fol 99 blijkt dat haar man Jan van Alphen in den Haag gevangen zat, en dat zij van nood en kommer tot verkoop moest overgaan

mannen: Gerrit van Rijn, Alpher Ruijsch