50 resultaten
Assendelft, van | 1514-06-10
Inv Kerkvoogdij St Bavo Haarlem no 121
Achternamenindex
Claes Dircsz Paenderen en Jacob Gerytsz van Montfoirde, schepenen in Haerlem, oorkonden dat mr Huych van Assendelft "licentiaat in beyden rechten en Raad mijns genad. Heren in het Hof van Holland, met Cornelis Woutersz als zijn gecoren voogd, transporteert aan de kerkmeesters van de parochiekerk dezer stede, die huysingen mitten erven die hij leggende heeft an t Sandt, achter de voorn kerk. Belend: an die oostzijde dat kerckhoff, an die westzijde: Lysbeth coman Dirk Gerytsz weduwe met hair huysinge ende erve streckende voir van t Sant voirs zuytwaerts ofte achterwaerts an die Beeck" [op het terrein van dit huis is wsch later de Vleeshal gebouwd]. Met zegels van de schepenen
Haarlem
Egmond, van | 1376
Reg no 265 fol 62, Reg no 274 fol 99/Leenboek Egmond A fol 26v fol 99v/R.A.H. Coll Aanw 521 fol 102v/Volumen van de lenen I
Achternamenindex
Arent van Egmond beleent Arent die Wilde met alzulk land en rente, met huysinge daarop staande, gelegen in de ban van Bergen, Jans werff van Bergen geheten, te verheergewaden met een vette capoen en een fles wijn, belend oost: Huge Vuyten Hage, west: die Haleke en Sappe Vogel en zijn stiefkinderen, zuid: die Haleke, noord: die Zaendergeest kerkwech. Na Arents dood beleend op zijn zoon Willem en 1401-06-20: draagt Willem dit leen op en wordt zijn broer Jan beleend, na Jans dood komt het goed weer op Willem; 1413: op Volckert Gerritsz, bij consent van Claes Jager, die hulde doet; 1502-03-14: Volckert draagt dit leen over aan Isbrandt van Holesloot, te Amsterdam
1401: Gerrit van Beerhem, Floris van Alcmade; Aelbert heer Aelbrechtsz van Egmond, Floris Symonsz, Jacob Willemsz; 1413: Willem van Riedtwijck, onze baljuw, Claes van Veen Jansz
Does, van der | 1463-05-01<
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 18/Leenregister Brederode 9
Achternamenindex
Reynald van Brederode beleent Dirck van der Does Kerstynsz [lees: Kostynsz] met het leengoed van zijn vader: - de woning ter Does te Leyderdorp, mit den lande dat daertoe behoert ende leyt westwaert voer die huysinge, gaande toten duijfhuijscampe toe, ende oostwaarts totten anderen toe, belend noord: des persoenres land van Leiderdorp, dat behoort tot de paepliker proven, zuid: zijn broers Henric van der Does en Gheryt van der Does met hun land. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 1£ Holl of een roode sperwer. Dirck van der Does maakt de helft tot lijftocht voor zijn vrouw Jacob Jansdochter van der Mije (zonder datum); 1463-05-01: Reynalt heer tot Brederode oorkondt dat hij Kostijn van der Does Dircksz en ook Willem van der Does Dirksz beleend heeft
mannen: Walraven en Reynolt van Brederode, bastaarden, Willem van Wael, Gerrit van Zweten; 1463-05-01: Henrick van Brederode, bastaert, Gijsbert van der Donck
2e zijtak
Zijl, van | 1470-07-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 197v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Tyman van Zijl en Jacob Evertsz dragen op elk ¼ deel van een hofstede gelegen tot Zoest, onderdeelt met Goijert Jacobsz. "Mit huysinge ende alle timmerte als daer op staet, ende met alsulke engelant en weylant alst van outs gelegen is, welke voors. hofstede Jacob Goedenz toe te behoren plach, also alst hem Aernt Evertsz hoer broeder in voortiden voor ons overgegeven hadden"; vervolgens wordt Hase Evert Jacobsdochter, vrouw van Tyman van Zijl met de helft van deze hofstede beleend; ook gaven Tyman en Jacob elk aan haar ¼ deel van 6 Beyers gld per jaar erfrente die ter lossing staan, en Aernt Evertsz schuldig is; 1491: Hase geeft dit goed over en Rycout Evertsz krijgt het te leen, en "Hase behalt noch alle engelant te leen"
mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell
Taets van Amerongen | 1444-05-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Eernst Taets van Amerongen droeg op: 1) Gherbrant Noijdenz huysinge, hofstede en berch, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, strekkende van den brenck tot aan den overen wech toe, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) dwarsstuk 1½ schepel land, boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Rijcoutsz, 4) in den Steenberch 10 scepel land an den Baerrewech, boven: Gode scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ mud land an Zuidelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerijtsz.z, 6) ½ scepel land in hoec ack (?), boven: Henric Cuper, beneden: de heer van Abcoude, en al het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Lambert Pyll beleend
mannen: Soude van Rijn, Goesen Busch Willamsz
Dongen, van | 1455-10-29
Arch Marquette 1106 no 98/Cartul Assumburg
Achternamenindex
Johan graaf van Nassau consenteert erin dat Geryt van Assendelft tot douarie gemaakt heeft voor zijn vrouw Beatrix Jansdochter van Dongen twee van hem gehouden lenen gelegen te Heemskerk, hem aangekomen bij doode van zijn vader Dirk van Assendelft, nl: een huysinge ende hoffstede mitten heymwerve binnen den utersten graften ende voort die laene ende laenacker ende die noortacker tusschen der lanen ende Bauckensacker vuytgeaende gelycke aen den wech ende voort vier geersen ende marsch van Smeetscamp in te meeten zuytwaert. Voert aen in den anderen leene oick gelegen te Heemskerck dat belent heeft zuid: Huygen van Dyemens erfgenamen, noord: Geryts landt van Assendelft voorsz, geheeten Duvevenne, aen de oostzyde: Mairtijn Willemszoen landt ende an dat westeynde des voors.Geryts cleyne boemgaert [NB waarschijnlijk is iets weggevallen en wordt als 2e leen bedoeld de Vrederixvenne, waarvan de belendingen wel genoemd worden]
Heemskerk
Duyn, van der | 1561-03-20 (1560)
G.A.Heemstede Reg "Holland van Heemstede" 67 (no 465) fol 124
Achternamenindex
koning Philips beleent jhr Adam van der Duijn na dode van zijn moeder jvr Alydt van Amsaet, met: 1) een camer met boomgaert in de ban van Heemstede, ter ener zijde: de huyzinge die men van Geryt van Heemstede te leen placht tehouden, ter ander zijde: het land daar die capelle van Heemstede op staet; 2) 3 ½ deymde lants in de cooch van Groot Oosthuizen, belend noord: Claes de Man, zuid: Rijmken Agniesenz, oost: nu Jacob Stoockers, west: nu Aris Gerritsz; 3) 54£ van 40 gr Vls t pond uit 30 morgen land in Rijswijckerbroeck, belend noord: de vaert of wateringe, oost: de Commanderije van St Jan te Haerlem, west: St Aechten susterhuijs te Delft; 4) 29 (26 ?) gouden Kar gld per jaar, losbaar den penn 16, uit de huysinge en hofstede van der Mye met 100 morgen land daaraan gelegen, te Nieuwkoop, tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1593-03-17)
mannen: Willem van Berendrecht, Cornelis Berthouts, Job Jansz, Adriaen Le seur, Pieter van der Houve
Poelenburg, van | 1404-12-16
R.A.H. Coll Aanw 96 fol 86v/Reg Tricus Afd Kennemerland no 47; R.A.H. no 99 afd Kennemerland fol 25, 60/Novum Registrum patet libro IX no 123; R.A.H. 101 fol 59 fol 22
Achternamenindex
Gerrit van Poelenburch, zijn zoon ontving: 1) syn huysinge mitten hiemwerf en 4 acker te Heemskerk voor den werff, streckende tot an den Kerkweg; 2) een weije after den huyse; 3) 4 £ Holl per jaar uit landhuur in die Lier, 1429-04-09: dit alles heeft Gheryt van Poelenburch quytgescouden en Claes Berthoudsz van Hueppen [= Huessen ] ontvangen; 4) 20 morgen tussen de dijk van de poeldijk en Wennekenssloot; 5) 1 morgen 2 hont gelegen an t Hoff te 's Gravesande; 6) 2 paar swaen uit het huis van Heemskerk [Marquette]; 1429-03-08: Jacobus stierf en zijn zoon Gerardus relevavit; 1429-03-28 (1428): Gheryt van poelburch wordt door gravin Jacoba beleend; 1439-04-15: Jacob van Poelenburg Gerritsz "als dat hij mit waenversoucken niet versuymen en mach tot syn mondigen jaren toe"; 1447-01-26 91446): Jacob van Poelenburg beleend, na zijn vader Gheryt
Culemborg, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 68, 71
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Geryt van Kulenborch: 1) dat goet tot Muijswinckel 56 morgen in der maelschap van Ravenswade; 2) in Mauderick 67 morgen op Hornicksvelt, 13 morgen 85 roeden int Nyeslach en 4 morgen in der Meinten; 3) een hofstad in der maelschap van Mauderick op die Slage, die Alaert uten Weerde en Dirck Doys uten Weerde Geritsz en Willem van Weerde Roelofsz opgedragen hebben, 18 morgen met huysinge ende getymmerte als daer op staet, belend boven: de heren van Embrie, beneden: Henric Ottenz; - jonker Peter van Culemborg leengoed en item Arnt van Culemborg; - Willem uten Weerde dat goed dat Gerijt van Kulenborg opgedragen heeft, 13 morgen int Nyslach in Mauderick, belend: Willem van Rumelaer en Henrick Ottenz, van de gemene straat tot Medelse Kamp en nog de helft van 13 morgen aan de zuidzijde op t Hornicxvelt, belend boven: de heer Willem van Broechusen en beneden: Heinric Ottenz (mannen: Wolfert van Kulenborg, onse neve, Gysbrecht van Kulenborg, Joest Doys)
mannen: Peter van Culemborg en Jan van Eck Woltersz, voor Gerit vqan Culemborg;
Zuilen van Nyevelt, van | 1443-04-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 76, 76v, 100v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem heeft een overeenkomst gesloten met Steven van Suylen van Nyenvelt Willemsz, waardoor Steven overdraagt 5 morgen land met huysinge en hofstede, gelegen tot Vlueten bij der kercke, belend oost: Gheryt van der Mije, west: de kerkweg van Themaet en Hildegont Splinters, tevoren zijn goed, waar hij nu mee beleend wordt; Splinter uten Hamme, schout tot Vlueten oorkondt dat Steven deze 5 morgen aan de abt transporteert; Steven geeft dit voor hem en voor zijn vrouw Mechtelt van Appeldoren "daer hy nu ter tyt blikende boorte by hadde" over aan heer Willam uten Hage, monnik van het St Paulusklooster; 1443-04-13/03: Willem uten Hage toont de brief waarin Steven ontslag ontvangt uit de leenband van een camp lants gelegen in den slage in het gerecht van Zoes, geheten Nonnenmate, belend oost: Willem Smits, Jacop Pothofs, zuid: Rutger Jacobsz Eesgl (?), noord: Geryt Jansz, hiervoor draagt Steven de 5 morgen in het kerspel van Vlueten over
mannen: Johan van Hamelenberge, Goessen van Schadijcke Willemsz; schout van jhr van Gaesbeeck: Egbert Nagell Jansz, schepenen tot Zoes: Jan Claesz, Jan Heynricsz, Pieter Gysbertsz, Heijn Nagell, Henric Heymansz, Geryt Evertsz en Goessen Gerytsz