46 resultaten
Does, van der | 1351-12-30
R.A.H. Coll Aanw 42 fol 3v/EL 43 fol 2v
Achternamenindex
"Huge Costijnsz heeft ontfaen van minen heer sijn wooninge mitten lande leggende in t ambocht van Leyderdorpe, streckende uten Rijn tot Amercamp toe. Belend op die noordzijde: Hugen land van der Brugge, zuidzijde: jvr Machtilde land van der Does, binnen aftersusterkint niet te versterven. En woude hi deese wooninge en land t eijgen hebben, so soudet him mijn haer ten eygen geven, mar dar soude hi of sine nacomelingen weder voren opdragen 3 morgen lands ofte meer binnen den ambacht van Leyderdorp ende dit goed plach hi te houden van heren Jan van Polanen"
1e zijtak
Dever~ | 1300-01-21 (1399)
A.R.A. Copie Leenkamer 23 fol 52/Reg EL 2 fol 15v
Achternamenindex
graaf Jan oorkondt dat van de 10 morgen die liggen in den ambachte van Alfen, en die Simon Gorys [Dever ?] kocht van Reynier de Scoute, en van 2 morgen in het ambacht van Leyderdorp die dezelfde Symon kocht van Hannen Gerardsz, welk land Symon had opgegeven aan graaf Floris en weer van hem in leen had ontvangen, dat nu Gheraerd, zoon van Symon van ons in leen houdt. Hij geeft verlof aan heer Hughe van Leyden, canonic van St Jan te Utrecht, om met zijn neef Gheraerd dit land of deel ervan te verkopen
Scriver | 1295-06-15
v.d. Bergh II no 911
Achternamenindex
Elisabeth, abdis van Leeuwenhorst, oorkondt dat Hugo pater fratris Wilhelmi monachi Campensis, quonad capellani in Teylingen, bijna al zijn onroerend goed te Voorhout aan genoemde abdij heeft afgestaan, waarvoor zij hem een prebende toestaat onder zekere voorwaarden
borgen: dominus Bartholomeus, investitus ecclesie de Leyderdorp, Joh. et Nycolaus, sacerdotes, fratres carnales, filii quondam Nicolai scriptoris, Hugo persona exxlesie in Northic
Bennebroek, van | 1369
Geslacht van Zyl van Zylhof p 9, 10
Achternamenindex
Jan Arent en jvr Lysbeth, zijn vrouw schenken 3 £ per jaar aan de capelrie te Leiderdorp gesticht door Jan van Ammers om jaarlijks missen te doen voor de zielen van zijn vader, moeder en voor Jan en Justine, zijn kinderen en voor zijn vrienden en al degenen die Jan Arent verschuldigd is te gedenken. Na de mis wordt in de kerk te Leyderdorp aldaar Jan Arent begraven ligt drie grafrondgangen gedaan, eerst bij Jan Arent's graf en daarna de graven van Jan en Justijn, zijn kinderen ende voor aller zielen een gebed te doen. Ter verzekering hiervan stelt Jan Arent al zijn goederen 'roer ende onroer' tot borg. (zoon van Justine vrouw van Dirk van Cuyck burggraaf van Leiden)
Does, van der | 1463-05-01<
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 18/Leenregister Brederode 9
Achternamenindex
Reynald van Brederode beleent Dirck van der Does Kerstynsz [lees: Kostynsz] met het leengoed van zijn vader: - de woning ter Does te Leyderdorp, mit den lande dat daertoe behoert ende leyt westwaert voer die huysinge, gaande toten duijfhuijscampe toe, ende oostwaarts totten anderen toe, belend noord: des persoenres land van Leiderdorp, dat behoort tot de paepliker proven, zuid: zijn broers Henric van der Does en Gheryt van der Does met hun land. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 1£ Holl of een roode sperwer. Dirck van der Does maakt de helft tot lijftocht voor zijn vrouw Jacob Jansdochter van der Mije (zonder datum); 1463-05-01: Reynalt heer tot Brederode oorkondt dat hij Kostijn van der Does Dircksz en ook Willem van der Does Dirksz beleend heeft
mannen: Walraven en Reynolt van Brederode, bastaarden, Willem van Wael, Gerrit van Zweten; 1463-05-01: Henrick van Brederode, bastaert, Gijsbert van der Donck
2e zijtak
Does, van der | 1443-09-30
Inv Arch Kloosters Leiden regest 762; Genealogie v.d. Does/Fam Arch Bredius
Achternamenindex
Dirc van der Does Costijnsz, Albrecht Nagel, Heinric van der Heede en Costyn Jansz zijn getuigen en zegslieden bij een deling van land te Leiderdorp, dair die prior van de Regulieren van Leiderdorp van syns cloesters wegen ende Geertruijt Jacob Marxz weduwe mit horen kinderen, als Ubenne Jacobsz, Ermgart, Geertruijt ende Ave Jacobsdochteren voors, gescheijden ende gedeelt hebben sulc lant als dat cloester ende Jacob die God genadich sij, te gader plegen te hebben, gelegen in den ambacht van Leyderdorp: dat cloester sal hebben dat lant dat gelegen is tenden Ruysschenlant mitten hofstede ende boegaert doergaende an die laen onder Jacob Marxz huijs voirs mitten wege die daer toe behoert. Voert 2 campen lant op die Does gelegen, het ene groot 20 hont, geheten heer Aelbertsven, die ander camp daeran ten Ryn waert streckende, omtrent 8 hont. Geertruud met haar kinderen zal hebben een stuk land van 4½ morgen geheten dat Rellant mitten uterdyck .... [?] twee campen daer tenden an, samen houdende 3½ morgen en 1 hont, streckende uijtten Rijn an die Laen voirs. Dit land met de tuin zal zijn overtocht hebben over de weg gelijk andere buurlanden
2e zijtak