50 resultaten
Ommeren, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 18v, 19, 23v, 38v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Jan van Liesvelt 1 stuk land op Ryswiker Duvestert, belend boven: Rijswiker stege, beneden: Jan van Oemeren; - de heer Steven van der Weyde 20 hont te Rijswijc in Haddenpoel, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Herman van Oemeren; - Steven van Zulen het goed gelegen in Herman van Oemerens hofstede; - Aernt Loef Henricsz (oorspronkelijke naam uitgewist) 5 ½ morgen gelegen van de Broecstege tot aan de Zoelen, belend boven: Florens van Yngen en Phylips bastaard van Culemborg, beneden: Hubert van Culemborg heer van Meere; het land was van Jan van Oemeren, gehuldigd heeft Steven van Oemeren en toen Aernt met dit goed beleend werd, deed Dirc Stappert Woutersz hulde voor hem
Scele | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister van Culemborg: - Hubert van Bemmale dat Gheryt Vrient Scelenz was, 3 ½ morgen in Ryswiker maelscap in de slaghe, geheten de Smale akker, strekkende van de polder tot aan de Broecsteeg, belend boven Jan oude Gerijt Vrientsz, beneden de jvr van Gelre (fol 28); Gheryt Vrient Scelenz 2 morgen in Rijswiker Maelscap, van de bandijk tot aan de polder, belend beneden: de hertog van Gelre, boven: oude Geryt Vrient (fol 28v); - Geryt Doijs Gerytsz 4 ½ morgen tot Rijswijc, belend boven: Mergriet van Oemeren, samen met Weyndelmoet Doijs, beneden: Foyse Scelen; met latere hand: Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderic, belend boven: Henric Doys, beneden: Aernt die Brune (dit heeft Jan Kovoet Woutersz) (fol 35)
Weyde, van der | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Jacob Dircsz 7 ½ hont bij de windmolen te Buesinchem, belend boven: Corstyn Jacob Fyenz wijf, beneden: Ghije van der Weijde (fol 7v); - Goodscalc van der Weijde 11 morgen in de maelscap van Buesinchem, belend: de heer van Buren, met de Vrouwencamp en de Gheren, strekkende van Neudencamp van der Steghe, die Leydenaenscamp heette, tot aan een camp die van Eerst van Zoelmonde was (fol 16v); - heer Steven van der Weijde (vervangen door Johan, vervangen door Steven) 20 hont te Rijswijc in Haddenpoel, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Herman van Oemeren (fol 19); - Ghysbrecht van der Weijde 1 hofstat met 6 morgen gelegen then Wale, belend boven: Wouter Koevoet, beneden: Jan van Blochoven (fol 20)
Bruijne, de | 1346-12 (1344)
Bijdr Hist Gen jg 1901 p 288, 286/Reg EL 5 fol 109 r
Achternamenindex
grafelijke lenen: -Vistal die Brune 12 ½ morgen [omstreeks Loenen aan de Vecht] in leen; - Wreys Jansz 12 morgen [omstreeks Loenen]; - Marster (?) Dirc die barbier een viertel in Tinnoudewater [bij de Linschoten]; 1346-12: Coliin veren Bairten neve heeft aan mijn heer opgedragen: - 9 morgen te Rijswijc op ver Beatrijs Aernds land, daar Coliin 20 sc per jaar op heeft; -Symon Clarenz houdt 1 viertel land gelegen voor 12 morgen binnen het ambacht van Cappelle (aan de IJssel), belend west: Diederic Willekens, oost hij zelf; - Willem Jansz 6 viertel voor 16 morgen binen Nuwerkerk (a/d IJssel), belend west: de Kerclaan, oost: Symon Aechtenz; - Enghebrecht Philipsz 6 morgen in het ambacht van Scie, waarvan 2 ½ morgen in de Gheer, tussen Jan van der Nesse en Kerstant kinderen van Raaphorst
Altena, van | 1230-05-07
v.d. Bergh I no 322/Noordbrabantse Charters p 24/Van Mieris I p 209 en 206/R.A.H. Coll Aanw 182 fol 10, 176 fol 305v/Inv Brieven Thesaurie 1415 fol 4v achter de Inv van 1498/Repert diverse brieven fol 142
Achternamenindex
Dirk van Altena erkent dat hij zijn slot Altena en met zijn bloedverwant Willem van Hoorn, zijn leengoed in Zuid Holland en Woudrichemmerwaard in leen houdt van de graaf van Holland en dat de graaf het recht heeft om krijgsvolk te leggen in zijn slot en toren te Altena (05-08); 1231-03-20 (1230): Dirk van Altena verklaart dat hij het kasteel te Altena niet zal verpanden zonder voorkennis van graaf Floris noch zijn leengoed bij Giezendam gelegen
Nycholaus de Putte, Willelmus de Striene, Willelmus Molendinarius, Gerardus en Symon de Rijswijc, Johannes de Wychen, Walterus de Altena, Amelis de Werken
Loef | 1410~
Leenregister Culemborg fol 9, 11 15v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Henric Loef 1 acker lant in Ryswiker Maelscap die Jan Zurmont opdroeg; - Henric Loef een akker, geheten de Weertacker, strekkende van Verniskens weert tot aan de Broecsteghe, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Heinric Loef, en deze akker was van Jan van Oemeren; - Jan Vranckenz 3 ½ morgen in Ryswiker Maelschap, die van Heinric Loef Ghysbertsz waren, geheten de halve Bredestucken, belend beneden: Gelre, boven: Jan Vrient Dircsz, strekkende van de Polre tot aan de Wijfdijc, zoals Heinric Loef hield; - Willem van Boechout 8 ½ morgen in Ryswiker weert aan 4½ akker waarvan 1 akker belend boven: Jan Vrient, beneden: Heinric Loef; - Heinric Loef Ghijsbertsz (vervangen door Steven Loef Heinricsz) 1 hofstat te Rijswijc, 3 ½ morgen, belend boven: Margriete van Boemel, beneden: de vrouwe van Gelre en 1 hofstat over Wijfdijc, 4 ½ morgen, belend boven: Lysbeth Scelen, beneden: de vrouwe van Gelre
Maurik, van | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - (fol 8v) Jorden van Derthesen 5 morgen te Mauderic op de Perric, belend boven: Henric Doijs van Mauderic, beneden: Hubert Coevoet, dit goed heeft Johan van Beesde; - (fol 10) Steven van Mauderic 5 ½ morgen te Mauderic op de Weijde belend boven : die Bunnincgrave, beneden: Engel Engelsz en 2 morgen in het Roghkampken, belend boven: Steven met zijn hofstede en beneden: Engel Engelsz; - (fol 13) Jan van Eck Herdberensz 7 morgen in Pelmate, belend boven: Ot van Derthesen, beneden: Henric van Mauderic; - (fol 21v) Doijs van Mauderic 9 ½ morgen te Mauderic en zijn vrouw 9 morgen te Rijswijc , wat haar stiefmoeder nog in lijftocht heeft; - (fol 47v) Roelof uten Weerde te Mauderic in Penmate 10 morgen, belend boven: Jan van Mauric en beneden: Heijn uten Weerde, Doijsdochter van MAuderic vrouw van Udel heeft dat land ontvangen als lijftocht
Doys | 1410~
Leenregister Culemborg fol 35, 35v, 39
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Geryt Doijs Gerytsz 4 ½ morgen tot Rijswijc, belend boven: Mergriet van Oemeren, dat met Weyndelmoet Doijs gemeen ligt, beneden: Foyse Scelen. Met latere hand: Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderic, belend boven: Henric Doys, beneden: Aernt die Brune (dit heeft Jan Kovoet Woutersz); - Dierck Doijs Doijs Gerijtsz.z. ½ morgen te Mauderic op de meijnte, van de Wetering tot de Huijsmate, belend boven: Dierick Doijs zelf, beneden: Roelant Heymericsz;- Heinric Doys 3 morgen tot Mauderic, die Geryt uten Weerde opdroeg (fol 35v). Mannen: Steven van Lienden en Heinric van Mauderic. - Latere belening: mannen Gysbert bastaard, Joest Doijs, Lambert van de Weteringe; - Willem van der Woert Gherijt Hollenz 11 morgen land in Maudericker maelscap, strekkende van Henrics land van Mauderic en van Aleit Zybrants op in Mauderiker weteringe, belend boven: Evert uten Weerde Roelofsz, beneden: Ot Doys Jan Doijs ende Ot uten Weerde; - Gerijt Doijs van Boemel 6 ½ hove land ter goeder mate gelegen in Rijswiker maelscap in den Sconecamp, strekkenden met het ene eind aan de Broecsteeg, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: de vrouwe van Gulik
Werve, van den | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Herman van Lewen Johansz een hofstad in de maelscap van Rijswijc, van de bandijk tot de Middelwech toe, belend boven: Loef van den Werve, beneden: de vrouwe van Gulick (fol 58v); - Otte van Wyck Ottenz 4 morgen in Rijswicker maelscap, belend boven: Loef van Lewen en Johan Diercksz, beneden: Floris van den Werve, strekkende van de broeckstege "an t greefken dat duer t nederbroeck geet", 1421: leen van Jan van Wyck Ottenz (fol 64); - Henrick Loef van den Werve Willemsz land gelegen in de maelscap van Rijswijck, strekkende half de dweergrave op aen die Broecstege, belend boven: Otto van Wijck aan de Wyde kampt toe en Jan van Lewen tot aan de Broecstege, beneden: Hadewich Jansdochter van Lewen (fol 76v); - Willem van den Werve Florisz land in de maelscap van Rijswijk in het nederbroec, van de Breocstege tot aan de Zoelen, belend boven: Otto van Wyck en zijn broer Willem, beneden: heer Jan van Vyanen van Beverweerd en de kinderen van Herman van Lewen (fol 76v)
Ochten, van | 1299-09-29
Van Spaen IV p 28-31
Achternamenindex
Henric van Ochten, knape, verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht zijn goed in Bunnik en zijn tiend in Pothusen, door hem in leen gehouden van de bisschop, aan wie hij andere goederen daarvoor in de plaats zal opdragen
zegel van Hendrik van Ochten: lion couronné; borgen: Johannes de Lede, Hubertus de Vyanen, Theodericus de Steenre, Wilhelmus de Renwic [Rijswijc], milites; Henricus de Latem, Johannes de Woldenberch, Goswinus de Lyenden, Everardus de Middachten, famuli; Goswinus en Winandus dictus de Gruythusen, Martinus frater Gerardi dicti Man, oppidani in Arnem