1254 resultaten

Rijn, van den | 1353-02-08 (1352)

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 48v/Reg El 25 fol 30
Achternamenindex

hertog Willem verkoopt als voren aan Hugen Jan Wittemansz: - de halve Paardencamp, 3 morgen, dat van Jan van den Rijn was en hij verbeurd heeft, belend west: Huge Batseleer, oost: Willem Bort; - de Grote Weyde [te Voorburg?], dat van Jan van den Rijn was; koopsom 9 ½ schilden, die hij aan de stad Leiden betaald heeft

Rijningen, van | 1285-10-27

Bijdr Hist Gen 1901 p 157/Reg EL 5 fol 33r
Achternamenindex

heer Elias van Ryningen hield van de heer van Amstel in leen al zijn goed te Zeist

Rijsoord, van | 1352-04-19

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 17v/Reg EL 25 fol 12
Achternamenindex

hertog Willem geeft zijn klerk Gherard Aelwinsz, "dat alle die ambachtslude die woonen in sinen gerechte van Rysoerde in Swyndrecht, jof daer naemaels in comen sullen metter woon sijn si wevers, syn si volres, schoemakers jof wat ambocht dat si syn, dat si haer ambocht binnen den gherecht voirs hantieren sullen mogen tot allen tiden als si willen en sijs ghestaet syn sonder yemants wederseggen, en daer metter woenen bliven, geliken anderen buren die daer woenen"

Rijsoord, van | 1352-10-06

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 22/Reg EL 25 fol 15
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "Gheryt Aelwynssone ute Leijden die jaer meer oud ende teder is, ende wi him dicwijl bi ons houden also dat hi tot syns selves goedekijn ende renten die men hem schuldich is niet verstaen en macht daer hi scade ende afterstal bi tijt ende gebreck daerof heeft, waeromme wie ombieden en gebieden allen onsen bailjuwen, scouten, scepenen, geburen en boden overal in onsen lande, so waer syn bode comt gewaert mit sinen brieven van sinen wegen, van sinen renten, van synre schout recht doet ende ghebt jof pande doet hebben sonder vertreck na dier tijt dat die dage verleden syn, ende daerin doet dat hi mit geenre redene voor ons te beeroonen en hebben. Ende des en laat niet"

Rijsoord, van | 1355-05-20

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 105/Reg EL 25 fol 68v
Achternamenindex

Aelwyn van Rysoerde Gherytsz [zoon van Gheret Alewijnsz] maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Beatrijs heer Florysdochter van de Merwede, de mindere helft van leengoed te Rijswijk, Coudekerke en Soeterwoude: !) 30 morgen in Ryswykerbroec, daar Bertelmeus Otte nu op zit, 2) 4 morgen die liggen achter de Zile, 3) 17 morgen in het ambacht van Coudekerk daar Ysebrant Boudynsz nu op zit, 4) "ende morgen lande"[!] op Meerburgerwateringe in het ambacht van Soeterwoude

Rode, de | 1352-09-12

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 14v/Reg EL 25 fol 14v
Achternamenindex

Huge die Rode maakt zijn vrouw Gheertrude tot lijftocht de mindere helft van 2 morgen land en huizing , waar hij in woont in Lisse, die hij van de graaf in leen houdt

Rode, de | 1355-03-15 (1354)

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 87/Reg EL 25 fol 56v
Achternamenindex

"item hebben Huge Roede Dircssone, Willem sijn bastaerd broeder ende sine drie susteren, myns heren brief van horen so[e]ne, ende si sullen geven 250 schilden"

Rodenburg, van | 1342-12-12

Bijdr Hist Gen 1901 p 149/Reg EL 5 fol 22r
Achternamenindex

Jacob Roudenburch [te lezen: Rondenburch] houdt van de graaf in leen 13 ½ morgen in een weer van 27 morgen gelegen op het Segveld te Bodegraven, belend west: Gheryt Wennenz, de graaf aangekomen van zijn broer Pieter Roudenborch

Rodenrijs, van | 1337-10-10

Reg Rotterdam en Schieland no 14/Reg EL 32 fol 21v
Achternamenindex

graaf Willem verklaart dat Huge Vriese Jansz van Coudenhoeven aan Florys van der Bouchorst, zijn baljuw van Delfland en Scieland, 7 morgen en 4 hont land heeft overgedragen tbv Daniel van Rodenrijs, aan wie hij het had verkocht om uit de gevangenis te Delft te geraken. De graaf geeft het land in leen uit aan laatstgenoemde

Rodenrijs, van | 1343-08-31

Reg Rotterdam en Schieland no 528/Reg EL 32 fol 34v
Achternamenindex

Jan heer van Beaumont beveelt aan Daniel van Roederijse, baljuw van Delfland en Schieland, Gheryt Heynenz, rentmeester van Noordholland en het land van Woerden en de heemraden van Schieland, zonder uitstel werk te maken van het graven van de vaart tussen Rotterdam en Scije en de waarde van het land, dat daarvoor gebruikt moet worden, te waarderen