64 resultaten

Liesveld, van | 1317-04-12

A.R.A Holl Leenkamer 62 fol 159/Reg in Beyeren IX, Cas F fol 159/R.A.H. 57 fol 328v/Reg Hann p 73/Ons Voorgeslacht 03-1985 p 67, 73
Achternamenindex

Johan heer van Arkel oorkondt dat zijn neef Hereberen van den Berghe hem heeft opgedragen het gerecht van Ammers Gravelant en van het afterlande, ban, boeten, thijns en ⅔ van de tienden en dat hij daarmee vervolgens zijn neef Herdberne Florkensz [van Liesveld] heeft beleend. Als opschrift staat (fol 158) boven deze serie brieven: "Brieven vervolgende van den huijse ende goeden van Liesvelt". [ zie ook Liesvelt]; 1322-03-22: bevestigd voor Herbarens Florensz, Arnoud van Liesveld

Weede, van der | 1305-04-04

R.G.P. Grote Serie dl 170/171 Rek Dom Putten dl II p 269 no 45; no 171 Rek Dom Putten II p 282, 69
Achternamenindex

Jan Heynricsz van der Weede, zijn zoons Heinric, Pieter en Jan doen samen met Jan Broecman en Hughe Duyc Ydeman voor hemzelf en voor Heyne pape en Ymme Baysersdochter (met haar vader Bayser namens haar) afstand van hun rechten op de molen ter Weede; 1311-04-03: Nicolaes heer van Putten en Stryen incorporeert de kerk van Weede in het kapittel van Geervliet, om daarmee de prebenden te verbeteren (zeer uitvoerige akte)

Pape | 1361-1393

R.G.P. Grote Serie no 170 Rek Dom van Putten dl II p 345, 346
Achternamenindex

lenen van Putten: 1/9 deel van Stollaertsdijk, 1/18 deel van het gors en een aandeel van alle westtiende in Spijkenisse, houdt Claes Boudynsz van den Briel; dezelfde verzocht vanwege de broer van zijn vrouw Renger Willemsz, die nog onmondig is, van hetzelfde goed; later bij geschreven: ⅓ van 1/18 deel van Stollaertsdijk is nog niet beleend, dat toekomt aan Jan pape Mondyn Heynenzsz, vanwege zijn vrouw, op 1380-03-15 daarmee door de heer van Putten beleend

Herlaer, van | 1449-05-06

Coll Aanw 102 Caput Zuidholland fol 20 en 20v
Achternamenindex

Aerndt van Gent, ridder, oorkondt dat hij zijn zwager Mairtijn van Herlaer heer tot Poederoijen, heeft overgedragen de hoge en lage heerlijkheid van het dorp van Ottenlandt in de Alblasserwaard; sterven zijn dochter en haar man Martijn kinderloos dan komt de helft aan de erfgenamen van de dochter en de helft aan de erfgenamen van Martijn; hertog Philips oorkondt dat Aernt van Gent hem heeft opgedragen tbv Martijn van Poederoyen, zijn zwager, en jvr Kerstyne, zijn dochter de voors heerlijkheid en dat hij hen daarmee heeft beleend

Haestrecht, van | 1388-06-11

Catal Arch Heren van Montfoort regest no 153
Achternamenindex

Willem van Haestrecht is met Henric heer van Montfoort overeengekomen, dat deze na de dood van Willems ouders behouden zal 32 van de 40 morgen die aan zijn moeder toebehoorden in Cabbau bij Scoenhoven, en dat deze verder, indien Willems ouders hem de eigendom van hun overige leengoederen niet in rechte afwinnen, Willem daarmee zal belenen en hij daarover zal mogen beschikken tbv van de kinderen die hij heeft met zijn vrouw jvr Lisebet [weduwe van Rover Yenz van Moordrecht, zie 1375-05-04]; ook zal hij als raad van Henric zich vestigen in Montfoort

Arkel, van | 1534-07-13

Reg Geld Leenaktenb 9e stuk p 501
Achternamenindex

hertog Karel geeft zijn bastaarddochter Catrina van Gelder als huwelijksgift de hoge en lage gerichten van Hier en Nederinen; 1556-06-23: Ot van Arkel, erve van zijn vader Walraven beleend, behoudens de lijftocht van zijn moeder; 1557-10-27: Caerl van Arkel die daarmee weer beleend wordt, doet als hij mondig is zelf de eed; 1566-11-16: Catrijn van Gelder confirmeert het overgaan van het leen aan haar zoon Caerl; 1576-11-16: Caerl van Arkel geeft zijn vrouw Claude van Lykercken 1000 gld per jaar als lijftocht

Haestrecht, van | 1398-10-05

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 535/Reg Liber V fol 298/Navorscher jg 1894 p 33
Achternamenindex

hertog Albrecht had Pouwels van Haestrecht door Brustijn van Herwinen, kastelein van Loevestein, laten opsluiten aldaar, doch hij was uitgebroken en ontkomen, en verbeurt daarmee zijn lijf en al zijn goederen; hij verkoopt aan Dirc van Zwieten Filipsz al het goed van Pouwels: - in het land van Zuidholland, - het land van Steijn, - de huisinge in de heerlijkheid van heer Aerntsberge met de goederen die hij van onze lieve neef Johan van Arckel houdt, - het moer dat hij bezat t tussen Loen en der Sprangen, behalve dat van het kapittel ten Dom; Dirk wordt ermee beleend en mag deze goederen verkopen

Cronenburg, van | 1521-09-11

Batavia Illustrata bl 1034
Achternamenindex

de graaf van Nassau, heer van Polanen en van de Leck eist voor het Hof van Holland op de goederen van Govert van Nispen overleden in 1515, die deze van hem in leen hield, aangezien zijn oudste zoon en leenvolger mr Adam niet tijdig, binnen jaar en dag belening daarmee verzocht had. Zijn eis werd hem toegewezen en mr Adam van Nispen veroordeeld tot teruggave van de goederen met renten en vruchten vanaf 1517. Het blijkt dat zijn moeder Elisabeth van Cronenburg na de dood van haar man het vruchtgebruik had gehad van de helft van de tienden van Weerthuysen en Emmikhoven

Gruyter, de | 1484-03-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 20v, 20
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Maria Gruijters met haar zoon Jan de Gruter opdroeg al haar recht op een camp land gelegen beneden in die Marssche, beneden t griet in den kerspel van Renen; vervolgens beleent de abt Loedewyck van Levendaell daarmee tot een onversterfelijk erfleen, van oudsher geheten "Ver Grieten oird" (vgl 1475-10-10); fol 20: ongedateerde akte "ick Loedewyck [van Leefdael] houdt van der abdien te lien een stuck lants gehieten "Borrencamp" ende plach te hieten "ver Grietenoird" (in libro domini Henrici de Reno abbatis fol 7v). Ende dit ontfenc hi van heren Johan Clauwert abt anno 1484. Ende dit goet ligt in der marsschen inder kerspel van Renen. Dit soldt staen gescreven in Sticht van Utrecht"

leenmannen: Marcelys van Scarpenseel, Otto van Oorde

Cralingen, van | 1420-01-30

Reg Rotterdam en Schieland no 2037; Ons Voorgeslacht 10-1990 p 365 regest 648/Coll van Buchell-Booth
Achternamenindex

Gillis van Cralinghe, baljuw en rentmeester van der Goude, verklaart dat zijn zoon Vranc beschuldigd wordt van de dood van Alfert van Polanen die in Den Haag doodgeslagen werd, maar dat dit onmogelijk is omdat zijn zoon op dat moment in Medemblik was, dat ook zijn knechten en bloedverwanten onschuldig zijn. Noch waren de knechten, die de doodslag begingen, magen of zwagers noch knechten van Vranc en zij droegen niet zijn kleren en waren niet in zijn ienst. Indien Willem van Polanen en zijn vrienden daarmee niet te vreden zijn, de beslissing te willen opdragen aan vier van Alffers naaste bloedverwanten: Dirc van der Lec, Arnt van Duvenvoirde, Jan van Hodenpijl, Jan van Yselsteyn; hij verzoekt zijn neef Jan van Heemstede, Willem van Polanen hierover in te lichten