67 resultaten

Vriend | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Alaert Vreent 2 acker land van de bandijck tot in de Leck, belend boven: Jan Vreentszs kinderen, later: Ponsken van den Woerde, beneden: Heinric Loef Gysbertsz (1409: verstorven an Alarts kint; later belend: Guedert Ponskensz, de kercke van Culemborg) (fol 54v); - Guedert Aelbertsz 1½ acker ter goeder maten, gelegen te Rijswijk, tussen de Wyfdijck en de Broecstege, belend boven: Jan Scelen kinderen, beneden: Geryt Vrient en Aernt Scele (fol 84); - Dirck Vrint Dircxz, dat Jan Jorden Alartsz opdroeg en van Gerefaes van Holland geweest is: 4 morgen in Maldricker maelschap in de vrije weyde, 3 morgen belend oost: jhr Gerit van Kulenborg, west: de heer van Mere, strekkende van de Homoetsestraat tot aan het leenland van Gerit van Kulenborg, 4 morgen belend boven: de heer van Mere, beneden: jonker Peter van Culemborg, strekkende idem; 1424: dit land heeft opgedragen Gerijt Holle Deryck Vrijntsz, beleend Willem Ponsken Willemsz (fol 84)

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 182
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reyer van Lodensteijn, priester, draagt zijn leengoed op: 1) die Woirte, west: Gerijt Petersz, oost: het gasthuis te Amersfoort, 2) "Block", oost: Evert Petersz, west: Peter Tymansz, 3) Boschacker, zuid: Tyman Ricoutsz, noord: die sumpel op weijnden, 4) de Vieracker, noord: Evert Petersz, zuid: het gasthuis te Amersfoort, 5) "die Gheer", zuid: het gasthuis, noord: Reyer Aelbertsz, 6) de Heide acker, west: het gasthuis, oost: Geryt Petersz, 7) de Heedacker, oost: de Regulieren in die Birckt, west: Geryt Petersz, 8) de Scheelberch, west: Peter Tymansz, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 9) de Middelweijnde, west: weynden die Steenacker, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 10) "die Stupic acker", oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 11) de Heedacker, oost: de abdij, west: Dirc Ricoutsz, 12) de Sumpel, oost: het gasthuis met Bertout Reijersz, west: Gysbert Evertsz, 13) de Boschacker, oost en west: de Regulieren, 14) de Kuijlacker, oost: Reijer Aelbertsz, west: opweyndende de Regulieren, 15) Scarlaken, oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 16) de Hul acker, oost: Geryt Petersz, west: Peter tymansz, 17) hofstede waar Henric Bul op woonde, eyndende [?] op Heedacker, 18) 4½ vierdel veen, tussen: Peter Lambertsz erfgenamen en het gasthuis, strekkende van de Veengraft an die Vuerse, 19) 4½ vierdel veen en velt tussen Heezen en de meer, en huis en hofstede met alre wairscap als mr Wouter van der Hoeve en Aernt voors. in leen hielden, 20) land, van de Torfwech tot aan de Oude Graft, te Zoes, oost: Willem Zassse, west: de heerlijkheid van Abcoude, 21) stuk land idem, belend west: Gysbert Henricsz, 22) land idem, oost: Meyns Geryt Jansz en Ricout Cuper onderdeylt, west: de heerlijkheid van Abcoude, 23) een acker land, van de Brinck tot aan de Torfwech, oost: Nelle Lubberts, west: Evert Rutgersz; vervolgens wordt het clerckhuis en convent van St Jan te Amersfoort hiermee beleend, hulde doet Aelbert Dier Petersz

mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Nyenrode, van | 1451-12-22

Berigten Hist Gen IV p 94/Arch Nyenrode origineel
Achternamenindex

leenmannen van Johan van Nyenrode: Johan Swedersz van Ruwiel, Willem Jansz van Loenersloot, Claes Jansz, Gheryt van Vliet Wernaersz, Gheryt Jansz, Henric Krook Aelbertsz, Ghijsbert Spiker Henricsz, Jan Gherytz, Jan Ghysbertsz, Pieter Ghysbertsz, Herman Dircsz, Dirc Ghysbertz, Willem Jan Willamzsz, Ghysbert Oudecoepsz, Willem Sluter, Aelbert Petersz oorkonden dat wij daer over ende aen alse leenmanne Johans van Nyenrode mit meer goeder manne voir der brugghen toe Nyenrode te rechte geseten hebben, daer Johan van Nyenrode voirs. selve als een leenheer aangesproken heeft alle die goede die Ghysbert Dorlant bastaert van Nyenrode, sinen oem, tot desen daghe toe datum des briefs van hem en van den hove toe Nyenrode te lene te houden plach ende gelegen sijn toe Niemantsvrient. Zijn aanklacht luidt dat Ghysbert zonder zijn consent goed hiervan verkocht heeft. Gijsbert verweert zich niet ondanks een driemalige oproep en wordt nu van dit leen vervallen verklaard (vgl 1452-03-09, 1452-04-23, 1454-08-21)

bezegeld door Johan Zwedersz van Ruwiel, Willem Jansz van Loenersloot (zegel verloren), Claes Jansz, Gerrit van Vliet Wernaarsz

Crachwijc, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Heinric Bosch Gosensz, na dode van zijn moeder Beatrijs van Crachwijck, met: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten den Hage doer, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz, 9) 2 dach maet hoylants, strekkende van de Hoywech tot in die Eme toe, landwaarts: Gosen Bosch Willamsz, zeewaarts: Dirc Aelbertsz

mannen: Gysbert die Gruter, Otto van Slingelant

Bosch | 1469-07-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190v, 237v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bossch Goesenz wordt na dode van zijn vader Goessen Bosch Willemsz beleend met de helft van het goed in Zoes: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Gerrit Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Henric Bosch, 3) 6 vierendeel hooijland in der Herenmaet, landwaarts: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel Engelants, geheten de Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem van Doems erfgenamen, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Gysbert Aertsz, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Gysbert Woutersz (1485: Gysbert Wouterszszonen), landwaarts: Wouter Scae [= Scade], 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemcuel", belend boven: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), beneden: Rutger Jacobsz, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz erfgenamen, 9) 2 dachmaet land (1485: Heynrick Bosch en Gijsbert Dirck Aelbertsz); Henric Bosch zal deze helft houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1485-04-07: beleend Heynrick Bosch Heynricksz na dode van zijn vader

mannen: Jan Brant, Pouwels Cornelisz; 1485: Jan Zael, Goijert Lambert Jacobsz

Schaep | 1417-10

Leenregister Huis Bergh no 91 p 83, 84
Achternamenindex

Jan Scaep: - de hoftstat Avedijcke, - de Havermayt, - de Tisschert, - de Alsenneert, - de Vonderacker, - Averdijckeracker, - 1 acker, schiit uppen Hogen Wech, - ene gerde achter Compelwiic, - 3 stuck up Dremptercolck, - 2 stuck an Henne Liirmens hofstat, - een meteken in de Dornslage, - Averdijcker Nyemait, - Scaepshovel, - Kernemelxmait, 1 £; 1430-06-19: Albert Scaep beleend na dode van zijn vader Jan; 1461-05-18: Adam Scaep na dode van zijn vader Ailbert; 1467-05-21: Adam Scaep beleend ten Zutphense rechte; 1473-09-14: Johan Schaep Daemsz na dode van zijn vader; 1481-12-12: Derick Middelderp tbv de uitlandige broers van Johan Schaep, die geestelijke geworden is; 1484-09-02: Aelbert Schaep Daemsz doet zelf de eed; 1541-03-09: Jutte Schaep, oudste dochter van Daem Aelbertsz Schaep, vrouw van Lubbert van Kunre, na dode van haar grootvader Aelbert; hulder is mr Geerlich Doysz, keizerlijke raad; 1541-05-05: Lubbert van Kunre is hulder; 1541-03-09: ook beleend heer Johan Schaep oudst overlevende zoon van Ailbert Schaep, hulder is Ailbert van Steenre; 1547-03-21: idem; 1548-04-24: na mangericht wordt het leen aan heer Johan Schaep toegewezen

Drempt

Duvenvoorde, van | 1351-05-23

Kemp p 79
Achternamenindex

graaf Willem belooft aan zijn helpers, o.a. Jan van Arkel, hulp in de strijd tegen zijn tegenstanders

tegenstanders: Willem van Duvenvoorde, Jan van Polanen en zijn broers, Dirk van Brederode, Arend van Duvenvoorde, Jacob en Herberen van der Binkhorst, Gerit van Heemstede, Jan van Merensteyn Aelbertsz, Willem van Oudshorne, Dirk van Raaphorst, Geraerd van Poelgeest, ridders; Mathys van der Borgh, priester, Jan van Noertich, Jan van der Made, Heynaer Dever heren Gerritsz, Gerit die Ever Jansz, Floris, Kerstant, Wouter van Raephorst, Jan van der Borg en Jan Symonsz van der Borg, knapen